|
21 april 2012
|
Limburg was weer op zijn zwaarst
Dankzij Willem Mütze was Limburg weer in de gelegenheid om zijn zwaarste kant te laten zien. Aan ultralopers wel te verstaan. 60, 80 of 100 kilometer heuvel op en heuvel af. De zestig vormde de 'ruggengraat' tussen Heerlen en de Vaalserberg, waaraan naar believen twee lussen can elk 20 km vastgeknoopt konden worden: naar Epen voor de 80 en naar Valkenburg voor de 100. En dat levert natuurlijk allemaal heel wat hoogtemetertjes op. Hoeveel dat er zijn in niet duidelijk. Er circuleren verschillende varianten. Zelfs op dit site wordt er de ene keer gesproken over 'ruim 2500' en de andere keer zelfs over '3192'. Ik houd het op zo'n 1500 voor de 60, 2000 voor de 80 en 2500 voor de 100.
Vorig jaar heb ik de 100 gelopen, dit jaar viel de keuze op de middelste afstand.
De door Willem geregelde overnachting met ontbijt in het 'Natuurvriendenhuis Eikhold' van het NIVON in Heerlen was uitstekend. Een echt bed en ontbijt! Helaas had ik nogal wat last van het gesnurk om mij heen. 's Ochtends plensregende het, dat zag er niet zo best uit. Gelukkig werd het droog toen we het 3km verderop gelegen Sportpark Imstenrade bereikten, waar de start was. Omdat de datum dit jaar drie weken later viel dan vorig jaar hadden we de hoofdlamp niet nodig, er was voldoende licht door de ochtendschemering.

De rest van de dag wisselden felle opklaringen en heftige kortdurende plensbuien elkaar af. In de buien, die soms van hagel en een donderslag vergezeld gingen, koelde het zo snel af dat het waterdichte vestje aan moest. Daarna was je in het voorjaarszonnetje echter weer snel droog. De imposante wolkenluchten en de felle zon zorgden voor schitterend landschappen die versierd waren met bloeiende heesters en bomen. Ook de felgeel bloeiende koolzaadvelden waren een lust voor het oog!
Met een temperatuur die rond de 10 graden schommelde en de frisse lucht was het eigenlijk ideaal loopweer. Veel en veel beter dan de drukkende warmte van vorig jaar, waarin de temperaturen opliepen tot 24 graden. Ik had dan ook helemaal geen last van hyperventilatieverschijnselen zoals een jaar geleden in de laatste 20 km lus. Integendeel, het lopen ging prima en ik moest alleen op de steilste stukken wandelen. De wat minder zware beklimmingen kun ik in een soort dribbelpasje doen, wat eigenlijk prettiger aanvoelt dan wandelen.
Het enige ongemak werd gevormd door de gladde klei. Naarmate de dag vorderde werden de plassen steeds dieper en begon het water in de aanvankelijk nog vrijwel droge strromgeulen omlaag te lopen. En natuurlijk moesten wij precies via heel wat van zulke, met keien bezaaide, geulen de hellingen afdalen. Ik ben niet gevallen, maar heb wel een aantal flinke schuivers gemaakt.
Limburgs Zwaarste is op en top een trail. Het percentage geasfalteerde weg is minder dan vijf. Moesten we in vroegere edities de laatste vijf kilometer langs een provinciale weg lopen, dit jaar liepen we door een modderig en glad Imstenrader bos tot op de stoep van het clubgebouw waar de finish was (de website is wat dat betreft kennelijk niet bijgewerkt, want daar staat: 'De laatste 6 km zijn grotendeels verhard richting onze start en finish-locatie, wat gezien de invallende duisternis voor menig loper ook nodig zal zijn'.
Met 10:45 over de 80 kilometer en geen problemen na afloop zoals twee jaar geleden ging ik met een goed gevoel naar huis.

De overnachting en de loop zelf boden weer veel gelegenheid om bekenden te spreken en met nieuwe mensen (ik sprak maar liefst vier Haarlemmers!) kennis te maken.
Rest mij nog om Willem, Annemarie en alle vrijwilligers die dit hebben mogelijk gemaakt te bedanken. Met op elke 10 kilometer een goed voorziene verzorgingspost zal het geen sinnecure geweest zijn om deze loop te organiseren en voor te bereiden. Bovendien was de routemarkering met pijlen en geschilderde rode stippen perfect. En dat allemaal voor relatief weinig inschrijfgeld.
Limburgs Zwaartse
21 april 2012
80km
10:45:00 (7,44 km/u)
Startnummer 8
|
|
|
14 april 2014
|
'Exotische' belevenissen tussen Castricum en Schoorl
Van de vier 'LAT klassiekers' van Willem Mütze (Castricum, Limburg, Amsterdam en Berg en Dal) had ik alleen de 'Bos, Duin en Strandloop nog niet gelopen. Vreemd eigenlijk, want van de vier genoemde locaties ligt Castricum het dichtst bij mijn woonplaats, 18 minuten rijden wel te verstaan. Maar misschien was dat juist wel de reden. Het 'exotische' trekt en wat kan er nou minder exotisch zijn dan strand en duinen voor iemand die elke week zo'n 3 á 5 uur in de duinen doorbrengt om te trainen.
De reden om dit jaar wél mee te doen was de JKM. Hiervan had ik afgezien (naar achteraf bleek een verstandig besluit) in verband met de krappe tijdslimiet en de relatief hoge inschrijfkosten. Als alternatief zou ik dan een week later zand gaan proeven tussen Castricum en Schoorl. Nou, dat is ten dele gelukt, want de wasmachine liep bijna krakend vast in de kilo's zand die uit mijn sokken en kleding kwamen. Anderzijds is het niet gelukt omdat de tongstrelende bevoorading door Willem en Annemarie enerzijds en de LAT anderzijds het niet nodig maakte om ook nog zand te happen. Ook het weer noopte daar niet toe, want de (frisse) noordenwind was niet sterk genoeg om het zand in de mond te doen stuiven. En ik behoefde ook niet door uitputting in het zand te happen want hoewel het een pittig parcours is met veel venijnige klimmetjes en (ja zeker) heel veel mul zand heb ik goed genoeg door kunnen lopen om ruim onder de zeven uur te finishen. In de laatste drie kilometers kreeg ik een beetje last van mijn maag (te veel gegeten en gesnoept onderweg!) maar toen was de finish al in zicht.
Maar mijn mond viel open van verbazing over het landschap, zo dicht bij huis en zo onbekend. De mij welbekende Kennemerduinen zijn over het algemeen behoorlijk dicht begroeid met struiken, loofbomen en heuse dennenbossen. Tussen Castricum en Schoorl tref je echter nog 'oerduinen' aan. Kale, golvende vlakten zo ver het oog reikt, hier en daar onderbroken door oogverblindend witte zandverstuivingen. De Schoorlse duinen weer geheel anders. Hier zijn de hellingen sterk bebost en de trails die zich tussen de oude, knoestige boomstammen een weg zoeken zijn bedekt met boomwortels zo dik als gespierde armen. Sommige toppen reiken tot 55 meter, wat exceptioneel hoog is voor duinen. Het zijn dan ook de hoogste duinen van Nederland. Ze bieden een verrassend uitzicht over de bossen, zandvlakten en de zee. Een trap met 108 treden naar een duintop? Zeker, ook die zat in de route. Exotisch, buitenlands bijna.
Het parcours is een soort ketting met drie schakels die bij Egmond en Bergen in elkaar grijpen. Op die manier konden de wandelaars van de SV de LAT, bij wie wij deze dag te gast waren, kiezen uit drie verschillend afstanden (25, 40 en 60km). Zij mogen 12 uur over de 60 km doen, de 'hard'lopers moesten binnen 9 uur terug zien te zijn. Natuurlijk waren alle hindernissen die in dit gebied gevonden konden worden door Willem en de LAT in het parcours opgenomen, waaronder vele trappen, uitgeholde trails, kilometers strand en en het Klimduin bij Schoorl. Warmlopen was er niet bij: al op honderd meter na de start moesten we het eerste steile stuifduin beklimmen. En zo bleef het eigenlijk de hele zestig kilometer doorgaan, waarbij we op het eind getracteerd werden op fraaie uitzichten op de bollenvelden. Zoals gezegd, de bevoorrading liet niets te wensen over en de LAT pijlen maakten verkeerd lopen (bijna) onmogelijk. En na afloop kregen we een mooi geplastificeerd certificaat met eigen foto en natuurlijk de LAT-medaille.Willem en Annemarie hadden het er maar druk mee.
Onder de kleine vijftig deelnemers heb ik heb weer diverse bekenden gezien en gesproken, zoals Ernst-Jan en Renske Vermeulen en Arnold van der Kraan. En ook de weldoener (o, ik ben je naam vergeten...) die mij bij heeft gestaan toen ik twee jaar geleden na de 80km van Limburgs Zwaarste was flauwgevallen en naar het ziekenhuis getransporteerd werd. Dat moeten we volgende week maar niet gaan herhalen lijkt me zo.
Wat Castricum betreft, een nieuw trainingsgebied, niet al te ver van huis, is gevonden. Willem en Annemarie, bedankt.
Bos-, Duin- en Strandloop Castricum
14 april 2012
60km
6:53:30 (8,71 km/u)
Startnummer 8
(Foto: Willem Mütze)
|
|
|
25 maart 2012
|
1000
De mijlpaal van 1000 km is bereikt, 2 dagen later dan vorig jaar.
De Hardmoors 55 heeft een flinke impact gehad. Ik ben de hele week moe geweest en heb last gehad van een vervelende droge kuchhoest. Dat zal wel een virusje geweest zijn dat zijn kans schoon zag toen mijn afweermechanisme het door oververmoeidheid moest laten afweten. Inmiddels gaat het weer wat beter.
Ondanks dat heb ik mijn training kunnen voortzetten, met gisteren een 30-er in de Kennemerduinen. Het was dan ook moeilijk om binnen te blijven zitten nu het volop lente is geworden en er weer in het lichte zomertenu (korte broek, korte mouwen) gelopen kan worden.
De Hardmoors heeft me niet kunnen afhouden van een volgende uitdaging in het buitenland, de ruim 66 miles lange Kintyre Way ultra. Maar dat duurt nog even. De eerstkomende ultra is de 60km Castricum loop van Willem Mütze op 14 april. De week daarna zou ik de 80km van Limburgs Zwaarste gaan lopen, maar dat is onzeker geworden omdat ik die dag ben uitgenodigd voor een wel heel leuk feestje. Keuzes...
|
|
|
17 maart 2012
|
Hardmoors '42'
Hard: 'Not easy; requiring great physical or mental effort to accomplish or comprehend or endure'
Moor: 'An open,uncultivated tract with a sandy or gravelly soil supporting low vegetation (typically coarse grasses and Ericaceae) and occasionally scattered tree growth, particularly Pine'. 'Open land usually with peaty soil covered with heather and bracken and moss'.
55 miles: 55 x.1609344 = 88,51392 kilometres
Oftewel: 'Hardmoors 55' betekent een ruim 88 kilometer lange, niet gemakkelijke, koers over de heide die grote fysieke en mentale inspanning vereist om te kunnen volbrengen laat staan te begrijpen (waar je mee bezig bent)'.
Geen enkele taal dan het Engels is beter in staat om in één woord en één getal de ervaring van een hele dag afzien samen te vatten.
Eén getal ontbreekt echter, en wel het meest essentiële. Want de 'heide' van de North York Moors tussen Helmsley en Guisborough is niet hetzelfde als de zacht glooiende purperen heide op bijvoorbeeld de Veluwe of in Drenthe. Het ontbrekende getal is 2700, zijnde het aantal hoogtemeters.
De start was, gelet op wat ons die dag te wachten stond, aan de late kant. Pas om 9 uur vertrokken circa 130 lopers, allemaal voorzien van zware rugzakken met daarin de verplichte uitrusting, vanaf de nogal spookachtige ruïne van Helmsley Castle (het logo van de Hardmoors). Voldoende voeding en water, een noodslaapzak, handschoenen, muts, OS kaart en regendichte kleding behoorden tot de verplichte spullen waarop bij de start werd gecontroleerd. Twee jaar geleden zijn er tijdens een natte en koude editie diverse lopers onderkoeld geraakt en daar heeft men van geleerd.

De Hardmoors 55 volgt het westelijke gedeelte van de Cleveland Way, een 'National Trail' van 110 miles die het North York Moors National Park in noord Engeland omcirkelt. Het oostelijke deel volgt de klifranden van de Noordzeekust tot aan Filey. De route is niet moeilijk te volgen (zei men) omdat hij voorzien is van duidelijke vaste bewegwijzering (zei men). Het symbool is een eikel (er waren momenten later op die dag dat ik mezelf erg op dat symbool vond lijken...).
De eerste 9 miles (wat heb ik een hekel aan die miles, onwillekeurig denk je steeds in kilometers en dan is het altijd weer 160% verder dan je denkt) volgden een gemakkelijk pad in westelijke richting door bossen en landerijen. Dit gedeelte eindigde bij de Sutton Bank met het bekende 'White Horse' figuur op de flanken van de heuvel. Daarna volgde een lang stuk (20 kilometer) in noordelijke richting langs de westrand van het ongeveer 300 meter hoge plateau. Ook dit deel was goed beloopbaar en halverwege werd de natuur om ons heen steeds mooier toen we de echte moors betraden. Uitgestrekte heidevelden afgewisseld door rotsachtige heuveltoppen. Het pad als een slingerend zilverwit lint tot aan de horizon. Schapen en de 'Red Grouse' ofwel het Schotse Sneeuwhoen. Zon en wolken. En naar het westen toe een magnifiek uitzicht over het laagland van de Vale of Mowbray. Prachtig.

Bij het dorpje Osmotherley moesten we afdalen voor de controle in de Village Hall aldaar (dit is geen stadhuis maar het dorpshuis, een soort danszaaltje). Hier waren rijke spijzen uitgestald waar we ons aan tegoed konden doen. Dit was het 35 km punt waar ik om ongeveer één uur 's middags arriveerde, ruim een uur voor de 'cut off' time. No worry dus. Gemiddelde ruim boven boven de 8 km/uur. Hoezo Hardmoors?
