Zaterdag 24 april 2010

Done and Dusted! De 50e ultra/marathon is een feit.

Onthaal door Scottish piper
De Highland Fling is een ultraloop van 53 EM (85 km) langs het zuidelijk deel van de West Highland Way van Milngavie naar Tyndrum. De West Highland Way is een in 1980 geopende, geheel gemarkeerde, lange afstands wandelroute tot aan de voet van de Ben Nevis. Ongeveer de helft van de West Highland Way loopt over oude veedrijverroutes, oude militaire wegen en oude koetswegen, dit zijn meestal goed onderhouden paden. De andere helft bestaat uit drooggevallen bergbeken en rivieren. Deze 'paden' worden gekenmerkt door een mengsel van kiezels, stenen en rotsen waarover de wandelaars zich een weg omhoog of omlaag moeten banen. Met name langs Loch Lomond maakt deze ondergrond de tocht extra zwaar. Met ongeveer 1000 hoogtemeters is het zeker geen vlak traject, waarbij de beklimming van Conic Hill na zo'n 15 km het zwaarst is. Met een kleine 400 individuele lopers en nog een aantal relay teams is de Fling een van de grotere ultra evenementen in Schotland.

De start was bij het spoorwegstation van Milngavie, iets ten noorden van Glasgow. Uitstekend te bereiken met het openbaar vervoer. Vliegen naar Edinburgh (hoewel het door de IJslandse aswolk maar weinig gescheeld had of er was helemaal geen vlucht geweest), trein naar Glasgow Central, dan boemeltje naar Milngavie. Om 8 uur vertrokken van Schiphol, om 15 uur ter plekke, prima dus. Bovendien was er (mits tijdig gereserveerd), logement beschikbaar in de Premier Inn op 10 minuten lopen van de start.
In datzelfde hotel ontmoette ik ultraloper Paul Kamphuis, de enige andere deelnemer uit Nederland. Uit België deden Dirk Verbiest en Wouter Hamelinck mee. De laatste wist op een 7e plaats te eindigen in 09:02:03 . Dat was voor mij niet weggelegd, maar ik was toch heel gelukkig met mijn 191e plaats in 12:30:39. Want het was zwaar, heel zwaar. De onverwachte warmte gedurende de middag zal ook wel een duit in het zakje hebben gedaan. De limiet was gelukkig best ruim: van 13 uur voor de 'jonkies' tot 15 uur voor de 'super vets'. Van de 343 ingeschreven lopers zijn er 305 gestart, waarvan er 271 gefinished zijn. Volgend de organisatie is dat een Engels deelnemersrecord voor een Ultra race.
Iedereen moest zorg dragen voor zijn eigen bevoorrading in de vorm van 'drop bags' die op bepaalde punten langs de route gedeponeerd zouden worden. De organisatie zorgde alleen voor water. De afstand tussen deze punten was ongeveer 7 mijl, alleen de eerste en laatste etappe waren langer: 19 respectievelijk 13 mijl. Een camelbackje met wat extra vocht en proviand was dus echt wel nodig. Er was wat consternatie toen niet alle auto's waarbij de dropbags voor de start moesten worden ingeleverd aanwezig bleken te zijn. Een kwartier voor de start was dat dan toch nog geregeld.

