De marathon is soms een feest en soms een beest. Net als je denkt hem getemd te hebben keert hij zich om en valt hij je onverhoeds aan. Vandaag was het een dubbel jubileum: de 40e marathon in Enschede (oudste van Nederland geloof ik) en mijn 20e. Maar dit feestje werd een ware uitputtingsslag. Het had weinig gescheeld of het was bij de 19e gebleven. De problemen begonnen net als vorig jaar op het zonovergoten, saaie gedeelte richting het keerpunt op de 35 km. Vanaf Lonneker, waar je nog een paar stukken hebt waar het licht omhoog loopt, hadden we al zo'n 10 km de wind tegengehad en op de Broekheurne Ring werd die afgelost door de felle zon. Een kilometers lange rechte weg tussen de flats, heet asfalt en geen enkele beschutting. Aan de andere kant van de middenberm zie je de lopers gaan die het keerpunt al gepasseerd zijn. Als je je al niet zo sterk voelt, dan werkt het gevoel van achterstand dat die aanblik oproept extra demotiverend. Rond de 36 km heb ik serieus overwogen om het bijltje er maar bij neer te gooien. De warmte (23C) had een te zware tol van me geëist. Drinken hielp niet meer en eten lukte al helemaal niet en ik moest steeds maar weer stoppen. Het zag er wanhopig voor me uit, maar ik heb me voortgesleept naar de finish. Na dat keerpunt moet je weer 4 km terug langs dezelfde route, het was een hel. Toen ik het keerpunt gepasseerd was zag ik links van me eerst de 4:15 haas richting keerpunt lopen, daarna de 4:30 haas en tenslotte… daar kwam de bezemwagen al aan! Weliswaar zat die nog zo’n 7 km achter me, maar het was toch voor het eerst dat ik een échte bezemwagen zag rijden. Het (gesmolten) lood liep me in de schoenen waardoor ik nog langzamer vooruit kwam. Eindelijk, op km 40, ging de spirit weer wat omhoog. Weg met die saaie Varviksingel, lekker het centrum in, veel publiek, een hoop afleiding. Ik kón nog onder de 4 uur finishen, een hoop die ik eigenlijk al opgegeven had. Het enige wat nodig was: blijven lopen. Het is nipt gelukt, mijn op één na langzaamste marathon. In de kleedkamer (parkeergarage onder het van Heekplein) zakte ik helemaal in elkaar en moest ik van een bezorgde fysiotherapeut een kwartier op een massagebed blijven liggen. Ik mocht er pas af nadat een arts mijn temperatuur en bloeddruk had gemeten. Enschede, wat doe je toch altijd met mij?
Nu is het tijd om maar eens even wat rust te nemen want de reserves zijn blijkbaar op. Enschede zat wel erg dicht op Rotterdam en Rotterdam wel erg dicht op Keulen en Keulen wel erg dicht op… Nou laat maar. Ook de knie is een beetje op wat ik moest met een bandage om mijn rechterknie lopen ivm met een blessure aan de ‘ganzenvoet’ pees. Het steunverband hielp goed, want ik heb tijdens het lopen geen last gehad. En de kinderen aan de kant maar wijzen: kijk eens mam, die is gewond!
Maar toch… het was weer super gezellig langs de route, in Enschede, Gronau en Lonneker. Vooral de lus door Gronau is canaval op zijn Duits! Door het mooie weer had vrijwel iedereen er een tuinfeest van gemaakt, leek het. Dus: ik ben toch weer blij met deze marathon. Aan het afgezien heeft de marathon tenslotte zijn reputatie te danken, niet aan het feit dat ie altijd zo makkelijk te lopen is. Wat mij betreft: volgend jaar revanche in Enschede! (3:58:42 M50 28/40).
Zondag 20 april 2008
Knietje
(Lichte) blessure van de rechterknie, plaats is wat moeilijk te localiseren. Begon aan de achterzijde links en zit nu ook aan de voorzijde linksboven. Doe het rustig aan en ben aan het icen. Korte rustige duurloopjes met een tussenliggende rustdag (gisteren 50 minuten) zijn wel te doen. Daar zal je het hebben, denkt een ieder natuurlijk. Overbelasting door te veel marathons in successie. Zou kunnen, is zelfs een waarschijnlijkheid. Het is er in geschoten toen ik dinsdag na de marathon van Rotterdam op de club aan loopscholing deed. Dat doe ik dus voortaan niet meer in de eerste week na een marathon. Uitgaande van de symptomen ben ik toch wel gerust op een voorspoedig herstel, mits ik er de komende week ondanks de prikkel van het beter wordende weer in slaag om de training tot 30% te reduceren.
Woensdag 16 april 2008
Tien in een jaar!
Toen ik Rotterdam aan de lijst toevoegde kwam ik er achter dat ik binnen het tijdsverloop van één jaar (Enschede, 22 april 2007 t/m Rotterdam, 13 april 2008) tien marathons heb gelopen! Dat vind ik toch wel een vermelding waard. Het doel dat ik had gesteld voor heel 2008 heb ik dus eigenlijk al bereikt.