In de beschrijving van de route voor wandelaars staat echter het volgende: 'Dag 3 (Osmotherley - Clay Bank) is zwaar. Daar passeer je vier moors gescheiden door kleine dalen en dat is telkens 100 - 150 hoogtemeters. Een echte rollercoaster. Ik had dus gewaarschuwd kunnen zijn. En inderdaad, spoedig ging het stevig omhoog richting de eerste top, de Carlton Moor. Een ruige, winderige top waarop een paar monolieten staan. Er stond ook iemand in een oranje hesje met het woord 'Marshal' er op. Een geheime controle! We hadden namelijk een geplastificeerd kaartje bij ons met twaalf vakjes die allemaal doorboord moesten worden met een verschillend gaatjespatroon. Op de controlepunten stonden ofwel marshals met kniptangen of men had ze daar aan een koordje opgehangen, de zogenaamde 'selfclips'. Bij de start hadden we de posities van die selfclips in onze kaarten moeten markeren en vervolgens was het aan ons om de kleine, fel oranje gekleurde, tangetjes te vinden. De meeste selfclips waren 'verstopt' op de hoogste punten van de heuvels.

'There is a storm front coming up behind you'. Ik keek om in de richting waarheen de marshal wees en zag een loodgrijze lucht opkomen met donkere regengordijnen er onder. Oeps... Dat was niet voorspeld. Het enige voorspelbare van het weer op de Moors is echter dat het onvoorspelbaar is.
En ja hoor, na een kwartier begon het te regenen. Dat was het ergste niet, maar wel dat ik binnen vijf minuten bijna op mijn rug lag. De leisteenplaten waarmee het pad schots en scheef geplaveid was bleken spekglad geworden te zijn. En juist toen volgden er vier toppen: Carlton Bank, de twee toppen van Cringle Moor en tot slot de griezelige Wainstones. Elke top betekende steil omhoog en omlaag over gladde en ongelijke rotstrappen. Toen ik aan de afdaling van de eerste Cringle Moor begonnen was, ontdekte ik tot mijn schrik dat ik de selfclip vergeten was! Een halve mijl terug dus op zoek naar het nietige oranje tangetje dat bovenop de top aan een paaltje in de wind hing te bungelen.
Inmiddels begon ik tijd te verliezen omdat ik erg langzaam afdaalde op de gladde stenen (één keer ging het wat sneller, maar dat was omdat ik toen op mijn rug naar beneden gleed). Na de Wainstones (een top met grote zwarte rotsblokken er op) daalden we af naar de Clay Bank parkeerplaats waar yerrycans met water waren neergezet. Ze waren al bijna leeg, een teken dat al heel wat lopers me voorgegaan waren. Maar die hadden de toppen nog met droog weer kunnen nemen. Toen ging het weer omhoog naar het hoogste punt van de Moors, de Round Hill (454) meter. De ondergaande zon kleurde de heuvelflanken bloedrood, een prachtig gezicht. Toen was het voorlopig gedaan met de heuvels en volgde er een lange en vlakke zandweg langs oude menhirs en 'cairns' die oostwaarts voerde in het snel donker en kouder wordende desolate heidegebied. Hier heeft vroeger een spoorweg gelopen, de Ironstone railway line, vandaar dat het pad zo recht en vlak is.
Ik had al ruim een uur niemand meer voor of achter me gezien. Er waren ook geen bordjes meer met de tekst 'Cleveland Way'. Het licht van mijn hoofdlamp boorde een smalle tunnel in de duisternis waarin knorrende geluiden klonken (vogels?) en het geklots van mijn eigen waterzak. Af en toe een zijpad en de zoveelste donkere menhir. Sterren prikten tussen de wolken door. Nog een uur lopen. Nog geen wegwijzer. Volgens de kaart had ik al lang bij Blowarth Crossing moeten zijn, waar ik scherp naar links had moeten draaien richting het gehucht Kildale waar de volgende bevoorrading was. Diezelfde kaart vertelde me echter ook dat ik mijlenver de diepten van de Moors zou inlopen als ik die afslag zou missen. Daar hield zelfs de kaart op. Had ik dan toch één van die zijweggetjes moeten nemen? Ik kon me herinneren dat bij één ervan een paaltje stond dat ik genegeerd had. Het werd koud, handschoenen aan en een extra shirt. Opeens toch een paaltje met een eikelsymbool, rechts van de weg. Zonder tekst. En het wees naar een smal modderig paadje dat rechtsaf een moerasgebied met hoog riet en diepe waterplassen in dook. Maar ik moest toch linksaf? Ik zag ook geen voetstappen van lopers meer. De twijfel sloeg toe. Ik besloot om te keren, richting de autoweg die ik zo'n drie uur geleden gepasseerd was als laatste teken van de bewoonde wereld. Beter dan hier te moeten overnachten in mijn noodslaapzak. Ik had trouwens bijna geen water meer. Zo gezegd zo gedaan.

Tot mijn opluchting zag ik na een kwartier drie lichtpuntjes naderen. Lopers! Ik liep ze tegemoet en het bleek dat één van hen hier vorig jaar ook gelopen had. Zij zaten er echter doorheen en één van hen was onderkoeld aan het raken en bibberde hevig. We besloten bij elkaar te blijven. En wat bleek? Het paadje naar het 'moeras' waar ik omgekeerd was kwam na nog geen honderd meter uit bij het kruispunt van Blowarth Crossing. Daar stond een wegwijzer met de tekst 'Cleveland Way'. En die wees naar links. Linksaf en toen nog een mijl of 6 struikelend over losse stenen door het donker naar Killdale. Opeens begon de weg te dalen en doemde er heel in de verte aan de horizon een zee van oranje stadlichten op: Middlesbrough. Nog een steile bochtige afdaling over een verharde weg en we waren in Kildale. De geheimzinnige loper wiens lichtje ik al een hele tijd achter me had gezien en die leek in te houden als ik ook inhield, haalde me nu in. 'See you in a moment'.
In de Village Hall werden we opgewarmd met hete koffie. Hier, op het 42 mijlspunt, was de cutoff time om 2100 en tot mijn schrik was het al half negen. We hadden veel tijd verloren omdat er heel voorzichtig gelopen moest worden op de donkere met keien bezaaide weggetjes. Er was nu nog 13 mijl (zo'n 20 km) te gaan met daarin nog de beklimming van Roseberry Topping. Dat zou in het donker meer dan drie uur gaan duren. De loper die achter me aan zat stelde zich voor als de 'sweeper' (naloper), volgens hem zat er verder niemand meer in de race. Wij kregen het dringende advies om niet verder meer te gaan (dan kon hij er ook mee ophouden :-).
Zucht. Dat was het dan. Zo werd de Hardmoors 55 een Hardmoors 42. Dat klinkt treurig, maar zo ervaar ik het niet. Inclusief het verkeerd lopen en teruglopen was het een bijna 70 kilometer lange belevenis die ik niet snel zal vergeten. Aansprekende tijden loop ik op dit soort trajecten al lang niet meer, maar daar gaat het niet om. Het gaat om de belevenis. Ik vergelijk het wel eens met het vanachter glas bekijken van de natuur. Pas als je naar buiten gaat ervaar je echt hoe die is. Tijdens het lopen van een ultra als deze gaat het nog een stapje verder: alsof er nóg een glazen wand wordt weggeschoven, waardoor je alles nog intenser en directer ervaart dan bijvoorbeeld tijdens een ontspannen zondagmiddagwandeling. Er ontstaat een rechtstreekse dialoog met de natuur, een beetje zoals de dieren zelf in de natuur leven en overleven.
Toen ik in de bus de volgende dag terugreed naar Middlesbrough kwamen alle toppen weer langs. Daar ben ik allemaal in één dag overheen gelopen (behalve de Roseberry dan). En dan mag je toch best wel een beetje trots zijn. Hardmoors 55: DNF, Hardmoors '42': finisher!
Misschien is dit meer een reisverslag geworden dan het relaas van een (hard)loopwedstrijd. En dat klopt eigenlijk ook wel, want bij dit soort tochten gaat het lopen als sport steeds meer over in een soort van reizen.
|
|
|
3 maart 2012
|
Struinen door Texel
Met het oog op de Hardmoors heb ik vandaag bij wijze van training een rondje Texel gelopen. De afstand kwam overeen met de '60 van Texel' en ook het parcours leek daar sterk op, hoe kan het ook anders als je hetzelfde eiland rondloopt.
Er waren wel een paar kleine verschillen. Zo ben ik niet alleen bij de Teso gestart maar daar ook weer gefinished en niet in den Burg zoals de '60' dat doet. Vanaf de Veerhaven ben ik echter niet de Hors opgelopen, maar langs de Mokbaai naar Den Hoorn en vandaar langs de duinrand naar de Staatsbossen. Die wilde ik doorkruisen om zo bij de Westerslag op het strand uit te komen. Dat leverde echter de nodige extra kilometers op omdat ik verdwaald raakte op de kleine bospaadjes, maar met hier en daar de weg vragen aan trimmers lukte het eindelijk om het strand te vinden. Die bossen zijn groter dan je op voorhand zou denken!
Net als de '60' ben ik vanaf de Koog langs de Muy het Sluftergebied in gegaan. Waar de '60' echter al vrij snel voor het fietspad koos ben ik zo lang mogelijk de zompige trails over de Slufter blijven volgen om uiteindelijk weer via datzelfde fietspad bij de Texelse vuurtoren uit te komen. Daar was het na 30 kilometer tijd voor een minuutje of 10 rust met koffie en appelgebak.
Over het strand heb ik de vuurtoren (waar de Knip ergens geboren moet zijn) en het meest noordelijke puntje van het eiland gerond en vervolgens ging het langs de Waddenzijde van de dijk weer zuidwaarts. Hier kwam de wind op kop te staan, en dat was sloopwerk met die windkracht vier á vijf. Vanaf het noordelijkste puntje van het eiland is het toch al gauw 20 kilometer tot aan Oudeschild.
Natuurlijk heb ik weer een bezoekje gebracht aan de Hoge Berg met zijn bloeiende crocussen en aan het graf van Jan Knippenberg. Omdat ik de boot van 1700 niet meer zou gaan halen en de beste kantjes er na zeven uur lopen wel van af waren, het ik de laatste vijf kilometers over de saaie Pontweg maar in een rustig loop/wandeldrafje afgelegd.
Concluderend kan ik stellen dat het een goede training is geweest en dat ik zeker in de laatste helft met wind tegen behoorlijk diep ben gegaan. Texel biedt natuurlijk een prachtige entourage en door het grijze (maar niet koude) weer was het ondanks het staartje van de voorjaarsvakantie niet eens erg druk. In het Sluftergebied kreeg ik zelfs weer de bekende steppenervaring in een uitgestrekte leegte waar ik amper een mens tegenkwam. Wat is dat gebied mooi zeg! Door dit soort terrein loop ik het liefst: uitgestrekt, glooiend, ruig. Hier krijg je het gevoel dat het menselijk lichaam daarvoor gebouwd is, het 'past' gewoon bij elkaar.
Texel heeft twee gezichten. Qua natuur heeft de westkant verreweg het meeste te bieden, de duinen en de natuurreservaten zijn werkelijk schitterend en hebben, zeker in deze tijd van het jaar wanneer de toeristenstroom nog niet op gang is gekomen, iets majestues ongerepts. Het midden (met uitzondering van de Hoge Berg) en het westen bestaan grotendeels uit, door fantasieloze rechte wegen doosneden, monotone weidegebieden, hoewel er vlak achter de Waddendijk mooie overstromingsbiotopen zijn gecreëerd.

Texel heeft vandaag zijn ziel aan mij blootgelegd en ik heb er van genoten. Maar zwaar was het wel en vanaf nu moet ik het tot aan 17 maart weer echt wat rustiger aan gaan doen.
|
|
|
18 februari 2012
|
Herinneren en vooruitblikken
De Brocken Challenge van 2012 is nu een week oud. Ik voel hem nog steeds in mijn leden. De drie trainingen deze week vielen me zwaar en de kniëen protesteerden. Hoewel de lange duurloop door de duinen vandaag niet eens tegenviel. Geen kou meer, een stevige zuidwester en het voorjaar in de lucht. Heerlijk eigenlijk.
Maar de beelden van die ijsdag in de Harz blijven nog steeds komen. De ongelooflijke kou tijdens het ontbijt in de onverwarmde Alter Tanzsaal op de Hainholzhof; de twijfel of ik eigenlijk wel wilde starten onder zulke omstandigheden. De poolsneeuw die uit een heldere hemel omlaag viel en zich in de stralenbundel van mijn hoofdlamp schitterend vermengde met de twinkelende sterrenhemel. De ongelooflijke schoonheid van de besneeuwde Hochharz. De altijd spectaculaire binnenkomst op de Brocken, die als een bevroren maan boven de aarde leek te zweven. De eenzame maar wonderschone terugtocht via de beboste hellingen naar Schierke. Wát een grote sterren hingen er als kertverlichting in de takken van de pijnbomen.
Ach, het lopen is bijzaak. De kern van de ervaring die je bijblijft is de volkomen eenheid met de elementen. Alsof je mens en wild dier tegelijk bent. Alsof je een toendrajager bent die in deze woestenij woont en zich er thuisvoelt. Ja, dat is de sleutel: je moet je als lange afstandsloper thuisvoelen op de plaatsen waar je doorheen komt. Zodra je hunkert naar de finish, naar het warme 'thuiskomen', dan verlies je het, dan redt je het niet. Je moet van de bossen, van de wind, van het ijs, van de zon en van de wegen zijn. Dan kost het geen moeite.
