Ik zou zweren dat ik vandaag in Haarlem Ron Teunisse heb zien lopen. De lange blonde manen, de karakteristieke houding. Maar vooral: het weer. De hele dag heeft het onafgebroken geregend bij een ijskoude, harde Noordwestenwind. Hoewel hij een weerbarstige knie heeft zou dit toch het weertje moeten zijn dat hem naar buiten kan trekken. De duinen in.
Toen ik vanochtend zelf in die duinen liep, door het Kraansvlak richting strand, en de ijzige druppels hard in mijn gezicht sloegen, moest ik aan het stukje denken dat hij op 3 september 2010 op zijn weblog heeft geplaatst.
Ik zal het hier citeren:
Het duin
We gaan naar de herfst. Altijd die wind, het is onguur, het regent en geen verstandig mens gaat naar buiten. Wij wel, wij zijn lopers, wij gaan altijd.
Misschien klinkt het vreemd, maar ik kan me, ondanks het beestenweer thuis voelen in het duin, zelfs geborgen zo nu en dan. Het klinkt tegenstrijdig, de regen valt, de wind waait kil. Juist dan is er niemand in het duin en daarom is alles schijnbaar van jou, je kent elke meter.
Geen contact met mensen, helemaal alleen, geen vermoeienis in het praten, je hoeft niets uit leggen. Je bent alleen met jezelf. Je hebt je het hele gebied eigen gemaakt, vele kilometers lang, elk stuk met z’n eigen sfeer. Nooit zul je verraden worden door dit gebied. Het biedt je beschutting in de dalen tussen de bomen, altijd weer en dat allemaal zonder een woord te wisselen, zonder dat je iets uit hoeft te leggen.
Zelfs in de kleinste ruimte met mensen kom je uiteindelijk in de problemen, maar nooit in het weidse duin. De bomen, ze staan er maar, de grond altijd aanwezig, nooit zullen ze iets van je eisen, nooit zullen de bomen je dwarsbomen, nooit zul je lopend over de grond de afgrond in vallen. Je weet precies waar je aan toe bent. Inderdaad, je kunt je met recht geborgen voelen in het duin.
Het is jammer dat we eten, drinken en warmte nodig hebben en dat we moe worden. Mede daarom moeten we ons bezig houden met de grote mensenwereld.
Ooit kon ik dromen over eindeloze vlakten waar ik moeiteloos uren kon lopen, nooit moe, geen verplichtingen, lichtvoetig was ik. Heden en verleden kwamen samen, er waren geen barrières, de geest bleef fris, het lichaam raakte nooit uitgeput.
Nee, we zijn mensen, we worden moe, we hebben elkaar nodig, we zijn afhankelijk. Eindeloos lopen en verdwijnen in de verte kunnen we niet, maar soms als we ons goed voelen lijkt het alsof we eindeloos door kunnen gaan. We voelen ons licht verheven, we denken dat we meer kunnen dan we kunnen. Maar dromen is toegestaan, niemand kan het ons verbieden en we blijven het doen, want dan voelen we dat we leven.
Het duin is van mij en ik ben van het duin. Ik voel me er geborgen, ik ben onbereikbaar.
12 Februari 2011
IJzige Brocken beklommen, maar hoe weer terug??
Vorig jaar lag er zo veel sneeuw op de 80 kilometer tussen Göttingen en de Brocken dat er een omweg moest worden gemaakt om via de oever van de Oderstausee het traject tussen de Jagdkopf en Lausebuche te overbruggen. Daardoor werd het met 86 kilometer de langste Brocken Challenge ooit. Wie zou verwacht hebben dat de afstand dit jaar nog 5 kilometer langer zou worden en dat het nóg kouder zou zijn… En toch lag er dit jaar veel minder sneeuw. Hoe zit dat?