Start in MilngavieDe start van de Male Super Vets (58 lopers) en de Females (70 loopsters) was om 0600. Na een korte briefing moest iedereen zich onder een viaduct opstellen. Nogal komisch waren de meisjes die met tussenafstanden van zo'n 20 meter (!) bordjes omhoog hielden met daarop de teksten 'Sub 13 hours', 'Sub 12 hours' en 'Sub 11 hours'. De snelle lopers vooraan, zal de gedachte geweest zijn. Maar wat een onzin als je bedenkt hoe het veld zich zal verspreiden in de loop van die 85 km! Hoewel… Na 300 meter was er een eerste klimmetje en toen begon een grote groep al meteen te wandelen wat een behoorlijke file veroorzaakte. De eerste etappe van bijna 32 km voerde ons naar de oevers van Loch Lomond. Dit meer is ongeveer 37 km lang en tot 8 km breed en is daarmee qua oppervlakte het grootste meer van Schotland. De eerste 20 km gingen door mistig laagland met schapenweiden, geflankeerd door heuvels. De belangrijkste hindernis werd gevormd door de talloze klaphekjes die je moest passeren. Deze hadden verschillende mechanismen voor openen en sluiten, zodat het een studie op zichzelf was om daar een beetje efficiënt langs te komen. Voordat we bij het meer konden komen moesten we eerst over de top van Conic Hill. Met zijn hoogte van 361 meter een hele lastige pukkel. Vooral de steile afdaling naar het meer, dat vrijwel op zeeniveau ligt, over een met rotsblokken bezaaid modderig pad was heftig. Verbazingwekkend met welk een lef sommigen hierlangs naar beneden snelden. Het uitzicht, tussen de optrekkende mistflarden door, over Loch Lomond met zijn talloze eilandjes was echter fenomenaal. De afdaling eindigde in Balmaha, waar de eerste drop bags pick up was. Bij elk van die plaatsten stond er iemand op de uitkijk die het startnummer van de naderende lopers doorschreeuwde zodat iemand anders alvast je tas kon opzoeken en voor je kon klaarhouden zodra je daar arriveerde. Ook hier weer de 'race mentaliteit' van 'geen tijd te verliezen'.

Pad naar Conic Hill Vanaf dit punt beginnen geologisch gezien de Highlands. De route vervolgde naar Rowardennan (27 mijl). Dit was een prachtig stuk door het Ben Lomond National Park waar de hoogste toppen nog met sneeuw bedekt waren. Langs de oevers van Loch Lomond ging het verder naar Inversnaid (34) en Bein Glas Farm (41 mijl), beide niet meer dan een hotel en wat huisjes aan een baai. Hoewel het idyllisch begon bleek dit later het lastigste stuk van de route te zijn. Het is een slecht onderhouden pad langs hellingen die voornamelijk bestaan uit trappen en treden over grotere en kleinere, door talloze watervalletjes overstroomde en dus soms gevaarlijk gladde rotsblokken langs de steil in het meer afdalende flanken van de Ben Lomond. Bij nat weer is het modderig en het is er erg afgelegen. De verraderlijke boomwortels doen er nog een schepje bovenop, zodat elke stap opperste concentratie vergt. Wel heb je hier mooie vergezichten op de bergen langs de westoever. Ik ben geen held dus liet ik de snelle durfallen maar passeren terwijl ik op mijn achterwerk voorzichtig omlaag schoof. En er maar niet aan denken wat er zou gebeuren als je een misstap maakte en een paar rotsblokken omlaag zou vallen… Snelle hulp hoef je in deze wildernis niet te verwachten.
Bij Bein Glas Farm (65 km) waren we eindelijk verlost van deze paden en lieten we Loch Lomond achter ons. Helaas was toen bij mij het beste er wel van af. De temperatuur was flink opgelopen (zon en 18C tegen 6C en motregen bij de start) en de laatste 20 km gingen over onbeschutte paden door het hoogland. Hier heb ik hele stukken moeten wandelen, alleen de afdalingen kon ik nog in een houterige looppas doen. Maar met stevig doorstappen maak je ook nog ruim 6 km/uur. Ook hier weer mooie uitzichten op de sneeuwbedekte 'munros' zoals de Crianlarich met de Ben More (1174m).

Ben More


Na me nog dwars door een kudde koeien die het pad blokkeerde gewurmd te hebben (schoenen vol drek) voelde ik me voldoende hersteld om weer hardlooppasjes te gaan doen. De aanblik van de Ben Lui (1130m) kondigde de naderende finish al aan. Ik was zo moe dat ik over bijna elk rotsblok struikelde. 'Niet vallen, niet vallen', riep ik mezelf toe. De verrassing werd gevormd door een eenzame doedelzakspeler in kilt die vanaf een heuvel honderd meter voor de finish iedere loper verwelkomde met een hoog piepend deuntje. Door die verrassing lette ik echter even niet op en het onvermijdelijke gebeurde dan toch nog: ik ging languit tegen de vlakte terwijl de Schot stoïcijns doorspeelde. Ik stond echter snel weer op en tot grote hilariteit van de omstanders die eerst nogal geschrokken waren haalde ik mijn camera te voorschijn om een foto van het finishdoek te maken. Daar kwam ik verschillende lopers tegen met bebloede ellebogen en knieën, dus blijkbaar was ik niet de enige die de Schotse bodem gekust had. De warme 'stove' (een soort ragout) na de finish smaakte uitstekend. Het koude biertje dat werd uitgereikt heb ik na mijn ervaring bij 'Limburgs zwaarste' echter maar laten staan. En de fles mousserende witte wijn met het speciale label 'Montane 53 mile Ultra Race: Done & Dusted' heb ik mee naar huis genomen. De volgende ochtend bij het ontbijt heb ik samen met Paul alles nog eens de revue laten passeren en daarbij weer veel geleerd van de ervaring en filosofie van deze Spartathlon en UMTB finisher.
Finish in Tyndrum