En nu zo langzamerhand de draad weer oppakken en vooruitblikken. Want over vier weken wacht de ook niet kinderachtige Hardmoors 55 miles in de North York moors. Het kan er regenen, koud zijn en somber. Eenzaam en verlaten is het er zeker.
|
|
|
11 februari 2012
|
Kalt-Hart-Schön
Op de site van de Brocken Challenge staat de editie van dit jaar zo treffend beschreven dat ik het hieronder letterlijk weergeef:
'Kalt-Hart-Schön.' Het motto dat Gunter Kromer in 2011 bedacht heeft en dat ook dit jaar weer de startnummers opluisterde paste zo ongeveer als een vuist in een oog:
KALT: -13° bij de start, -13° bij de finish, onderweg (in de schaduw) ook steeds minus met twee getallen, dat kan men toch wel koud noemen!
HART: Het 13 km lange 'Beachvolleyball' tussendoortje vanaf km 51 (ploegen door de sneeuw) heeft velen tot aan de grens van de uitputting gebracht. En daarnaast waren er natuurlijk ook nog die andere 67 met sneeuw bedekte kilometers.. En die 'paar' hoogtemeters... En de bevroren drinkflessen, waterzakken en slangetjes... wat was er eigenlijk niet bevroren :-)
SCHÖN: De Brocken onder een strakblauwe hemel is op zich al sensationeel, maar het totale panorama (zwaar besneeuwde bomen, ongelooflijk mooie lichtval in de late middag) was (zelfs bij enige uitputting) onwaarschijnlijk - mooi.
Mijn eigen ervaringen stemmen met het bovenstaande volkomen overeen. Vooralsnog kan ik zeggen dat ook ik door en door koud ben geweest, dat letterlijk alle inhoud van mijn rugzak, zelfs de gelletjes, hard bevroren was en dat de oostenwind op de top van de Brocken pijn deed, ondanks vijf lagen kleding, twee lange tights en een korte tight over elkaar heen, twee mutsen en fleece handschoenen. Ik heb de 80km in 11:49 afgelegd, bijna een uur langer dan vorig jaar maar een uur sneller dan de beruchte 86 km lange BC in 2010. Vorig jaar lag er tot aan de Brocken nauwelijks sneeuw. Daar komt bij dat ik rond km 70 een tijdlang zelfs nauwelijks nog in staat was om te wandelen doordat ik moeilijk kon ademen in de ijskoude lucht (Mijn buff was al lang stijf om mijn nek vastgevroren. Pas nadat ik deze met enige moeite weer voor mijn mond had gekregen ging het beter). Een nogal panisch gevoel als je dat in je eentje op een sneeuwvlakte overkomt bij dik onder de -10... Omdat ik net bij zonsondergang de top van de Brocken bereikte werd ik zo in beslag genomen door het overweldigende kleurenspel dat ik de hele finish vergat en minutenlang om me heen heb staan kijken...
De nachtelijke 'terugwandeling' van de Brocken naar Schierke van 11 km heb ik vanwege de kou maar hardlopend gedaan, hoewel ik door de schitterende sterrenhemel meer omhoog dan naar de weg voor me gekeken heb. Gelukkig was die goed begaanbaar en was er geen verkeer...
Het was dit jaar de derde keer dat ik mee heb gedaan aan deze winter-ultra in de Harz. En telkens is het weer verwonderlijk wat voor emoties het losmaakt om na een zware inspanning de top van de Brocken te bereiken. Op zich is het parcours niet uitzonderlijk zwaar. De paden zijn over het algemeen goed te belopen, de afstand is te overzien en ook de klimmeters (1900) zijn niet onoverkomelijk. Het onberekenbare winterse weer, de sneeuw en de kou doen natuurlijk een belangrijke duit in het zakje. Maar dat alles bij elkaar genomen doet nog steeds geen recht aan deze loop. Nee, het is het einddoel waar het om gaat. De Brocken staat daar als een stalen puist, als een onneembaar rotsbastion midden in het witte landschap van de Harz. Uitdagend en dreigend staat hij op de lopers te wachten die het lef hebben om hem te kleineren. 'Denk jij echt dat je, na jezelf eerst gedurende 80 kilometer uitgeput te hebben, nog de euvele moed hebt om mij, de koning van de Harz, te kleineren?'. Rozerood maar oh zo kil doemt hij op boven de besneeuwde kruinen van de dennenbossen. Op zijn flanken zijn de bomen gereduceerd tot verwrongen creaturen van hardgevroren ijs en sneeuw. Er is geen mens meer te zien. Wat zal hij met ons doen, hij die zelfs machtige dennen met zijn ijzige adem heeft betoverd tot zuilen van ijs? Het hekst en spookt 's avonds op de Brocken als de laatste stoomtrein met toeristen vertrokken is en de stammen van de bomen donkere verkrampte vingers geworden zijn. Ijzige vingers die grijpen naar je keel. En als je de laatste bevroren boomstomp voorbij bent wacht er een donkerblauwe, door de bijtende wind gegeselde ijsvlakte. Houdt hier de wereld op? In de diepten schitteren de lichten van steden en dorpen. Boven flonkeren de sterren. Maar daartussen staart het rode oog van de Brocken. Het is gedaan met ons kleine mensjes, zichzelf overschattende lopertjes...
Maar nee, wij waren harder dan de Brocken. Wij zijn gefinished. Onder applaus betreden wij de warme Goethesaal. We zijn de dans ontsprongen, voor deze keer althans...
Brocken Challenge
11 februari 2012
80km (excl. 11 km afdaling)
11h 49m (6,8 km/u)
89e van 129 finishers
Startnummer 23
Meer foto's
|
|
|
10 februari 2012
|
BC 2012, Here we come!
Bericht vanaf de piste:
'Seit heute (!!) ist die gesamte Strecke erstmals durchgehend mit Schnee bedeckt. Göttingen - Barbis 3-5cm Neuschnee auf zuvor schneefreiem Untergrund. Barbis - Brocken ca. 5-8cm Neuschnee auf sehr fester, glatter, gut zu laufender Altschnee-Unterlage. Es kann die kürzeste, 80.0km-Variante gelaufen werden.'
De Hollandse koudegolf is voorbij, de verkoudheidsaanvallen zijn gepareerd, er is genoeg getraind in de besneeuwde polders en duinen en de Elfstedentocht gaat niet door.
Maar de Brocken Challenge 2012, 12 uur ultralopen door sneeuw en kou, wel! Bij de start, zaterdagmorgen om zes uur, zal het er -16C zijn. In de loop van de dag zal de temperatuur oplopen naar -4C om 's avonds op de Brocken tussen de -17 en -20 uit te komen...
Nu eerst maar eens op weg naar Göttingen en hopen dat we er zonder sneeuwbanden kunnen komen.
|
|
Finish BC 2011
|
Het weer op de Brocken 10-02-2012 's ochtends
|
|
|
30 januari 2012
|
De film is nog niet afgelopen
Nog steeds duiken er flitsen van beelden op van de nachtelijke ultra. Een groot schip dat als een donker silhouet met verblindende schijnwerpers de grote sluis werd ingesleept. De plotselinge gladheid in Wijk aan Zee en IJmuiden. De vuurtorens. Het gevoel alsmaar over een smal paadje te lopen dat werd gemarkeerd door de voetstappen van eerdere lopers, terwijl het strand toch zó breed was... De shock om vanuit deze ruimtewereld plotseling op benauwde en slecht zichtbare duintrails te belanden. Het vreemde gevoel van klimmen in het donker, terwijl je de helling niet voor je ziet.
En zo gaat het maar door. Inmiddels is duidelijk geworden dat maar 11 lopers de hele 90km hebben gelopen. Uit het startveld van Marathon Plus alleen ondergetekende. Ik heb veel te danken aan Ton van der Veldt. Hij heeft mij door moeilijke episodes heengesleept, en af en toe deed ik dan wat terug als hij het weer eventjes moeilijk had. Was ik alleen geweest na Wijk aan Zee, dan zou ik waarschijnlijk ergens in IJmuiden gestrand (!) zijn.
Zondag heb ik nog een herstelloopje gedaan dat echter toch weer uitgroeide tot bijna anderhalf uur. Vandaag ben ik lusteloos en brak, maar met een paar loopvrije dagen zal het wel weer goed komen. Het lastige is dat ik afgelopen nacht ook weer geen oog dicht heb gedaan, door onrustige spieren.
En nu is het koud en het vriest. De winter is in het land. En dus ook (en nog een beetje strenger) in Duitsland. Wat zou de Brocken over twee weken in petto hebben voor een waarschijnlijk nog steeds niet helemaal herstelde loper...? Nou, kijk maar.
O ja, nog een wapenfeitje: de DCUBN was mijn 75e marathon/ultra!
|
|
|
27-28 januari 2011
|
In de tredmolen
Lopen langs het strand is mooi. Het gezicht op de zee en de duinen, de wijdse ruimten, het onophoudelijke geluid van de branding, het gekrijs van de meeuwen. Het is nog mooier op vroege zomerochtenden terwijl de badgasten zich in hun vakantiehuisjes of hotelkamers nog een keer op hun andere zijde wentelen. Of op kille winterdagen wanneer zee en wolken een stilleven in grijstinten zijn en de wandelaars met hun honden achter de open haard van een glas glühwein genieten. Of wanneer de storm het witte schuim over het smalle vloedstrand blaast en er bijna geen doorkomen aan is.
Maar het allermooiste strand hebben wij vannacht ervaren. Een eindeloos lint van zand en schelpen dat zich, vaag oplichtend onder een majesteuze met sterren bezaaide hemelkoepel, in de verten vóór en achter je verliest. De hoog boven ons rondzwaaiende lange witte armen van de vuurtorens die altijd misgrepen. De branding die rustig uitrolt op het strand, een rand van schuim achterlatend die fel opvlamt in de lichtbundel van je hoofdlamp.
De strandloop van Den Helder naar Parnassia aan Zee en weer terug naar IJmuiden bood dat allemaal. Met als toegift het verre opflakkeren van de bliksem in onzichtbare buiencomplexen ver weg boven de Noordzee.
De strandloper moet opgewassen zijn tegen gevoelens van eenzaamheid en verlatenheid. Hij moet zich niet van de wijs laten brengen door illusoire beelden die veroorzaakt worden door de volstrekt vertekende verhoudingen: de twee koplampen van een auto op het strand die maar niet dichterbij lijken te komen en na een uur lopen twee lantarenpalen blijken te zijn die een verlaten strandopgang op volkomen zinloze wijze verlichten. Het grote, met lichtjes versierde zeilschip dat, dansend op de golven, met je mee vaart en bij nader inzien een loper met reflecterende kleding blijkt te zijn die zich tussen jou en de vloedlijn bevindt. De zwarte pilaren die, van hemel naar aarde reikend, plotseling op je pad opdoemen en die het houten skelet blijken te zijn dat een afgebroken strandtent ooit boven de golven moest verheffen. Maar bovenal: het gevoel zelf al lopend stil te staan, alsof je uren lang een tredmolen betreedt zonder ook maar een meter verder te komen. De silhouetten van de lopers om je heen lijken in betovering gevangen dezelfde eindeloze en zinloze dans uit te voeren.
Het zijn indrukken die vermoeien, veel meer dan het vlakke en goed beloopbare strand dat zelf kan doen. Na dit zo'n zes uur volgehouden te hebben was voor veel lopers op het vijftig kilometerpunt de maat vol. Hoewel er van Castricum tot Wijk aan Zee nog maar zo'n zeven kilometer strand restte deden het vooruitzicht op het labyrinth van het sluizencomplex van IJmuiden en de horrorverhalen over donkere duinen waar je zonder GPS vrijwel zeker zou verdwalen en waar de uitgeputte lopers vervolgens een gemakkelijke prooi zouden zijn voor grote horden boze koeien met puntige horens of laaghangende boomtakken, deden de rest.
Zeker, het was zwaar. Maar vooral psychisch zwaar. Het strand was hard en vlak en breed, het was lekker koud maar zeker geen diepvries en de wind aaide ons zachtjes over onze in mutsen gestoken bolletjes. De paar ijskoude natte voeten in een mui horen er gewoon bij. Goed, de duinen waren pittig en het uitzetten van een route in het aardedonker langs het hek van een kerkhof, waarachter vreemde lichtjes op de graven brandden, getuigt van een zekere mate van morbide fantasie. Maar de doorgewinterde ultra's die uitstapten waren hadden veel zwaardere tochten gelopen. Zo vroeg in het jaar en met een trainingsachterstand was het misschien voor velen op dit moment nog net iets te hoog gegrepen.
Hoe dan ook, de organisatoren Rinus van der Wal en Ferry van der Ent zijn er in geslaagd om een mooie en zware ultra te organiseren die bovendien karakteristiek is voor de Nederlandse noordwestkust. Alle lof voor de inspanningen die zij zich getroost hebben en zij mogen trots zijn op het resultaat. De verzorgingspost na vijftig kilometer in Castricum was in het diepst van de nacht als een fata morgana in de woestijn van de verder volledig verlaten kuststrook. En in tegenstelling tot alle stroboscopische illusies onderweg was déze illusie tenminste echt: onbeperkt smullen en een gastvrije warmte. Was dat misschien niet de échte reden waarom relatief veel lopers het niet meer konden opbrengen om vanuit die warme weldaad weer de koude en donkere nacht in te gaan?
Tot slot: mijn complimenten gaan ook uit naar de prima ontvangst in de Pierewaai in IJmuiden. Alles wat het hart van een uitgeputte loper kan begeren was er aanwezig. Het gebakken ei met koffie was een feestmaal!
Dutch coast ultra run by night (DCUBN)
27-28 januari 2012
90 km
11:58:09 uur Volledige uitslag van UltraNed
Start Den Helder 27 jan 22:00
Doorkomst 50 km punt 28 jan ca. 04:00
Finish IJmuiden 28 jan 10:00
Ca. 60 deelnemers op de 90 en 50 km samen
|
|
21 januari 2012
|
Een schip op het strand...