Laten we bij het begin beginnen. Sneeuwbanden waren niet nodig op de vijf uur durende heenreis, want de eerste helft van Februari was ook in Duitsland bijna lenteachtig zacht geweest. Bij aankomst op het Institut für Sportwissenschaften van de universiteit van Göttingen motregende het. Tijdens de traditionele, met didgeridoo muziek omlijste en door een buffet van 'vegane Shakes und Grüne Smoothies,' ingeleide voorbespreking, werd duidelijk dat er alleen in de laatste 15 kilometer, en zeker op de flanken van de Brocken, sprake was van een min of meer aaneengesloten laag 'Altschnee', die echter goed beloopbaar was. Yaktrax werden voor dat gedeelte echter wel aanbevolen. Een aandachtspunt was wel het weerbericht voor de Brocken-top:
'-5° - -2°, Schneefall ab mittags, starker, in Böen stürmischer Wind aus südlichen Richtungen (70km/h) .Der Samstag wird damit der kälteste der nächsten 3 Tage'
En o ja, doordat er vorig jaar grote logistieke problemen waren geweest bij het terugtransport vanaf de finish naar het 500 meter lager gelegen dorp Schierke (busjes kapot, busjes gecancelled), was er dit jaar besloten om iedereen in groepjes wandelend de afdaling naar Schierke te laten maken. Goed voor de stramme benen, en lekker bergaf zou je denken. En behalve de verharde hoofdroute via de Brockenstrasse van 11 km was er ook nog een 'short cut' door het bos van 'slechts' 7 km.
De overnachting was net als vorig jaar op de bovenverdieping van een paardenmanege pal naast de startlocatie in een bos iets buiten Göttingen. In het aangrenzend Jägerhaus werd een prima (en gratis) pastamaaltijd geserveerd en na een, door het uitbundige gesnurk dat uit naburige slaapzakken opklonk, nagenoeg doorwaakte nacht begaven ik mij, bepakt en bezakt, om 04:30 naar de 'Alter Tanzsaal' om te genieten van een werkelijk extravagant ontbijtbuffet terwijl de NDR televisie opnamen maakte van de 'Extremsportler beim Brocken-rennen'.
Om 6:00 beklom de voorzitter van de organisatie, Markus Ohlef, een vuilnisemmer om met de gevleugelde woorden 'Brocken Challenge 2011, here we go!!!' het peloton van 132 lopers en de hond Fjelline als een veldheer op weg te sturen, de nog donkere morgen in. Zelf liep hij ook mee. Samen met Arnold van der Kraan vormde ik de Nederlandse delegatie.
Tot aan Oderbrück verliep de BC als een 'normale' ultra. Nu er geen sneeuw lag waren de eerste 42 km tot aan Barbis, waar de Hochharz begint, nauwelijks bijzonder. Het is een tamelijk vlak traject met relatief veel verharde wegen. Hoogtepunt was de prachtige oranjerood gekleurde zonsopkomst langs de Seulinger Warte. Het zicht was zo goed dat op 70 km afstand het silhouet van de Brocken al zichtbaar was. Spelbreker was de stevige noordoosten wind die we tegen hadden. Het werd kouder en kouder en de regenplassen van de afgelopen nacht veranderden in ijs. De eerste sneeuwresten lagen verloren in het landschap.
Na Barbis begon het echt. Er volgt een kilometerslange geleidelijke klim naar de Jagdkopf op een hoogte van 635 meter. Vorig jaar stond ik daar tussen meters sneeuw, nu lag er slechts hier en daar wat. Op wat lichte dalingen na bleef het vanaf dat punt langzaam oplopen naar de voet van de Brocken op zo'n 800 meter. Dennenbossen, mooie uitzichten en hobbelige, keiharde oude sneeuw. Mijn Yaktrax konden hun diensten weer gaan bewijzen. Omdat de bomen de wind tegenhielden voelde het hier veel minder koud aan dan op het vlakke gedeelte, hoewel de temperaturen toch een paar graden lager waren.
De beklimming van de Brocken heb ik voornamelijk wandelend gedaan. Het lopen op de oneffen sneeuw van de verlaten langlaufloipen had teveel van mijn krachten gevergd. Bovendien ging het binnen 7 km omhoog van 800 naar ruim 1100 meter met op de 'Rampe' een stijgingspercentage van 30%. Het was gaan sneeuwen en de wind stak op. Het omcirkelen van het Brockenplateau langs de smalspoorbaan was daardoor geen sinecure. In tegenstelling tot vorig jaar, toen ik daar bijna twee uur later arriveerde, was het nog licht maar de intensiverende sneeuwjacht nam alle zicht weg. Dan volgde het laatste, bijzonder steile gedeelte langs de Brockenstrasse, die uitkomt op het spoorwegstation. Een gierende, ijzige storm joeg witte sneeuwslangen kronkelend over het plateau met de zendmasten, antennes en spionageapparatuur uit de Koude oorlog. Enige dapperen trotseerden de barre omstandigheden om onder het klapperende finishdoek de triomferende lopers te verwelkomen. 10 uur 45 minuten; twee uur minder dan vorig jaar, maar eigenlijk kunnen beide edities niet met elkaar vergeleken worden.