53 EM (85 km)
ca. 2400 hoogtemeters
12:30:39
6,79 km/u
191 van 271 finishers
Male Super Vets 38 van 57 finishers
Startnummer 202

 

Woensdag 13 april 2010

Upgrade-PR op de 5000m baan!

Nou ja, dat is toch niet te geloven? 'Voor de lol', zonder enige verwachtingen, heb ik meegedaan aan de onderlinge 5000m baanwedstrijd van mijn AV Kombijsport . Anderhalve week na de JKM en zonder enige noemenswaardige snelheidstraining had ik verwacht er zo'n 23 minuten over te doen. Ik ging heel relaxed en rustig van start, liet me naar de achterkant van het lopersveld afzakken en probeerde er van te genieten. Maar elke ronde ging het sneller. De een na de ander haalde ik in en toen was de beer los. Ik kreeg d'r zin an!!! Door elke ronde een beetje te versnellen kwam ik in 21:00 over de finish. 14,3 km/uur gemiddeld! Dat ik dat nog in me heb! Als ik niet zo langzaam van start was gegaan had het nog wel ruim 10 seconden sneller gekund. Het mooiste is echter dat mij WAVA upgrade tijd (gecorrigeerd naar een leeftijd onder de 30 jaar) 17:51 bedraagt en dat is een PR!!! Leuk voor de statistieken en een bevestiging van mijn vorm, maar dat gaat nog niet betekenen dat ik vanaf nu weer op snelheid ga trainen. Nee, het accent blijft liggen op de LSD en de fartlektrainingen in de Kennemerduinen.
Maar ik ga ook weer af een toe baanwedstrijdjes doen!


Zaterdag 3 april 2010

Vleugels op het strand

80,5 km in 8:05. Wat een mooi verjaardagscadeau!

Foto Bas Beentjes Op zaterdag voor Pasen heb ik de halve Jan Knippenberg Memorial gelopen. Deze langste strandloop ter wereld wordt eens in de twee jaar gehouden ter herdenking van een van de pioniers van het ultralopen in Nederland, Jan Knippenberg.

De hele editie is 161 km (100 EM) van Vlaardingen naar Den Helder. 19 lopers, die zich eerst hebben moeten kwalificeren door een 100 km binnen een bepaalde tijd te lopen (ik dacht 9:30) , zijn daar vrijdagavond om 2200 gestart. 11 van hen hebben de finish gehaald in tijden die liggen tussen de 15 en 17 uur. De halve JKM (80,5 km) startte zaterdagochtend om 9:30 in IJmuiden en finishte ook in Den Helder. Hier gingen 46 deelnemers van start, waarvan er 30 op tijd gefinished zijn.

De JKM is geen landschapsloop maar een echte ultra wedstrijd. De limiet voor de hele is gesteld op 20 uur en voor de halve op 9:30.

Het was een enorme belevenis, mede door de uitstraling van de 100 EM die natuurlijk de nodige aandacht trok. Het startschot voor de halve JKM werd gegeven door Ron Teunisse, vriend en loopmaat van Jan Knippenberg. De logistieke organisatie en de begeleiding waren in handen van de Koninklijke Marine en die hebben dat met militair vakmanschap uitgevoerd. De posten onderweg, de mobiele ondersteuning (rupsvoertuigen op het strand), de coördinatie en de verzorging bij de aankomst op Fort Erfprins, allemaal dik in orde. Vooral de aankomst was indrukwekkend: via een haag van mariniers naar het monument op Fort Erfprins bij Huisduinen, waar we een medaille kregen omgehangen door de weduwe van Jan Knippenberg en een persoonlijke handdruk van de commandant. Dat doet je toch wel wat. Iedere finisher kreeg een marinier toegewezen als persoonlijke begeleider die je een deken omhing, je tas droeg en naar de kleedkamers begeleidde.