De eerste echte uitdaging van dit jaar komt angstvallig dichter bij, de nachtelijke strandloop van Den Helder naar IJmuiden. De verkenningsloop van vorige week heb ik vandaag nog eens dunnetjes overgedaan. Met name de route door de Heerenduinen wilde ik nog een keer verkend hebben omdat ik dat gedeelte van de duinen, langs Driehuis en Westerveld, niet zo goed ken. Om de lengte van de duurloop, met minder dan een week te gaan tot de start van de 'echte' ultra, binnen acceptabele grenzen te houden heb ik me door de trein naar Beverwijk laten brengen. Van daar uit ben ik naar Wijk aan Zee gelopen om daar de pogingen om de gestande 'Aztek Maiden' los te trekken te aanschouwen. Ik was niet de enige, de hele weg van Beverwijk naar Wijk aan Zee (Zeestraat) was in beide richtingen verstopt door stilstaande auto's, maar ook op het fietspad was het een gekkenhuis. De hedendaagse mens is kennelijk toch wel erg bang om iets te moeten missen...
Wat niet wegneemt dat het een imposant schouwspel was om de grote zeesleper te zien tornen aan de lange kabel die hem met het gestande schip verbond, terwijl schepen van de kustwacht en de reddingboot een oogje in het zeil hielden in de stormachtige branding. Zij moesten verhinderen dat de kitesurfers te dicht bij de sleepkabel kwamen. Dat is namelijk levensgevaarlijk, want als deze breekt zwiept hij alle kanten op. Merkwaardig genoeg was het op het strand zelf veel minder druk dan op de wegen ernaartoe. Kennelijk hielden de mensen het in de harde westenwind als snel weer voor gezien om in het dorp de overvolle café's in te duiken.
Via het strand heb ik mijn weg vervolgd naar de Noordpier, dan langs het Tata terrein terug naar Wijk aan Zee en vervolgens via Beverwijk en het sluizencomplex naar IJmuiden. Het oversteken van de sluizen heeft me veel inspanning gekost door de inmiddels stormachtige wind die vanaf zee recht in mijn gezicht blies. In IJmuiden ben ik een beetje verkeerd gelopen, zodat ik veel te westelijk op de Heerenduinweg uitkwam. Een verbeterpuntje dus. Het stuk door de duinen ging echter prima, zodat ik zonder ook maar één keer verkeerd gelopen te hebben in de invallende duisternis bij uitgang Duin en Kruidberg aankwam. Daarvandaan ben ik langs de kortste weg naar huis gelopen. Totale afstand 35 kilometer in vier en een half uur (inclusief het oponthoud bij het gestrande schip).
Na afloop zat ik er behoorlijk doorheen, dus hoe zal dat gaan na eerst zeventig kilometer over het strand gelopen te hebben. Hopelijk heb ik dan een goede dag (nacht), want anders wordt het afzien, wandelen of misschien zelfs inkorten.
Ik ben er trouwens van overtuigd dat veel lopers (en zeker degenen die niet aan de verkenningslopen hebben meegedaan) in de duinen zullen verdwalen en uiteindelijk via langere of kortere routes bij de finish zullen komen. Oftewel, tijden vergelijken zal erg moeilijk worden, want de individuele afstanden zullen sterk verschillen. Maar dat is nu eenmaal de consequentie van het 'niewe ultralopen' zoals Rinus dat in zijn blog beschrijft, waarbij er steeds meer van uitgegaan wordt dat de deelnemers m.b.v. GPS of kaartlezen zelf hun weg moeten zien te vinden langs het (niet uitgepijlde) parcours. Overigens bestaat dat concept al veel langer, getuige de Engelse 'Mountain marathons', waarbij je pas vlak voor de start de coördinaten opgegeven krijgt van de checkpoints die je moet zien te vinden midden in het ruige landschap. Het is dan de kunst om zelf de kortste route tussen die checkpoints te vinden en er geen enkele over te slaan, want dan kom je niet in de uitslag. Ik ben wel een voorstanden van dit soort ultralopen, het wordt dan een echte zwerftocht in plaats van het toch wel wat kunstmatige en veilige volgen van een uitgepijlde route.
|
|
|
14 januari 2012
|
Het komt weer op gang
In de gedaante van de verkenningsloop voor de Dutch Coast Ultra Run by Night heb ik de eerste ultra afstand van 2012 volbracht. Hopelijk is hiermee de 'loopdip' van rond de jaarwisseling afgesloten en kan ik weer vol goede moed vooruit gaan kijken naar de uitdagingen die dit jaar qua lopen op mijn pad komen.
Ik heb genoten van de groepsloop die bij het NS station van Beverwijk startte en ons via het sluizencomplex van IJmuiden naar de Heerenduinen voerde. Daar begon een 14 kilometer lang tracé door Duin en Kruidberg en de Kennemerduinen dat door Ferry van der Ent was uitgezet. Mede-organisator Rinus van der Wal had deze route op zijn GPS staan en was de enthousiaste gids en aanvoerder van het twee vrouwen en vijf mannen tellende groepje. Een verslag en foto's van deze loop staat op de site van Rinus.
In de Kennemerduinen ken ik elk paadje, maar in Midden Heerenduin had Ferry toch een aantal mij onbekende trails weten te vinden. Een mooie aanwinst. Het traject door de duinen is zwaar te noemen, met ruim 250 hoogtemeters en veel lastige trails met rul zand, stenen en boomwortels. Toch had Ernst Jan Vermeulen geen boomstronk nodig om te vallen: hij had genoeg aan een kuil in de weg in het IJmuidens havengebied. Wel jammer van dat grote gat in zijn broek, maar gelukkig was de daaronder liggende knie minder beschadigd.
En dan te bedenken dat we dat stuk door de duinen op 28 januari voornamelijk in het donker zullen moeten doorkruisen na al meer dan 70 kilometer afgelegd te hebben, grotendeels over het strand! Wie dat probeert zonder kennis van het gebied of zonder GPS gaat geheid de mist in. Het meest waarschijnlijke scenario is dat zo iemand de bewegwijzering gaat volgen en zo via fietspaden langs de kortse weg naar Parnassia gaat lopen. Helaas staat er op de Lichtbakkeet een (nu niet meer) geheime controlepost!
Er werd in een stevig tempo (10 km/uur) doorgelopen, voor mij eigenlijk wedstrijdtempo. Toch hield ik het goed vol, ook op het strand van Parnassia naar IJmuiden waar we de (zwakke) wind tegen hadden. Na de finishplaats (clubhuis de Pierewaai dat verstopt ligt achter de basaltmuur van de Zuidpier) bezocht te hebben ben ik samen met Tom van der Veldt via de Kennermerduinen (Bleek en Berg) weer naar huis teruggelopen. Omdat ik 's ochtends ook al vanaf Haarlem naar de startplaats in Beverwijk had gelopen kwam het dagtotaal uit op 55 kilometer.
De volgende dag heb ik de Kennemerduinen opnieuw opgezocht om rustig uit te lopen en dat ging verrassend gemakkelijk. Kortom, het ultra-gevoel begint weer een beetje terug te komen.
Trainingsloop 55 km, 250phm
Netto 5:30 (bruto 6:45)
|
|
|
1 januari 2012
|
Hardmoors of Hardleers?
Dat kun je je afvragen nu mijn tweede buitenlandse inschrijving voor dit jaar een feit is. Want de Hardmoors 55 is geen sinnecure. De 88 kilometer lange trail over de North York Downs in midden Engeland is de afgelopen jaren gekenmerkt door kou en regen, waarbij onderkoelingsverschijnselen bij de lopers eerder regel dan uitzondering waren. Medio maart roert de winter nog steeds behoorlijk zijn staart in dit heuvelachtige, verlaten gebied!
Maar ik ben blij dat ik de beslissing heb genomen. Want deze loop bevat alle elementen die mij aantrekken: een uitdagende, maar niet al te extreme afstand, het ruige landschap, het onberekenbare weer, het laatste deel in het donker en Engeland natuurlijk.
De site is informatief en wekt een betrouwbare indruk en in tegenstelling tot vorig jaar (toen ik ook al naar deze loop lonkte!) is automatisch inschrijven en betalen met creditcard nu ook mogelijk. Veertig pond inclusief busvervoer naar de start is ook niet overdreven duur. Een vlucht Amsterdam-Leeds was snel geregeld. Vanaf Leeds is er een goede touringcarverbinding met Middlesborough (3 uur rijden), vanwaar er een 1-uurs lokale busverbinding is met het gehucht Guisborough, waar de finish is en waarvandaan de bus naar de startlocatie vertrekt. Het vinden van een onderkomen in Guisborough was nog het lastigste, maar uiteindelijk heb ik kunnen reserveren in een betaalbare Inn, de enige in die plaats zo lijkt het, behalve een peperduur country hotel dan.
Allemaal geregeld dus, maar het wordt wel een uitdaging. De start is om 9 uur, finishen kan nog tot middernacht, 15 uur later... Er zijn diverse technisch lastige beklimmingen en afdalingen, zoals de Roseberry Topping die waarschijnlijk in het donker bedwongen moet worden. Maar ik heb er zin in, het kan een mooie gaan worden!
|
|
Rosedale light, North York Moors
|
|
|
30 december 2011
|
Genoeg
Het plan was om vandaag de 6 uur van Epe te gaan lopen. Een traditionele afsluiting van het jaar. Maar ik kan het niet meer opbrengen. Het is mooi geweest dit jaar, met veertien ultra's/marathons en zes trainingen van langer dan de marathonafstand. Qua resultaten is 2011 wat achtergebleven bij 2010. Iets minder kilometers, maar toch nog ruim boven de 4000, wat minder wedstrijden ook (14 tegen 16).
Het plan om een aantal 100km+ wedstrijden te lopen is niet waargemaakt, hoewel het weinig heeft gescheeld: op 2 april 97 km in Limburgs Zwaarste en op 13 november 97,6 km tijdens de MCX Centennial. In beide gevallen was tijdsoverschrijding de oorzaak. Zeker, met het voortschrijden der jaren ben ik er niet sneller op geworden. De Kintyre Way Relay (105 km) in Schotland einigde voor mij na 75 km, zelfde reden. Maar wat een fantastische loop was dat! En dan de veel te hoog gegrepen uitdaging van de Gran Trail Penalara in het Spaanse gebergte: na 18 kilometer al uit de wedstrijd, een paar minuten te laat bij de eerste controle... De Maliciosa, de 'Malicious Mountain' van 2200 meter hoog had me de das om gedaan. Maar daar in Spanje, eind juni, was het ongenadig warm (36-40C). Desalniettemin heb ik in die hitte gedurende twee dagen prachtige individuele bergtochten gemaakt, onder andere naar de top van de meer dan 2400 meter hoge Penalara.
Toch leverde 2011 een PR op: op 20 augustus liep ik onder warme omstandigheden 4:34:42 tijdens de 50 van Assen.
Er zijn talloze herinneringen (die allemaal op te halen zijn door de verslagen op deze site te lezen): hyperventilatie, uitputting, flauwvallen. De schitterende finale van de Brocken Challenge in een woedende sneeuwstorm bij het vallen van de avond. De twee uur durende afdaling door de hoge sneeuw omdat er geen auto's meer konden rijden. Rondom Haarlem. Een prachtige Olne-Spa-Olne en de gigantische uitputtingsslag van de bijna 250 rondjes op een atletiekbaan in Deventer. En niet te vergeten de inspirerende duin- en strandtrainingen, de oerbeleving van het Kraansvlak met zijn schapenkudden en wisenten, de stormen op het strand, IJmuiden bij nacht, ...
Het is genoeg. Nog een mooie lange duurloop in de duinen en het zit er op voor dit jaar. Tevreden? Ja en nee. Ik ben blij en dankbaar dat mijn gezondheid me deze prestatie heeft gegund, ik zit vol met mooie herinneringsbeelden, maar onder dat alles knaagt toch ook het gevoel dat ik over mijn hoogtepunt heen ben, dat het vanaf nu (volgend jaar word ik 58) langzaam maar zeker gaat afnemen. Ik zal mijn ambities op de mogelijkheden én op de onmogelijkheden moeten leren afstemmen.
Voor iedereen: De beste wensen voor 2012!!!
|
|
|
10 december 2011
|
Vier uur crossen door de bossen
Pffff... Ik begin een beetje moe te worden. Half november (bijna) 100 km op de baan in Deventer, twee weken later (bijna) 70 km met 2400 klimmeters in de Ardennen en nu, nog eens twee weken later de behoorlijk zware 'Boscross marathon' (BCM) in Diever. Drie uitbijters in zes weken, dat gaat iemand niet in de koude kleren zitten. Toch een mooie finale van dit loopjaar, waarin niet alle intenties zijn waargemaakt.
Veel smalle en hier en daar behoorlijk modderige paadjes, veel bochten en boomwortels, gevallen blad en een paar flinke hobbels. Dat is het recept voor deze natuurmarathon. Maar ook verstilde, goed beloopbare paden door het bos waarin de laagstaande winterzon mooie lichteffecten toverde. Inderdaad, de zon! Deze zaterdag was een intermezzo in het storm- en regenachtige weer van de afgelopen tijd. Gisteren vielen er nog talrijke hagel- en regenbuien, maar omdat november een kurkroge maand is geweest, kon de bodem al dat water goed absorberen. Daardoor deed de BCM zijn reputatie van modder en gladheid dit jaar geen eer aan. De plassen in het eerste deel van het 10,5 km lange rondje waren over het algemeen gemakkelijk te omzeilen. De boomwortels waren lastiger en ik heb een paar lopers zien struikelen en vallen.
In landschappelijk opzicht is het parcours (veel) mooier dan dat van de Midzomeravondmarathon, die voor een niet onaanzienlijk deel over geasfalteerde wegen en rijwielpaden loopt. Het parcours van de BCM ligt nagenoeg helemaal diep in de mooie en qua vegetatie afwisselende bossen van het Drents Friese Wold.
Uit de gelopen tijden bleek goed hoe lastig (een toepasselijker betiteling dan 'zwaar') het parcours was. De winnaar had iets minder dan drie en een half uur nodig en de helft van het veld (44) kwam pas over de eindstreep nadat er vier uur verstreken waren.