Dit keer vergat ik niet om me te laten fotograferen bij de 'Gipfelstein' alvorens snel beschutting te zoeken in de Goethesaal. Elke loper die daar binnenstapte (en dat waren er tenslotte 119 plus één hond) werd met applaus begroet. Warme erwtensoep met worst, mmmhh, en daarna een iets minder warme douche en vervolgens goed aankleden met de naar boven getransporteerde kleding.
Want we moesten we nog terug.
We konden niet zeggen dat we niet gewaarschuwd waren, want op de site stond: 'Es wird eine 1 - 2stündige Nachtwanderung (Licht!) bei möglicherweise einigen Minusgraden und starkem Wind!'
Alleen teruglopen leek mij niet verstandig, dus had ik me aangesloten bij een groepje van drie Duitsers, waarvan ik er één tijdens de beklimming had leren kennen. Het openen van de buitendeur van de Goethesaal was als het openen van de deur van een vriesruimte op een warme zomerdag: de naar binnen stromende buitenlucht condenseerde direct tot een ijzige mist. Buiten was geen hand voor ogen te zien. Een zwarte mond die sneeuw in ons gezicht spuwde. Tegen de storm in zochten we bijna op de tast naar het begin van de Brockenstrasse. Uit de sneeuwdrift dook plotseling het finishdoek op waar de dapperen nog steeds op de laatste finishers stonden te wachten. Wat had ik het koud. Pas toen, op een wat lager niveau gekomen, de bomen weer beschutting boden tegen de wind begon het dragelijker te worden. Ineens gleed één van de medewandelaars achterover en schoof een stuk naar beneden. En toen nog één en voor we het wisten lagen we alle vier op onze rug. Verraderlijke ijsplaten, onzichtbaar onder de laag verse sneeuw! Voorzichtig liepen we verder, want Schierke was nog ver. En weer een valpartij! Uit het duister doemden één voor één de reflectoren langs de weg op in de lichtbundel van onze lampjes. Telkens dachten we dat het de lichtjes van huizen waren, maar nee. Rats… Daar ging ik voor de derde keer achterover, nu best wel pijnlijk. We haalden een eenzame afdaler in die met moeite vooruitkwam door een blessure. En het sneeuwde maar door, waardoor we duizelig werden van de lichtsporen die de sneeuwvlokken in de lichtbundel van onze hoofdlampen trokken. 'Immer geradeaus', had men gezegd. En al die haarspeldbochten dan? Zaten we nog wel goed? Van de verkorte route was al helemaal niets te zien. En dan, na 1 uur en vijftig minuten, was daar ineens de slagboom aan het einde van de Brockenstrasse. En een huis met een gezellig verlichte kerstboom (!?). Schierke. Hotel König, waar we moesten verzamelen om op de bussen naar Göttingen te wachten, lag natuurlijk helemaal aan de andere kant van het dorp, nog twee kilometer verder. Maar we waren opgelucht weer in de bewoonde wereld te zijn.
Toen wachtte ons weer een verrassing: door de sneeuwval konden de bussen naar Göttingen niet rijden, dus waren we aangewezen op taxi's. Na een hoop mobiel gebel en heen en weer gevraag had ik een plaatsje weten te bemachtigen in een taxi die om 23:00 zou arriveren. De kosten van 110 Euro konden we met zijn vieren delen. Dat gaf nog ruim tijd voor een warme maaltijd in het speciaal voor de BC gereserveerde zaaltje. Om 23:45 waren we terug bij de Hainholzhof, waar de start was geweest. Daar stond mijn auto en zonder de in Duitsland verplichte sneeuwbanden bereikte ik toch veilig de door mij geboekte hotelkamer waar ik om 00:30 als een blok in een gelukzalige slaap viel. De BC 2011: wir haben es wieder geschafft!
Brocken Challenge 2011
80 km (2200 phm)
10:45:00
7,27 km/uur
67e van 120 finishers
M55 2 van 4
Afdaling (nachtwandeling) 11 km, 1u50min