De zwaarte van deze loop zat hem niet in het terrein. Wind mee en een mooi vlak strand; goede temperatuur en een spatje regen.

Nee, het was vooral psychisch zwaar. Op de eerste 18 km na, waarbij we een ronde via de sluizen van IJmuiden, Velsen Noord en Wijk aan Zee moesten lopen om het Corus terrein te omzeilen was het één lange rechte lijn. Links de zee, rechts de duinenrij met af en toe in aanbouw zijnde strandpaviljoens. Je kon niet naar links noch naar rechts, alsof je door een eindeloze tunnel liep. Een bijna claustrofobische en ook bijzonder eenzame ervaring. Gedurende de nacht heeft dat op de 100 EM tot bijna mystieke taferelen geleid, waarbij goed getrainde en gerenommeerde ultralopers het behoorlijk te kwaad kregen (lees bijvoorbeeld het verslag van Henk Geilen van zijn eerste DNF ooit. En wat te denken van Arie Froberg die als training in zijn eentje 70 km door de winternacht gelopen heeft.

In de verte doemt een vuurtoren of een gebouw op en dan denk je, ha, daar is Schoorl, of Egmond, of Petten, of Callantsoog al. Maar hoe je ook je best doet, het lijkt maar niet dichterbij te komen. Alsof het allemaal voor je uit snelt. De Lange Jaap (vuurtoren bij Huisduinen, waar ongeveer de finish was), kon je al op ruim 20 km afstand zien. Dan is het dus nog 2 uur lopen voor je daar bent. In de loop van de dag werd het drukker op het strand. Maar er is een barriere tussen jou als loper en die mensen. Er is geen uitwisseling, geen contact. Als een geest ga je in een andere dimensie tussen hen door. Soms twijfel je er aan of het hondenuitlatende publiek en de gezinnetjes met balletjetrappende kinderen je wel zien. Een wat oudere vrouw stapte bij de post in Egmond op een van de mariniers af met de vraag 'wat gebeurt hier?' Netjes antwoorde de militair die in camouflagepak bij de legerjeep met proviand stond: 'We ondersteunen ultralopers die van Vlaardingen naar - en hij wees in de verte waar het strand in een mist van motregen verdween - naar Den Helder, zo'n 160 kilometer'. 'O', zei die mevrouw, 'dat is wel vér zeg!' en zette haar wandeling voort. Een kloof tussen jou en al die mensen. Alleen de natuur, de zee, de duinen, de meeuwen en de wolken, die begrijpen je wel.

De Hondsbossche en Pettermer Zeewering bij Petten (zie foto) vormde een 6 km lange kunstmatige onderbreking van het strand. Tussen 60 en 70 km ging het wat moeilijker. Gelukkig kwam ik daar ultraloper Cor Butter (Grand Raid Reunion 2005 in 53 uur) tegen, die een stukje met me opliep. Hij wist me weer op gang te krijgen. Het laatste stuk vóór de bocht naar rechts bij Huisduinen was erg zwaar. Zandribbels met daartussen diepe plassen met zout water.
Eindelijk liep het strand ten einde en ging over in een geasfalteerde dijk, die echter schuin afliep, wat de loopbeweging erg hinderde.Toen we de ingang van Fort Erfprins passeerden mochten we niet rechtsaf de poort in, maar moesten we nog 3 km over de dijk doorlopen richting TESO. Daar was een keerpunt en toen nog 3 km terug met wind tegen naar de finish. Ook dat was mentaal zwaar.
Maar zoals gezegd maakte de entourage van finishlocatie alles weer goed en is het een mooie gedachte om in de herinnering aan Jan Knippenberg gelopen te hebben.

Gelukkig herstelde ik snel en deden de problemen die na Limburgs Zwaarste roet in het eten strooiden zich niet voor. Wel een paar blaren door zeewater in mijn schoenen.

8:05:31
13e van 30 finishers
9,94 km/uur