Dit soort marathons vormt een aantrekkelijk trainingsalternatief voor de lange duurlopen. Het uithoudingsvermogen, de beweeglijkheid en de spierkracht worden er uitstekend door geoefend. De ervaring en de inzet zijn heel anders dan bijvoorbeeld bij de OSO; daar worden perioden met intensief lopen afgewisseld met perioden van stevig heuvelop wandelen. Tijdens een marathon als de BCM ontbreekt die afwisseling omdat je non-stop in een behoorlijk tempo hardloopt. Na de OSO was ik vooral moe; het effect van de BCM is meer dat ik mijn spieren achteraf goed voel. Het was dan ook geen enkel probleem om de dag erna alweer een duurloop van anderhalf uur te doen. De euforie na vier uur lopen is echter niet te vergelijken met wat bijvoorbeeld de OSO of de Brocken Challenge in dat opzicht met je geest doet. Dat werkt nog dagen, zelfs weken na, terwijl de beleving van een marathon als deze, hoe mooi en bevredigend ook, alweer snel 'overwaait'.
Maar alle inspanningen van de afgelopen tijd beginnen nu te cumuleren en over het geheel genomen is de batterij nu toch wel behoorlijk leeg en moet deze opgeladen worden. De komende weken lenen zich daar goed voor, doordat er veel niet-loop activiteiten op de agenda staan. Op 30 december als afsluiting misschien nog wel de zes uur van Epe.
Boscross Marathon
10 december 2011
43,1 km
4:10:30
10,32 km/u
24 van 46
Startnummer: 423
Foto's: Toli Schanssema
|
|
|
3 december 2011
|
YES!!!
Meldeliste Brocken Challenge 2012
(Aufnahme erfolgt nach Zahlungseingang)
Stand: 03.12.2011
lfd.Nr Name Vorname Ort
23 Boom André Haarlem Niederlande
I am in!!!!
|
|
|
27 november 2011
|
Een gemoedelijke OSO. Hoewel...
Dit jaar liet Olne-Spa-Olne zich van zijn gemoedelijke kant zien. Leek het. Na 'de droogste November ooit' lag het parcours er uitstekend beloopbaar bij. Geen glibberpartijen op spekgladde klei, zodat (vrijwel) iedereen overeind bleef tijdens de afdalingen. . Althans, zo zag het er bij de start naar uit… Het gevaar lag deze keer verscholen onder een dikke laag herfstbladeren. Want November is niet alleen droog, maar ook vrijwel zonder wind verlopen. Behalve op de dag van de OSO dan. Want aan de kust loeide de eerste herfststorm sinds vele weken en in de Ardennen staken gemene windvlagen op. De bomen, die door de langdurige windstilte nog veel dor blad hadden, lieten dit massaal los zodat ze in de bossen een dikke laag vormden die de gemene stenen en keien aan het oog onttrok. Menige struikelpartij en verzwikte enkel waren het gevolg.
De kledingkeuze was moeilijker dan vorig jaar. Toen lag er sneeuw en ijs en was het 's ochtends -6 zodat handschoen, muts, jack en lange broek de voor de hand liggende keus waren. Dit jaar was het 's ochtends ook frisjes, maar de verwachting was dat de temperatuur in de loop van de dag boven de 10 graden uit zou komen. Daarom ben ik gestart met een lange broek over een korte en een licht jack. Inderdaad kon er vanaf een uur of tien met ontblote armen en benen gelopen worden, maar in de middag ging het hard waaien en begon er een kille motregen te vallen. De temperatuur liep terug naar 5 á 6 graden en dan heb je het toch wel een beetje koud in je natte kleren. Gelukkig had ik in mijn rugzak een set droge kleding en kon ik me een tweede keer omkleden. Kostte wat tijd, maar ik zat toch alweer achter in het veld en had geen classementsambitie (lees: kansen).
Ik had de indruk dat er dit jaar meer deelnemers waren dan ooit. Achter het 'chalet' in Olne heeft men een grote parkeerplaats aangelegd, maar zelfs die stond helemaal vol. Hoewel het er eerst naar uitzag dat er dit jaar niet in het 'kasteel' overnacht kon worden, had de organisatie dit op veler verzoek op het laatste moment toch nog geregeld. Een minpuntje was dat men vergeten was om de kamers van het slot te halen, zodat iedereen meer dan een uur moest wachten om naar binnen te kunnen. Gelukkig had ik al een plaatsje in 'La Plume' in Soumagne gereserveerd zodat ik die tijd goed kon benutten met het eten van een enigszins kleffe pizza. Bij terugkomst waren de kamers open en vond ik zelfs een 4-persoonskamer voor privégebruik! Ik heb dan ook prima geslapen.
Om maar met de deur in huis te vallen: ik ben op deze voor mij derde OSO weer eens in de achterhoede geëindigd. Ik kwam, na een uur door het donker gelopen te hebben, pas om vijf over zes binnen! Door de lange rij na-inschrijvers in het chalet was de start uitgesteld. Ik heb niet gekeken hoe laat er precies gestart is, maar hoe dan ook heb ik er een slordige 10 uur over gedaan (vorig jaar 9:30). Vergelijken is echter moeilijk, want elk jaar is de route weer anders. Vorig jaar was hij 67 km met 2100 phm (zie de kaart), dit jaar werd bij de start omgeroepen dat OSO nu 66 km lang was met maar liefst 2400 phm. Voor mijn gevoel zat er inderdaad met name in het tweede gedeelte meer klimwerk dan vorig jaar. Vlak voor de laatste verzorgingspost doemde onverwachts in het halfduister een loeizware, uiterst gemene klim op. De felbegeerde post lag helemaal aan de top daarvan. Gemener kan het niet! Gelukkig was die post in een soort verenigingsgebouwtje, waar ik toch echt even een paar minuten op een bankje ben gaan liggen om bij te komen. Even spookte het lelijke woord 'Abandon' door mijn hoofd, maar dat was echt maar héél even. Die laatste 6 km zou ik voltooien, al was het kruipend. Toen het geluid van de speaker bij de finish al over de modderige velden kwam aanwaaien en het er op leek te zitten, werden we nog even flink gepest met een paar gladde (ja zeker, toch nog!) beekbeddingen in het aardedonker en tenslotte de rotklim die Bois de Olne heet.
Toch verbaas ik me weer over mijn tegenvallende tijd, want zoals gezegd waren de trails goed beloopbaar en heb ik ook geen inzinkingen gehad. Tijdens de lange stijgingen heb ik stevig doorgewandeld (met loopstokken), ik ben niet lang bij de posten (vier) blijven hangen en heb er verder steeds een looppas op nagehouden. Wel heeft het omkleden wat tijd gekost, met name in de laatste post vlak voordat ik de nacht in moest. In de duisternis is het zelfs met een hoofdlamp moeilijk en riskant om hard te lopen, vooral door de stroombeddingen, dus ook dat heeft me wat tijd gekost.
Het grote probleem zit hem in de afdalingen. Ik heb niet genoeg lef en techniek om me in een afdaling te storten, zoals goede traillopers dat doen. Ik schuifel veel te voorzichtig naar beneden en de zo opgelopen achterstand maak ik niet meer goed bij het klimmen.
Nee, ik kan veel excuses bedenken (zoals de bijna 100 km twee weken geleden in Deventer), maar feit is dat ik, zelfs al zit ik niet echt stuk of zo, de laatste tijd gewoon steeds langzamer ga lopen. Geen idee wat daarvan de oorzaak kan zijn, want ik voel me best wel fit. Ik ben wel heel rustig gestart, zo'n beetje als laatste loper. Dan kom je al snel tussen een groep lopers terecht die het ook rustig aan doen. In relatief opzicht lijkt het dan dat je aardig mee komt (en regelmatig mensen inhaalt), maar overall blijf je dan toch in de staart hangen.
Ook de natuur maakte het weer tot een belevenis. De in de wind ruisende donkere en sombere pijnbossen op de heuveltoppen, de door grijze regengordijnen opdoemende vergezichten, de halsbekende afdalingen naar de diep in de rivierdalen verscholen dorpjes gevolgd door net zo steile zigzagpaadjes weer terug naar boven, de stinkende koeienstallen en de charmante armetierigheid van de Ardense dorpjes. Met name het laatste stuk door het donker was spectaculair. Hobbelige paadjes door donkere kloven, afgewisseld met fel oranje verlichte wegen en donkere bossen, waarboven, toen in het westen de wolken begonnen te breken, plotseling de jonge maansikkel te voorschijn kwam.
Bij terugkomst was het zo'n heksenketel in het Chalet (bier, herrie, warm, stampvol), dat ik snel mijn stamppot met worst heb verorberd en me op de winderige parkeerplaats bij de auto heb omgekleed. Met een warme douche nog in het vooruitzicht heb de drie uur rijden terug naar huis zonder problemen volbracht. En door dat alles ben ik nu toch een beetje trots op de opgedroogde klei die nog steeds aan mijn schoenen zit. Bovendien bleek dat ik toch nog ruim onder de 10 uur was gebleven, met nog 42 finishers na mij.
Naschrift 1: Uit een interview met Bram van Rijswijk (2e plaats in 6.07.45 !!):
"Kun je iets vertellen over de zwaarte van het parcours, de sleutelpassages, de schoonheid van het parcours of heb je hier geen oog voor tijdens de race?
Het is inderdaad een enorm zwaar parcours, ikzelf vind dit parcours zwaarder dan de Swiss Alpine K78 in Davos. Omdat je tijdens Olne Spa Olne continu klimt afdaalt en weer klimt. Je krijgt hierdoor veel sneller verzuurde/stramme benen. Vooral na 40km zitten er een aantal erg steile klimmen en afdalingen in en omdat dan al de vermoeidheid begint te komen wordt dit steeds zwaarder. Het zwaarste stuk in het parcours zit om en nabij de 60km dan krijg je nog een paar enorm steile klimstroken. Wat betreft de schoonheid van het parcours, ik kijk natuurlijk tijdens de race wel om me heen en ik moet bekennen dat waar we lopen het wel een erg mooi stukje Ardennen is."
Naschrift 2: Een tipje van de sluier is opgelicht. De editie van dit jaar blijkt niet alleen 300 phm meer te bevatten dan die van vorig jaar, maar ook nog eens 3,5 km langer te zijn geweest. Mijn gemiddelde snelheid dit jaar is dan zelfs iets hoger uitgevallen dan die van vorig jaar.
Olne-Spa-Olne
27 november 2011
68,5 km 2400 phm
9:53:57
6,92 km/u
VET2: 35 van 43
Overall: 274 van 316
Startnummer: 29
|
|
|
18 november 2011
|
Die schattige Brocken
NOVEMBER IN DUITSLAND: EXTREEM DROOG EN IN DE BERGEN ZEER ZACHT EN RECORDZONNIG
Niet alleen in ons land maar ook bij onze oosterburen verloopt november extreem droog. Tot vandaag is er gemiddeld over Duitsland nog maar 0,4 mm (!!) gevallen. Mocht er gedurende de rest van de maand niet veel veranderen, dan kan het met gemak de droogste november ooit worden. In een reeks vanaf 1881 dateert de droogste november (net als bij ons) uit 1920. Toen viel er gemiddeld 10 mm. Verder is het met name in de bergen UITZONDERLIJK warm en zeer zonnig. Op de Brocken in de Harz bedraagt het ‘voortschrijdend’ maandgemiddelde 7,6º tegen normaal -0,5º. Ruim 8 graden te warm dus. Verder is het nu al de zonnigste november ooit op de Brocken: 132 uren actueel tegen 112 uren in november 1978 (recordhouder af).
(Uit Jan Visser's weerbericht van vandaag.)
|
|
|
15 november 2011
|
Plusje
Het is nu 48 uur na de 97 kilometer van de MCX. Gisteren heb ik een dag 'ziekteverlof' genomen en vandaag ben ik weer aan het werk. Het herstel is echter nog maar net begonnen. Eigenlijk ben ik gewoon nog helemaal brak. De verkrampte kuit veert al weer op, de rug is acceptabel, maar het hoofd lijkt nog wel vol watten te zitten.
En dan denk ik weer, hoe kan dat nou? Hoe kan het menselijk lichaam het volhouden om 11 uur lang, non-stop, zo'n zware inspanning te leveren? Om maar te zwijgen over mensen die dat 24 uur of nog véél langer weten vol te houden.
Ik heb afgelopen zondag weer veel ritmische dieseltjes in trance voorbij zien komen, ronde na ontelbare ronde. De hele ultrawereld lijkt wel een lopende band te zijn die de mensen uiteindelijk in het gunstige geval moet afleveren op de route van Sparta naar Athene. De Spartathlon en daarna het gat, want geen hoger doel. In het ongunstige geval wacht echter de fysieke of mentale uitputting. Wie blijft het langst staande op deze evenwichtsbalk, wie komt het verst? Langer, verder, sneller. Wat een vreemde tredmolen is het toch waarin ook ik zelf met nimmer aflatende devotie mijn rondjes draai. Het hamstertje. Sorry, maar dat was het hardnekkige beeld dat ik zondag 244 keer vernieuwd zag worden en maar niet kwijt kon raken.
Maar ik houd niet van tredmolens. Daarom moest ik steeds maar denken aan het strand, het Kraansvlak en het Halve Bos. Daarom konden die 100 kilometer en die 11 uurslimiet me ook eigenlijk niet zo veel schelen. Daarom kwam ik 3 kilometer of zo te kort. Lopen in vrijheid, niet opgezweept worden en geen competitie. Dat is voor mij de echte Plus. En hopelijk klinkt dit stukje niet rancuneus. Want nogmaals, ik ben trots op iedereen die gisteren op zijn of haar manier de proeve heeft doorstaan.
(Foto's: Copyright Erik van Echten)
|
|
|
13 november 2011
|
MCX Centennial Deventer
En wéér, zoals al vaker dit jaar, bijna honderd kilometer gelopen! Limburgs Zwaarste: 97 kilometer. MCX Centennial in Deventer: 97,6 km. Daarmee schaar ik mij in een groepje van drie lopers die weliswaar de 11 uur, of nog iets langer, zolang de chipmat er nog lag :-), hebben uitgelopen maar nét te kort kwamen. Eén daarvan was een Deen, voor wie het wel erg sneu was. Hij raakte op het laatst geblesseerd en strompelde troosteloos met vrouw en kind aan zijn zijde de laatste rondjes.