Nu ben ik een beetje aan het herstellen, wat hard nodig is. Met name de rechterknie is een beetje gevoelig en gisteren hield ik het na drie kilometer uitlopen op de baan wel voor gezien. Het wordt tijd voor een wat langere rustperiode, maar voor het zo ver is staat in elk geval Enschede (jubileum van de 40e marathon daar) nog op het programma. Ik heb me daarvoor wel ingeschreven, maar ik ga daar alleen van start als ik helemaal hersteld ben. En zelfs dan is het nog een hele stap, want dan zou ik drie marathons achter elkaar gelopen hebben met intervallen van slechts twee weken. En dat klinkt niet echt gezond meer, want van een volledig herstel kan zo natuurlijk geen sprake zijn. Van half juni tot half augustus geldt in elk geval een embargo op marathons of andere lange-afstand ambities. Moe worden is tot daar aan toe, maar van verslijten mag geen sprake zijn. Ik zie de tijden trouwens al langzaam oplopen tot in de buurt van de 3:45 en daar ligt voor mij toch zo ongeveer de grens.
Naast fysieke vermoeidheid hebben al die marathons achter elkaar een heerlijk bruisend gevoel van 'transcendentie' opgeleverd dat is ontstaan doordat de geest het lichaam tot in elke vezel doordrongen heeft. Want dat is volgens mij het principe waaraan het lichaam de kracht ontleent om het gedurende zulke lange en zware duurprestaties vol te houden. Voeding en rust vooraf zijn belangrijk, maar de 'motorolie' die er voor moet zorgen dat alles zo soepel blijft functioneren is toch de geestkracht die zich gedurende de inspanning intensief met het lichaam verbindt. Zou dat wellicht de 'kick' zijn waarom we het zo graag willen blijven doen, dat marathonlopen?
Zondag 13 april 2008
Pittig Rotterdam
Nou, het was best wel weer pittig. Grote stadsmarathons zijn toch een categorie op zich. Althans, ik ervaar ze altijd als zwaarder dan een marathon in het vrije veld of bos. De hectiek en herrie die overal om je heen is, de lopers die afhankelijk van hun tempo je proberen voorbij te steken of juist voor de voeten lopen, de drukte en het geduw bij de verversingsposten – het maakt het tot een circus. De één geeft het een kick, de ander vindt het maar niks. Als ik nu zeg dat het Kralingse bos een verademing voor me was, dan mag wel duidelijk zijn bij welke groep men mij mag indelen.
De Königsforst marathon van twee(!) weken geleden had ik toch nog behoorlijk in de benen. Niet dat ik last had van stijve spieren of blessureverschijnselen - in dat geval zou ik niet eens in Rotterdam gestart zijn - , ook niet van een gevoel van vermoeidheid, maar eerder van een soort traagheid om op gang te komen. Nou was het gedurende de eerste 20 km door de drukte sowieso heel moeilijk om het gewenste tempo aan te houden. Met name bij de drankposten heb ik door het gedrang veel tijd verloren. Later in de wedstrijd kwam ik er achter dat het verstandiger was om bij elke post tot de laatste kramen door te lopen, daar was het veel minder druk. Die posten waren elk bijna 100 meter lang, met in het begin een hele rij kramen met water en daarna nog eens een aantal met Extran. Het water werd geserveerd in bekers met een soort tuitje, het 'Smart Drinking System', de Extran zat echter in gewone bekertjes. Fruit wordt er in Rotterdam nooit geserveerd, daar ben ik de afgelopen twee keer letterlijk op stukgelopen. Daarom had ik nu twee bananen in stukjes gesneden die ik in de tasjes en ritsen van mijn fleshouder (zonder flesjes) had gestopt. Dat werkte goed; vanaf 20 km had ik zo elke 5 km het onontbeerlijke stukje banaan. Bovendien werden er mij door een vriendelijke supporter spontaan nóg een banaan aangereikt.
Na een bewust ingetogen eerste helft (1:54) ben ik wat gaan versnellen, maar merkte al snel dat onder de 5 min/km blijven er echt niet inzat. De kilometer bleef steken bij ongeveer 5:15. Dat resulteerde in een tweede helft die weliswaar 5 min sneller was dan de eerste, maar niet meer voldoende om onder de 3:40 uit te komen. Het werd 3:43:09 (netto, eigen meting). OK gezien de omstandigheden. Er stond hier en daar best nog wat wind (Ersusmusbrug op de terugweg!) en de gevoelstemperatuur wisselde heel sterk afhankelijk van zon/schaduw en wind mee/tegen.
Het parcours liep in Zuid en in Kralingen andersom dan de vorige keren dat ik hier liep, dit beviel eigenlijk wel goed. Alleen de combinatie van 2e keer Erasmusbrug en vlak daarna een viaduct met een lastig stuk omhoog viel tegen. Leuk dat ik op de finish een persoonlijke handdruk kreeg van burgemeetser Ivo van Opstelten.
Resumerend een tevreden gevoel over deze derde (en voor mij snelste) Rotterdam marathon.
M50 251/786
Vlak gelopen met een lichte versnelling in de tweede helft