Het was een ongelooflijk sterk veld daar op de atletiekbaan van Daventria, met vele doorgewinterde ultralopers en -loopsters. Een internationaal gezelschap door de aanwezigheid van Belgen, (veel) Duitsers en twee Denen. Marc Papanikitas was de glorieuze overwinnaar met een tijd van 7:59 (verbetering parcoursrecord), hoewel hij het zwaar kreeg en ruim onder zijn PR bleef. Het weer was met een lage luchtvochtigheid, een zonnetje en een maximumtemperatuur van 7C ideaal te noemen, hoewel het na zonsondergang, toen er een oostenwind opstak die bij temperaturen die snel richting het vriespunt gingen spookachtige mistflarden over de baan joeg, geen aangenaam verpozen meer was. En dat geld met name voor de volhardende vrijwilligers langs de baan. Petje of, hoor!
Door het gunstige weer waren er relatief weinig uitvallers en werd er weinig gewandeld. Ook zijn er behoorlijk wat PR's gesneuveld zoals dat van Wilma Dierx (9:31:29, wat ook nog eens een parcoursrecord was). Erwin Borrias bleef net onder de 9:30 en mag nu dus fijn de hele JKM gaan lopen. En Arie Fröberg dan: 8:36:34. Ongelooflijk hoe die mensen hun tempo zo lang vast kunnen houden.
Mij is dat niet gelukt. Een (te) snelle start met 11 per uur gemiddeld, daarna afzakkend naar een vrij constant tempo van 10 km/uur en tenslotte richting de 8. Om de 10 rondjes een korte stop. Omdat er een gat in één van mijn sokken gesleten was en er gevaar voor blaarvorming ontstond ben ik nog even aan de kant gaan zitten om sokken te wisselen. Direct kwam Ed van Beek, de trainer van de organiserende (en ook mijn) club Marathon Plus, met de verbale zweep aanlopen omdat hij dacht dat ik er al mee wilde stoppen. Die zweep heb ik later nog vaak moeten voelen.
Na ongeveer 150 rondjes begon het wat lastiger te worden en de pauzes gingen langer en frequenter worden. Daardoor heb ik kostbare tijd verloren. Eerlijk gezegd ontbrak vandaag de sterke drive om die 100 km vol te maken en moest ik steeds maar worstelen met afdwalende gedachten aan van alles en nog wat (werk, gezondheid, de zin van dit alles enzovoorts). Dat is eigenlijk ook wel logisch, want de enige onderbreking van de monotonie is dat je elk uur van looprichting moet veranderen. En de heerlijke kopjes koffie en soep in de tent! Vooral die koffie gaf een enorme boost. Helaas heb ik daar later wel maagklachten aan overgehouden. Om me te motiveren heb ik op een gegeven moment de 100 km als doel maar uit mijn hoofd gezet en een fictief doel van 200 rondjes oftewel 80 km bedacht. Dat zou redelijk gemakkelijk haalbaar zijn en toch iets waar je mee thuis kunt komen, tweehonderd rondjes op het oranjerode tartan.
Maar ik had buiten de waard gerekend. Want bij de chipmat stond Ed en op het balkon van het clubhuis van Daventria stond Erik de Vries. En zij kenden maar één adagio: DOORGAAN! Volgens beide veldheren oogde ik nog fris genoeg. Inmiddels liep ik alweer bijna negen uur (het gemiddelde was dus behoorlijk aan het zakken), dus er stonden me overduidelijk nóg twee uur te wachten. Want de weg naar de kleedkamer was geblokkeerd.
Ik liep tot dan toe samen met Mo Idrissi, die een slechte dag had volgens eigen zeggen (herstellende van een griepje en ademhalingsproblemen). Mo boorde echter nieuwe krachten aan en versnelde. Uiteindelijk finishte hij in 10:51:41, klasse! De looptrance was nu al zo ver gevorderd dat de klok met 30 minuten tegelijk vooruit leek te springen. 220 rondjes, 225. De 90 was binnen! Door de mistflarden was nog nauwelijks te zien hoeveel lopers er nog op de baan waren. Om de zoveel tijd hoorde ik de bel voor de laatste ronde. Alweer een doorzetter die ging finishen! En toen was het zeven uur 's avonds. Het zat er op: 243 rondjes. De mat lag er nog, dus heb ik er nog één wandelend aan toegevoegd. Dat rondje is ook geregisteerd, zodat ik op 97,6 km uit kwam. Officiëel dus 97,2 km. Net als toen in Limburg, maar dat kostte me ruim 15 en een half uur. Een grotere tegenstelling is er niet te bedenken, want in Limburg zaten er 3000 hoogtemeters in. In Deventer lag de zwaarte vooral in de eentonigheid van het parcours.
De kuitkramp die zich in de laatste rondjes begon af te tekenen zette in de kleedkamer flink door en bovendien was ik erg misselijk. Ik heb na het douchen en omkleden bijna een half uur op de grond moeten zitten/liggen, vechtend tegen een opkomende duizeligheid, voordat ik weer durfde op te staan. Het zou niet de eerste keer zijn dat ik na een zware inspanning was flauwgevallen, dus beter safe than sorry. De autorit terug naar huis was eigenlijk onverantwoord; ik moest bijna bij elk tankstation en ook tussendoor op de vluchtstrook, niet ongevaarlijk in de dichte mist, stoppen vanwege de kramp en de misselijkheid. Voortaan toch maar even een onderkomen regelen.
De rug, waar ik nog het meest bang voor was, heeft zich goed gehouden.
Conclusie: het was heftig, de 100 km is niet gehaald en toch ben ik trots op deze prestatie. Misschien wat beter op het voedsel letten vóór en tijdens een wedstrijd. Wat constanter lopen; er zaten een paar pauzes tussen van 7 á 8 minuten, kan toch net het verschil uitgemaakt hebben. En misschien nog wat meer durven af te zien. Niet bang zijn om mezelf op te blazen of om in katzwijm te vallen. Maar ja, die goedbedoelde stemmetjes van al die kennissen en collega's die me voor gek verklaren en vinden dat ik verkeerd, nee, zelfs gevaarlijk bezig ben... Tijdens die 244 rondjes heb ik die zó vaak in mijn oor horen fluisteren...
Voorlopig eerst maar weer eens bijkomen en lekker door de duinen struinen. (Oh ja, oeps... over twee weken staat OSO alweer op me te wachten. Nou, de benodigde kilometers heb ik in elk geval in de benen...).
(Foto's: Copyright Erik van Echten)
MCX Centennial 100km Deventer
13 november 2011
97,6 km
11:04:56
8,81 km/u
Startnummer: 21
Overall: 23/27
MMas: 16/20
Doorkomsten:
Marathon in ca. 4:14
50 km in 5:04:04
6 uur: ca. 58 km
80 km: 8:56:38
Dubbele marathon in ca. 9:28
|
|
|
12 november 2011
|
Rode lantaarn
Na een week van twijfel in verband met rugklachten en een nog steeds wat weerbarstige achilles is het besluit genomen: We gaan naar Deventer!
Op de site van Marathon Plus staat een voorbeschouwing die 'Koffiedik kijken' heet. Een betere beschrijving voor het gevoel waarmee ik morgen aan de start zal staan, is er niet. Er is geen peil op te trekken wat het worden gaat. In diezelfde voorbeschouwing staat een lijstje van de deelnemers, gerangschikt naar hun beste 100 km tijd. In dat lijstje draag ik met mijn 12:48:50 trots de rode lantaarn. Alle anderen die ooit een 100 km gelopen hebben, noteren tijden tussen de 6:53:21 (Mark Papanikitas) en een dikke 11 uur. Die 12:48:50 heb ik in juli 2010 gelopen tijdens de Ulmer Laufnacht. In oktober van datzelfde jaar heb ik 13:04:27 gelopen tijdens de jubileumeditie van de Röntgenlauf in Remscheid. De 100 km van Limburgs Zwaarste kostte me in april van dit jaar maar liefst 15 uur en 37 minuten.
Zinloze onderneming dus om nu 100 km binnen 11 uur te willen lopen? Hoeft niet. Want genoemde lopen ware allemaal zware landschapslopen met veel hoogtemeters. Volgens de stelregel dat 100 hoogtemeters overeenkomen met 1 kilometer extra, waren de afstanden geen 100 km maar respectievelijk 110, 114 en 132 kilometer.
Op 19 juni 2010 heb ik onder omstandigheden die vergelijkbaar zijn met Deventer, namelijk de 12-uursloop in Den Haag, waarvan het parcours voor een aanzienlijk deel op een atletiekbaan ligt, 104 km gelopen. Dat komt overeen met 100 km in 11 uur 32 minuten. Dus, als ik morgen een goede dag heb en als rug en achilles het volhouden, dan is er nog heel wat mogelijk! Als ik morgenavond in de uitslagenlijst sta, dan zal het in elk geval met een vet PR zijn. En anders? Ach, een mooie training voor OSO.
|
|
|
6 november 2011
|
Au, mijn rug!!!
Ben vorige week woensdag flink door mijn rug gegaan. Nee, niet tijdens het lopen maar tijdens het stofzuigen van de trap! Ik heb er nog veel last van, vooral tijdens langdurig staan of zitten. Dat laatste vooral op mijn werk. Wonderlijk genoeg gaat hardlopen prima. Het schijnt zelfs goed te zijn bij lage rugklachten en de genezing te bevorderen. Alleen, aanstaande zondag zou ik minimaal tien uur moeten lopen in Deventer. En of dat gaat lukken is de vraag. Dit weekend heb ik nog twee stevige trailtrainingen gedaan, zaterdag 3 uur en zondag de helft daarvan. Totaal 45 kilometer. Het zorgelijke is dat na zo'n 3 uur lopen de rugpijn ook tijdens het lopen voelbaar wordt.
Ik ga in elk geval wel naar Deventer, maar zal in de loop van deze week de knoop moeten doorhakken of het 100 km blijft (met groot risico van vroegtijdige opgave) of 50 km. Het gaat spannend worden!
|
|
|
1 November 2011
|
Woon-werk
Sinds kort ben ik voor mijn werk (ICT) in mijn woonplaats Haarlem gedetacheerd. Dat is me nog nooit overkomen. Ik was gewend om in Rotterdam of in de regio Utrecht of Amsterdam te werken, wat vanuit mijn woonplaats Haarlem dagelijks twee á drie uur snelweg en files betekende. Daar is nu dus (voorlopig althans) verandering in gekomen. En hoe! Want de kortste afstand tussen werk en huis is nu amper 4 kilometer. Dat heeft ineens nieuwe trainingsperspectieven geopend.
Want nu kan ik met een mooi omweggetje via Spaarndam, Penningsveer of Haarlemmerliede 's ochtends en 's avonds van en naar mijn werk lopen! Zo'n 14 kilometer per dag. Voorlopig nog niet elke dag, eerst maar eens een beetje experimenteren hoe het aanvoelt om dit twee á driemaal per week te doen met dan in het weekend de lange duurlopen. En voor de rest op de fiets, de auto kan thuisblijven.
Op het nieuwe werk is een mooie kleedruimte (eigenlijk bedoeld voor de buitendienst, want het is bij een netwerkbeheerder van een energiemaatschappij) met bergkasten, wastafels en douche. Ik heb een paar schoenen en wat kleding op mijn werk achtergelaten zodat ik niet al te veel in mijn rugzak hoef mee te sjouwen.
's Ochtens de zon zien opkomen en de eerste vogeltjes horen fluiten, 's avonds tegen zonsondergang terug. En over een tijdje helemaal in het donker. En regen en sneeuw?? Mwah!
In de afgelopen maand oktober heb ik, mede door het woon-werk lopen maar vooral door een paar ultra's een nieuw maandrecord van 452 kilometer gevestigd. Zou de 500 nu haalbaar zijn? Voorlopig moet ik echter wat minderen, want zoals gezegd staat er over twee weken een 100km (althans een poging daartoe) op het programma. En twee weken daarna Olne-Spa-Olne.
|
|
|
22 oktober 2011
|
Op weg naar een 100 km?
Ik heb me ingeschreven voor de MCX Centennial 100 km van Marathon Plus op 13 november. Tweehonderdvijftig rondjes op een atletiekbaan. Da's lang, da's veel. En de limiet is met 11 uur best wel scherp. Nou loop ik de laatste tijd aardige 6-uurs en 50 km loopjes. Dat geeft vertrouwen. Als je 62 km in 6 uur kunt lopen dan rest er dus nog 5 uur voor nog 'maar' 38 km. Daarmee lijkt de 100 km in de tas te zitten, maar niets is natuurlijk minder waar. Want bij de start van die 38 km in 5 uur heb je al 62 km in de benen en rond die tijd volgt er meestal een flinke dip, zo ook rond de 80 km.
Dus pakte ik het trainingsschema dat trainer Ed van Beek van Marathon Plus voor de 100 van Winschoten had gemaakt er maar eens bij. En toen liepen mijn schoenen vol lood. Want volgens dit schema had ik vorige week 137 km moeten lopen in 6 dagen, met op zaterdag een duurloop van 60 km, deze week 'slechts'125 km en volgende week 159 km, met op zaterdag 70 km. Aan het eind van het schema staan onder andere de volgende opmerkingen:
1. het schema is gebaseerd op zes trainingen per week
2. om een 100 km ook daadwerkelijk goed te kunnen volbrengen is een minimum van vijf trainingen per week zeer wenselijk.
Ed van Beek is een goede trainer en als hij dit nodig vindt om een 100 km goed te lopen (wat is 'goed'?) dan zal dit ook zeker zo zijn.
Maar dan ga ik dus geen honderd km lopen. Want ik heb er ook nog een gezin bij en een baan en ik vind soms ook andere dingen dan lopen leuk. Nee, als ik zo moet lopen dan vind ik ineens een heleboel dingen leuker dan lopen. Want met zo'n schema is lopen voor mij niet leuk meer.
Toch een beetje in de ban van dit schema, zou ik vandaag van Haarlem naar den Helder gaan lopen, ruim 70 km. Dat heb ik al twee keer eerder gedaan. Maar hoe het kwam weet ik niet, maar ik kon het psychisch niet aan. Voel me al een paar dagen brak en lusteloos. Nergens zin in.
Maar met het mooie weer van vandaag wilde ik toch een stukje lopen. Geen idee waarheen. Op het moment dat ik mijn loopschoenen aan had wist ik het: ik ga een stuk van de Jan Knippenberg Memorial lopen. Vijftig kilometer heb ik gelopen in iets meer dan vijf uur. En het ging perfect, heerlijk, bijkans zwevend over het strand. 'Tis dat ik met mijn zoon had afgesproken dat hij op dat 50 kilometer punt met de auto zou staan om me op te pikken, want ander was ik doorgegaan. Lopen zoals het hoort te zijn. In de geest van Jan, hè. Geen schema's, geen gedoe. Dan is lopen leuk en mooi.
En die 100 km? Ach, weet ik veel...
|
|
|
9 oktober 2011
|
Een groot rondje om de kerk
De Grote of St. Bavokerk vormt het van verre zichtbare middelpunt van Haarlem. Daaromheen kun je een grote cirkel trekken met een omtrek van 50 kilometer. Als je die cirkel hebt afgelegd dan heb je rondom Haarlem gelopen. Zo simpel is dat.
En omdat die cirkel toevallig ook nog eens door een mooi en afwisselend landschap van duinen, bossen, polders en oude dorpjes loopt heeft men deze voorzien van permanente bewijzering en er een toeristische fietsroute van gemaakt. Maar wat je kunt fietsen kun je ook lopen. Dat dachten in 2005 John Collingham, Nico Swanink en Tom Puts ook. En omdat je lopend op plekjes kunt komen die per fiets moeilijk bereikbaar zijn, hebben zij de fietsroute hier en daar aangepast zodat uiteindelijk het parcours van een mooie landschapsloop ontstond.
Maar 50 kilometer mag dan op de fiets goed te doen zijn, om het te lopen is het toch wel een beetje ver. Dus organiseerden zij op dit traject een estafetteloop, die mede door de support van Rob Vreenegoor van Runnersworld Haarlem is uitgegroeid tot een loop waaraan jaarlijks zo'n 25 á 30 teams meedoen.
In 2009 dacht de Haarlemse ultraloper Henk Derks: dat kan ik in mijn eentje ook wel, en dus vroeg en kreeg hij van de organisatie toestemming om het éénmansteam 'Henk' samen te stellen dat de 50 km in nog geen vier uur aflegde.
Dit jaar stonden er ook weer twee sololopers aan de start bij de Tetterodehal in Overveen: Pieter den Edel (alias 'Pietje' van ChatnRun) en ondergetekende (alias 'Randonneur' van ChatnRun) die als geboren Haarlemmer een ultraloop die bijna door zijn achtertuin liep natuurlijk wel op zijn palmares wilde hebben.
Bijna was het toch nog anders gegaan, want op 8 april was de Berg en Dal ultra van Willem Mütze in Nijmegen. Deze had ik op mijn kalender gezet, maar door de gelukkige omstandigheid van de verjaardag van mijn kleinzoon kon ik daar niet heen. Het internet afzoekend naar een alternatief op 9 april zag ik in het forum van Ultraplatform.nl ineens 'Rondom Haarlem' vermeld staan: 'Weliswaar een estafetteloop, maar ook sololopers zijn welkom. Even een mailtje naar de organisatie en het kan geregeld worden. In 2009 liep Henk Derks ook solo'.
Toen schoot mij opeens de brochure te binnen die ik bij Runnersworld Haarlem had zien liggen toen ik daar een nieuw paar schoenen op kwam halen. Meteen de site opgezocht en naar het daar vermelde adres gemaild. Van Tom Puts kreeg ik al snel antwoord dat ik welkom was en dat ze het leuk zouden vinden als ik zou doen. Er waren al twee sololopers ingeschreven (Pieter dus en de IJmuidense 'Iron lady' Paula, die helaas door een blessure verhinderd bleek te zijn).
Nou, ik heb er geen spijt van gehad. Wat een leuk evenement! De weerberichten waren slecht: een regendag. Maar het viel reuze mee. 's Ochtends gewoon droog met zelfs nog een mooi morgenrood (water in de sloot!) en pas vanaf een uur of elf enige motregen bij een wat aantrekkende wind. Koud was het zeker niet, prima loopweer eigenlijk.
De sololopers mochten al om half negen starten; eerst zou ik alleen starten omdat Pieter er nog niet was, maar na een kort oponthoud konden we toch samen op weg. Het was een heuse startceremonie met aftellen, foto's en de luide aankondiging dat de sololopers van start gingen! Ondertussen vulde de sporthal zich met de teamlopers die om negen uur zouden starten.
Langs de beboste duinrand ging het door een mooie omgeving zuidwaarts, via Aerdenhout naar Bennebroek. We passeerden landgoederen als Middenduin, Elswout, Koningshof, Boekenrode en Leyduin. Ik liep samen op met Pieter. Als gevolg van een paar sanitaire stops (de koffie in de sporthal had zich goed laten smaken!) moest ik hem af en toe even laten gaan om hem vervolgens weer in te halen. De vader van Pieter fungeerde als fietsbegeleider. Zelf torste ik een Camelbak met anderhalve liter sportdrank en gelletjes mee. Helemaal self-supporting zoals dat heet. Wel had ik van de aangeboden mogelijkheid gebruik gemaakt om op diverse wisselpunten dropbags met bananen, mandarijnen en extra sportdrank te laten deponeren. Dat werkte prima.
De eerste drie met ballonnen getooide wisselpunten passeerden wij als eerste lopers, maar tussen het derde en het vierde punt werden we langzaam maar onvermijdelijk ingelopen door de estafeteteams en hun begeleiders. Maar daardoor werd het alleen maar gezelliger.
De route week zoals gezegd hier er daar af van de officiële fietsroute. Zo was er op de derde etappe in de buurt van het voormalige seminarie van Hageveld een lus langs het Spaarne gelegd, die ons door een terrein voerde met een aantal onverwachte klimmetjes (Cruquiushaven). Even daarna liepen we een beetje verkeerd, zodat we om op het parcours terug te kunnen komen een stuk door de modder moesten baggeren en over het prikkeldraad moesten klimmen. Vervolgens ging het via een lange, hoge voetgangersbrug over het Spaarne (een ware hindernis voor onze fietsbegeleider die ons ook al door de modder en over het prikkeldraad met fiets en al gevolgd was, omdat hij de aanbevolen fietsroute kennelijk aan zijn laars had gelapt). Na die voetbrug dus ging het weer mis toen we linksaf gingen in plaats van rechtsaf. Toen we de Heemsteedse Dreef zagen wisten we dat we fout zaten, maar toen waren we wel onze begeleider kwijt die nog met zijn fiets op die brug aan het worstelen was... Gelukkig kwam het allemaal weer goed en op het Jaagpad langs het Heemstederkanaal troffen we elkaar weer. Met een wijde bocht om de Molenwijk heen bereikten we de vierde wisselpost bij de Molenplas. Na een lusje om de Poelbroek bij Vijfhuizen ging het verder noordwaarts, waarbij in grote lijnen de Ringvaart van de Haarlemmermeer werd gevolgd tot aan post 5 bij Haarlemmerliede. Nu waren we ruim over de helft en begon het wat steviger door te regenen. Bij deze post heb ik even de tijd genomen om de etenswaren uit mijn dropbag, die mij door Rob Vreenegoor werd overhandigd, te nuttigen. Pieter kreeg het koud en liep door, waarna ik hem en zijn vader op de fiets nog lange tijd in het zicht had maar niet meer inhaalde.
Inmiddels zat ik helemaal aan de staart van het veld, maar ik werd nog steeds luid aangemoedigd door passerende fietsbegeleiders en mensen van de organisatie. Echt leuk om op zo'n manier een ultra te lopen! Het nu volgende deel van de route via Penningsveer en Stompetoren naar Spaarndam kende ik op mijn duimpje omdat ik daar regelmatig train. Ter hoogte van de Hekslootpolder (een lastig pad met modder en oneffen steenslag) was ik nog geen twee kilometer van mijn huis verwijderd! Maar ik had nog ruim 12 kilometer te gaan, en de gemaakte kilometers begonnen nu voelbaar te worden. Als richtpunt nam ik het witte T-shirt van een estafetteloopster die met haar begeleiders ongeveer een kilometer vóór mij liep en langzaam maar zeker dichterbij kwam. Hier had ik het wat moeilijker, want de schuin van links instaande wind was flink toegenomen en joeg vlagen motregen in mijn gezicht.
Via de Slaperdijk bereikten wij Santpoort Zuid. Ook nu weer een mooi maar moeilijk beloopbaar stuk langs de Wüstelaan. Daar haalde ik de estafetteloopster in, vlak voordat we het laatste wisselpunt bij station Santpoort Noord bereikten, het meest noordelijk punt van de route. Maar wie dacht dat het er bijna op zat vergiste zich! Want in de laatste paar kilometers kregen we eerst de Bergweg voor de kiezen en daarna de Hoge Duin en Daalse weg met de beruchte beklimming van het Kopje van Bloemendaal. Hoe vaak ben ik daar niet naar boven gelopen, maar zo zwaar als nu is het nog nooit geweest. Met een gangetje van zo'n 7 km/uur sjokte ik naar boven, waarna er nog een tweede klim volgde voordat de weg eindelijk afdaalde richting de Zeeweg. En toen was ook de finish nabij, waar ik na 5 uur en 7 minuten onder luid gejuich en met applaus werd binnengehaald door de mensen die de kille motregen getrotseerd hebben om op mij, de laatst binnenkomende loper, te wachten. Pieter was een minuutje of vijf eerder binnengekomen, die was op het laatst nog een keer fout gelopen. De ontvangst in de sporthal was zo mogelijk nog enthousiaster. Ik werd omgeroepen en iedereen applaudiseerde en feliciteerde me. Zelden was ik zo trots na het volbrengen van een ultra.
Organisatie en vrijwilligers: hartelijk bedankt, dit was een fantastische ervaring en een loop waar Haarlem trots op mag zijn! Hopelijk volgend jaar weer!
Rondom Haarlem solo
9 oktober 2011
50 km
5:07:52
9,74 km/u
Startnummer: 50.2
Etappe 1 (6,3 km): 36:00 5:43/km
Etappe 2 (4,12 km): 22:50 5:33/km
Etappe 3: (9,77 km): 1:04:50 6:38/km (verkeerd gelopen)
Etappe 4+5 (12,7 km): 1:14:43 5:53/km
Etappe 6 (9,5 km): 57:08 6:01/km
Etappe 7 (7,79 km): 52:21 6:43/km (Bergweg en Kopje)
|
|
|
1 oktober 2011
|
21 seconden maakten het verschil (toch niet, dus)
Het was inderdaad warm in het Amsterdamse Bos op deze eerste oktober. In de zon ruim 25 graden. In het KNMI bastion de Bilt was het de warmste 1 oktober sinds 1908. De stranden waren overvol op deze zomerdag in de herfst. Gelukkig was het grootste deel van het rondje van 1800 meter beschut door bomen, bovendien was het gedurende de eerste uren nog aangenaam koel met wat oplossende grondmist.
Toch was de Sri Chinmoy 6 uurs-loop van 2011 vooral een 6-uurs sloop. Hoge luchtvochtigheid maakte het lopen erg zwaar. Maar het was wel gezellig druk in het bos, zelfs de vele honden hadden meer interesse in een duik in het water van de plas dan in die zwoegende en zwetende ultralopers. Het organiserende Sri Chinmoy marathon team Nederland heeft zich weer bijzonder uitgesloofd met een ware 'veldkeuken' die onder andere bemand werd door Pradeep Hoogakker die in augustus de Self-Transcendence 3100 Mile Race in New York als zevende volbracht heeft in 54 dagen. Het feest werd compleet toen bekend werd dat Nitish Zuidema als vierde Nederlander gefinished was in de Spartathlon. Tsja, daar komen wij dan aan met onze 6 uurtjes...
Maar toch, ieder naar zijn maat. Het was behoorlijk afzien en vooral tussen de 40 en 50 kilometer had ik moeite om de gang er in te houden. Een pijnlijke blaar aan mijn linker voet (gevolg van het trainen zonder sokken in de schoenen) hielp ook niet echt. Op een gegeven moment heb ik, om mijzelf nog een beetje te kunnen motiveren, mijn doel bijgesteld naar 55 kilometer. Alles daarboven zou meegenomen zijn; de 'magische' grens van 60km heb ik uit mijn hoofd gezet. Maar ja, toen ik de 50 km ondanks alles binnen de 5 uur passeerde begon het toch te kriebelen. De klok stond op 5:32 toen ik mijn streefdoel, de 55 km, volbracht. En dan begint het rekenen: 5 kilometer - dat is iets minder dan 3 rondjes - in 28 minuten. Zou het dan toch nog gaan lukken? Bij de finishpassage op 5:51 kreeg ik een vlaggetje met daarop mijn startnummer in de hand gedrukt. Dat moest ik in het gras steken op de plaats waar ik mij bevond als het fluitje van de 6 uur precies zou klinken. De teller stond nu op 58,6 kilometer. Negen minuten voor 1400 meter, moet kunnen! En inderdaad, de gemeten restafstand bleek nét voldoende te zijn: met een laatste krachtsinspanning heb ik in 6 uur een afstand van 60058 meter afgelegd. Achtenvijftig meter, dat is 21 seconden lopen tegen 10km/uur! Eén keer 21 seconden langer bij de verversingspost blijven hangen, en het was niet gelukt!
Het was een gezellige happening met veel mij persoonlijk bekende ultralopers, zoals Els Annegarn, Jean-Pierre van de Rijzen, Willem Mütze, Ann Zonneveld (bedankt voor je steun!), Mo Idrissi, Ferry van der Ent en Selim Ilkin. Selim was aanwezig als toeschouwer; gelukkig gaat het alweer een stuk beter met hem en traint hij alweer tot aan zo'n 40 kilometer. ChatnRunner Henk uit Haarlem imponeerde weer met een derde plaats all round en 75 kilometer. En dat drie weken na zijn al even indrukwekkende 100 km in Winschoten.
Ook leuk was dat ik een aantal van mijn oude clubgenoten van Kombijsport tegenkwam die onder leiding van Els Raap aan het trainen waren. Hun toejuichingen kon ik goed gebruiken. Theo Woldberg, net terug van de Berlijn Marathon die hij zowel op skates als lopend heeft volbracht, heeft zelfs nog een rondje meegelopen en foto's gemaakt!
Naschrift: Nu de uitslagen binnen zijn zie ik dat een aantal lopers waarvan ik (nagenoeg) zeker weet dat ik ze op een ronde achterstand heb gelopen toch in dezelfde ronde als mij vermeld staan. Aangezien het om meerdere lopers gaat begin ik nu toch te twijfelen of er niet een ronde te weinig voor mij geteld is. Ik had zelf al een keer geconstateerd dat er een ronde van mij (448) per ongeluk bij 446 was afgeturfd. Dat is wel weer gecorrigeerd, maar het zou natuurlijk gemakkelijk nog een keer gebeurd kunnen zijn... Maar het maakt niets uit, het doel is bereikt.
Op 5 oktober de volgende mail van de organisatie ontvangen:
Beste André,
Dank voor je email. Waar een loper al niet op let! Fijn dat ook jij genoten hebt afgelopen zaterdag.
Naar aanleiding van je bericht hebben we je telformulier nog eens goed onder de loep genomen, en je hebt helemaal gelijk. De teller heeft inderdaad een ronde niet genoteerd, die we nog moeten toevoegen. Je komt dan uit op 61.736 km, en bent 4e in je leeftijdsgroep en 10e overall. We zullen dit dit in de uitslagenlijst aanpassen. Excuus!
Yepppp!
Self Transcendence 6-uurs loop Amsterdam
1 oktober 2011
61,736 km
6:00
10,29 km/u
M50: 4 van 12
Overall: 10 van 45
Startnummer: 448
Met dank aan Theo Woldberg voor de foto(s)
|
|
|
|
29 september 2011
|
Ron Teunisse
En weer kwam ik tijdens mijn training in de duinen die loper tegen die zo ontzettend veel op Ron Teunisse lijkt. Nu wilde ik het zeker weten, dus ik stopte en sprak hem aan. 'Hoi, wat lijk jij sprekend op Ron Teunisse!'. 'Dat zou best kunnen', was zijn antwoord, 'want ik ben het ook'. Voor mij stond een jeugdig ogende Ron met zijn mooie grijsblonde manen. Helemaal niet degene die je zou verwachten wanneer je zijn pessimistische en soms zwartgallige stukjes op zijn blog leest. Nee, de man met wie ik sprak zag er vrolijk en opgewekt uit.
Ron blijkt vlak bij mij in de buurt, in Haarlem Noord, te wonen dus geen wonder dat ik hem nu al drie keer heb zien lopen. De duinen zijn nog steeds zijn favoriete stek. Door kraakbeenslijtage in zijn knieën kan hij helaas geen lange afstanden meer lopen, maar zijn gang is nog even gemakkelijk en soepel als altijd. Ik was enorm trots zomaar tegenover hem te staan, dit icoon van het Nederlandse ultralopen. Zeker toen hij in mij spontaan een mede-ultraloper meende te herkennen door mijn manier van lopen (en wellicht mijn camelback). Maar het deed Ron ook zichtbaar goed om zomaar door een hem onbekende loper herkend te worden.
Hopelijk blijft Ron nog lang in de omgeving van Haarlem trainen zodat we elkaar vaker zullen tegenkomen (en misschien wel een stukje samen oplopen?).
Voor eind september was was het uitzonderlijk warm vandaag (26C) en misschien heb ik me wel te veel uitgeput met een duurloop van dertig kilometer naar IJmuiden, waar ik bijna drie en een half uur over deed. Want zaterdag is de 6 uur Self Trancendence in het Amsterdamse bos. Hoewel de zomer van 2011 in Nederland uitgesproken koel en nat was lijkt dit na de 60 van Texel, de 50 van Assen en de Monnikentocht de zoveelste warme loop te gaan worden. Ik zal me maar niet te veel illusies maken...
|
|
|
23 september 2011
|
Assisi
Was vorige week op vakantie in Italië, aan de voet van de Monte Subasio, bij Assisi. Een Apennijnse berg van bijna 1300 meter hoog die ik natuurlijk niet kon laten liggen.
Omdat het overdag ruim 30 graden zou worden ben ik 's ochtends vóór zonsopkomst op pad gegaan voor de 10 km lange klim naar de platte, kale top. Mijn route volgde de smalle verharde weg die vanaf Assisi met vele haarspeldbochten langs het klooster van Eremo di Carceri naar boven loopt. Het stijgingspercentage is behoorlijk en toen ik boven de 1000 meter kwam bemerkte ik dat mijn ademhaling moeilijker werd.
Aanvankelijk kom je dan door uitgestrekte loof- en naaldbossen, waar ik een groep koddige kleine gestreepte varkentjes tegenkwam. Toen ik er voorzichtig naar toe liep om ze beter te kunnen zien, klonk er uit het schemerachtige bos een dreigend geknor. Daar stond moeder zwijn met haar omvang van bijna twee meter me dreigend aan te kijken. Ik ben op mijn tenen weggeslopen en durfde pas na een meter of honderd weer hard te gaan lopen... Heb de top overigens heelhuids bereikt en op de terugweg was de zon al op en waren de varkentjes verdwenen.
Een paar dagen later heb ik dezelfde tocht nog een keer gemaakt, echter vanaf de parkeerplaats van Eremo di Carceri, ongeveer halverwege de klim. Toen stond er op de kale top van de berg een stormachtige wind en trokken er regenbuien over die de bergtop aan het zicht onttrokken. Het was amper twaalf graden en de windbreaker die ik bij me had was geen overbodige luxe. In de winter ligt hier sneeuw, nu grazen er paarden, koeien en ezels(!). Tussen de wolkenfladerden door was in de diepte Assisi zichtbaar in het zonovergoten dal.
Wat het lopen betreft zit ik een beetje in een probleemfase door een hardnekkige blessure aan de Achillespees van de linkervoet. Daar had ik al last van voordat ik naar Italië ging. Niet alleen bij het hardlopen in de bergen, maar ook bij het wandelen door de mooie stadjes daar moet er heel wat steil geklommem worden, wat de blessure heeft doen verergeren. Ik probeer het nu met ijs een beetje onder controle te houden, maar verontrustend is het wel.
Link naar de route
|
|
Bergtoppen in de opkomende zon
|
In het dal ligt Assisi
|
|
|
12 september 2011
|
Alleen
21:15, een uur na zonsondergang. Honderd meter vanaf de zuidpier van IJmuiden. West tot Zuidwest 8, uitschieters van 9 Beaufort. Alleen op het donkere strand. Schuimende zee, duistere poelen vollopend met rijzend water. Striemend zand. Bril helemaal beslagen van het zout; pet afgewaaid. De bundel van het hoge licht scheert laag over de duinen door flarden zand, schuim en zout. De wind giert in het want van de bootjes in de marina, achter de pier. Geen vogels, geen mensen. Alleen. De oranje gloed van de Hoogovens. Nu nog een uur terug, tegen de wind. Ik lijk wel gek.

|
|
|
11 september 2011
|
100 x 30
Vandaag heb ik met een duurloopje van 18 kilometer de 3000 kilometer voor dit jaar volgemaakt. Min of meer toevallig ben ik ook vandaag 30 jaar getrouwd. Dertig honderdjes tegenover 30 jaar!
|
|
|
8 september 2011
|
Verkenningen
In rap tempo wordt het donkerder tijdens de trainingsuren. De tijd van de avondloopjes in de Kennemerduinen is weer voorbij. Vandaag zag ik bij de grootgrutter de perpernoten al weer in de schappen liggen. De hoofdlamp en de lange tights zijn na enig rommelen in de kast weer teruggevonden en te voorschijn gehaald.
Elk jaar rond deze tijd begint de zoektocht naar een leuke route voor avondtrainingen in het donker. Een route van zo'n anderhalf uur ofwel 14 á 15 kilometer, bij voorkeur een beetje buiten de stad, niet alleen maar op het asfalt en van huis uit te lopen. En het liefst in een veilige omgeving.
Vorige winterseizoen had ik een leuke route rond Spaarndam en Spaarnwoude; ook het fietspad langs de Zeeweg naar Bloemendaal aan Zee was een optie, beloond met een klein stukje duin en strand aan het eind. Ook dit winterseizoen zal ik zeker weer de polder ingaan, maar voor de Zeeweg heb ik een leuk alternatief gevonden. Er moet wel eventjes in de auto gestapt worden, maar vooruit.
Met de auto dus naar de parkeerplaats van zwembad de Heerenduinen in IJmuiden. Dan lopend langs de Heerenduinweg naar de strandopgang bij IJmuiderslag. Vervolgens over het strand naar de lichtopstand van de Zuidpier. Terug langs dezelfde weg of via de marina, met een rondje om het Kennemermeer.
Deze trainingsroute wordt beloond met spectaculaire uitzichten op de monding van het Noordzeekanaal, de pieren, de lichten van de Hoogovens en de vissershaven van IJmuiden met de daarboven zwaaiende lichtbundels van de vuurtoren. Het strand is breed en goed beloopbaar. Langs de Heerenduinweg loopt een smal gravelpad over de rand van het duingebied met leuke klimmetjes en een wisselende ondergrond. Er is ook nog een optie om (bij rustig weer) een stukje de pier op te gaan, waar de zeehengelaars zitten met hun kleine lampjes. Daar kun je in het aardedonker de koopvaardijschepen richting de Hoogovens en Amsterdam zien in- en uitvaren. Erg mooi en boeiend. De autorit duurt een klein kwartiertje, dus dat is te doen. Een ander verhaal zal het wel worden als het in de herfst stormt en regent. Of ik dan nog de guts heb om dit parcours te lopen...
De afstand heen en terug is 13,5 km; met een stukje pier erbij of met een rondje om het Kennemermeer zal het ruim 14 km worden. Een andere, nog openstaande optie is om van Bloemendaal aan Zee naar de pier van IJmuiden v.v. te lopen over het strand, ongeveer 12 km. Alleen is het tot eind oktober nog betaald parkeren aan de boulevard van Bloemendaal.
Link naar de route
|
|
|
3 september 2011
|
Stomen langs de Ruiten Aa
De Monnikentocht is een prachtige landschapsloop langs de oostgrens van Groningen. Hoewel er ook verharde wegen in het parcours zitten, lijkt de organisatie alle moeite hebben gedaan om zoveel mogelijk van natuurpaden gebruik te maken. En met succes. Zandpaden, bospaden en grassige bermen in het dal van de Ruiten Aa en langs het Ruiten Aa kanaal zijn karakteristiek voor deze tocht van Ter Apel naar Bourtange met een grote lus om het dorp Vlagtwedde.
Er waren dit jaar veel deelnemers op de 33km en op de wandelafstanden. Aan de 50 km (eigenlijk 50,7 km in verband met een verplaatsting van de startlocatie) deden maar 19 lopers mee (17M en 2V). Vermoedelijk kwam dat omdat de Monnikentocht dit jaar maar één week voor Winschoten valt. Als training voor Winschoten, waarvoor de tocht oorspronkelijk bedoeld was, dus te laat. Voor mij geen probleem, want ik loop niet in Winschoten. Alle gestarte ultralopers zijn gefinished; de tijden lagen tussen de 4:39 en 6:01. Geen spraakmakende tijden, maar deze loop is niet bedoeld als wedstrijd.
De voornaamste reden dat iedereen het rustig aan moest doen was echter de warmte. We hebben een slechte zomer achter de rug met veel regen en koele dagen. Uitgerekend tijdens deze Monnikentocht was het volop zonnig en broeierig warm, met temperaturen die in de middag opliepen tot 28 graden. Grote delen van het parcours lagen gelukkig in de schaduw van bos en bomenhagen, maar de grote lus rondom Vlagtwedde die de 50 km lopers moesten maken kende veel onbeschutte stukken. Met het windje mee werd op het asfalt hier en daar de 30 graden gemakkelijk gehaald. Door de hoge luchtvochtigheid was het voor het gevoel nóg warmer en was het moeilijk om voldoende zuurstof te vinden. Veel lopers maar ook wandelaars kwamen daardoor in de moeilijkheden, en in de laatste 10 kilometer moest menigeen het hardlopen afwisselen met stukjes wandelen. Twee personen hadden aandacht van de EHBO nodig.
Op het lange stuk van Veelerveen langs het kanaal naar Bourtange kreeg ik het ook af en toe te kwaad. Ik had echter vernomen dat ChatnRun 'Boco' Bertus van Elburg zo'n tien minuten voor mij liep. Omdat ik graag samen met hem wilde finishen gaf die wetenschap mij de benodigde impuls om de looppas er in te houden. En inderdaad, vlak voor het 45 km punt haalde ik Bertus in. Elkaar morele steun verlenend slaagden we er in om in 5:25 onder het spandoek op het plein van Vesting Bourtange te passeren. Altijd een mooie ervaring, die laatste ophaalbrug over en dan finishen op het middeleeuwse plein. Alsof je persoonlijk na een lange veldtocht een burcht veroverd hebt. De laatste paar kilometers, waarin de Vesting gerond moest worden, waren snikheet en benauwd. Bertus was misselijk geworden en zat tegen kramp aan, maar hij heeft het volgehouden.
Twee weken geleden liep ik de 50 van Assen nog in 4:34, een enorm verschil dus. Maar ik weet dat ik niet goed presteer bij warmte en ook de bijna 2 kilo van de goed gevulde Camelbak moest ik nog meetorsen. Toch was en is de voldoening groot. De volgende dag heb ik nog een duurloop van twintig km in de Kennemerduinen gedaan en er was niets te merken van de nasleep van deze zware editie van de Monnikentocht.
Ja, het bevalt wel, die 'kortere' ultra's.
Monnikentocht
3 september 2011
50,7 km
5:25
9,36 km/u
Overall 11 van 19
Startnummer 513
|
|
Meer verslagen...
|