Vijfenzeventig kilometer strand en duinen tussen Haarlem en Den Helder. Ruim negen uur een stevige noordoostenwind trotseren bij temperaturen van een paar graden onder nul. Gevoelstemperatuur -7. Ziedaar het recept van de generale repetitie voor de Brocken Challenge 2011. En misschien ook wel een beetje mijn afrekening met de frustratie van de gemiste 100km strandloop op 14 januari. Toen was het boterzacht voor Januari, hoewel de krachtige Zuidwester het voor de deelnemers toch erg zwaar heeft gemaakt. Nu was het voor het eerst sinds weken weer eens winters met rijp op het strand en bevroren schuim op de rand van de branding. Het is de langste solo-trainingsloop die ik tot nu toe heb gelopen.
Om kwart over negen sloeg ik thuis de deur achter me dicht om via Santpoort Zuid, langs Duin en Kruidberg en Driehuis naar de pont van Velzen te lopen. Die kwam net aanvaren en om kwart voor tien stond ik aan de andere kant van het Noordzeekanaal (9 km). De overtocht heeft inclusief het wachten op de pont nog geen kwartier geduurd. Via Velzen Noord en Wijk aan Zee bereikte ik na 16 km het strand. Dat lag er wit, koud en verlaten bij. De beloofde zon ging schuil achter nevel en mist en een schrale Noordooster streek over de witberijpte flanken van de duinen.
Het strand was smal (net na hoogwater), het zand redelijk beloopbaar, maar wel erg zacht en elastisch. Kennelijk was er die ochtend een ruiterkaravaan gepasseerd, want het was er bezaaid met diepe hoefafdrukken, wat het lopen nogal bemoeilijkte. Na 23 km was het tijd voor de eerste tien-minuten stop: een Cappucino in strandtent Zoomers te Castricum aan Zee.
Bij Egmond aan Zee had ik 30 km gelopen. Voor het eerst had ik het waterreservoir in mijn Camelbak zitten, gevuld met blauwe AH sportdrank. Het zuigen aan het slangetje was even wennen; ik moest regelmatig een teugje nemen om te voorkomen dat de vloeistof in het slangetje bevroor.
Het zonnetje brak door en in het berijpte zand glinsterden duizenden sterretjes. De zee was blauw en door de aflandige wind was er weinig branding. En zo ging het gestaag door, terwijl er steeds meer wandelaars (en speelzieke honden...) op het strand verschenen. Bergen aan zee na 35 km. Camperduin na 41 km. Daar weer een korte stop voor warme chocolademelk met slagroom. Goed voor de rauwe keel. Ik stapte naar buiten en weg was de zon. Grijze wolkenflarden joegen over de basaltblokken van de Hondsbossche Zeewering. Inmiddels liep ik alweer 5 uur en het ging niet meer vanzelf. Ik lastte kleine wandelstukjes van een meter of honderd in. Bij Petten begon het strand weer, maar bij Sint Maartenszee (50 km) was ik het zware lopen door het zand zat. Het liep tegen het eind van de middag, het strand was leeg en heel in de verte werd het lichtje van de Lange Jaap ontstoken.
Tot Callantsoog heb ik de N502 (Westerduinweg) gevolgd die langs de oostkant van het Zwanenwater loopt. Als kind van elf ben ik eens, zonder dat tegen mijn moeder te zeggen, met mijn broertje van negen op onze fietsjes gestapt met het snode plan om naar datzelfde Zwanenwater en weer terug te fietsen. Dat plan strandde (gelukkig) omdat mijn broer al na 10 km een afgebroken pedaal had en we terug moesten fietsen, hij bij mij achterop en met zijn fietsje aan de hand. Nu was het dan toch gelukt (!), zij het lopend (in mijn racefietsperiode heb ik trouwens heel vaak Haarlem-Den Helder v.v. gefietst, maar het Zwanenwater was me daarbij nooit opgevallen).
Het lopen over de verharde weg ging meteen een heel stuk makkelijker. Om half vijf, in de beginnende avondschemer, bereikte ik Callantsoog (57 km). Hier had ik een serieuze dip. Bijna acht uur alleen onderweg en het werd steeds kouder. Een bushalte, waarvandaan binnen een kwartier een bus zou vertrekken richting den Helder, bleek opeens een onweerstaanbare aantrekkingskracht te hebben gekregen. Nu weet ik inmiddels dat de kunst van het ultralopen vooral te maken heeft met het overwinnen van inzinkingen. Er bestaat namelijk geen fijner lopen dan na een overwonnen inzinking. Een inzinking is de deur naar een opleving. Tijd dus voor een herbezinning.
Twintig minuten in een cafetaria met koffie, warm appelgebak en een likeurtje gaven de doorslag. Hoofdlamp op en hup, de vallende duisternis in. Langs de duinen die imposant afstaken tegen de nalichtende westelijk hemel - de wolken waren verdwenen- vervolgde ik mijn weg naar Zanddijk (67 km). Daar ben ik weer voor een paar kilometer het strand opgegaan om de gemiste '14 januari' ervaring op te doen. Mijn respect voor de lopers die dit van 14 op 15 januari een hele nacht lang gedaan hebben is groot! Door welk een desolate uitgestrektheid wordt je in je eentje op een donker strand overweldigd!
Bij de Donkere duinen, die hun naam nu eer aandeden, heb ik het strand verlaten om 'binnendoor' naar Huisduinen te gaan. De duisternis om me heen werd verscheurd door de steeds feller wordende lichtbundels van Lange Jaap, de vuurtoren van Den Helder. Maar hij leek maar niet dichterbij te komen. Eenzaam en alleen in de Donkere Duinen van de Noordkop, verlicht door de vuurtoren en een paar sterren. Negen uur onderweg en moe. Doorlopen en niet twijfelen aan je zelf. Niet eraan denken dat je hier zou struikelen en lelijk vallen. Vechten tegen een opkomende duizeligheid door de stroboscopische lichtflitsen van de vuurtoren. Een stil duinmeertje en dan eindelijk, Huisduinen.
Aan de voet van Lange Jaap heb ik nog een bakkie gedaan (toen ik vertelde dat ik uit Haarlem was komen lopen kreeg ik het spontaan cadeau van de zaak) en daarna resteerden nog maar drie kilometertjes naar het NS station van Den Helder. Tien uur onderweg geweest, waarvan zo'n negen uur ('hard')lopend. Koud maar o zo mooi, zeker voor een vuurtorenliefhebber als ik. Dat moeten we vaker doen. Ik zie het al voor me: van Haarlem naar Texel met een bezoekje aan de Hoge Berg. Een privé Jan Knippenberg Memorial. Maar dan wel als de dagen wat langer zijn.
Een lang strand
bedekt met rijp
18 Januari 2011
Er is nog hoop...
Bij Bleek en Berg, de aan de Bergweg gelegen ingang tot het Nationale park de Kennemerduinen, de poort naar menige trainingsloop, trof ik vandaag dit vuile hoopje sneeuw aan. Ruim een maand geleden viel er een enorm pak sneeuw in Kennemerland en dit is er het allerlaatste restje van. Het heeft ruim drie weken dooi, waaronder zeven dagen met temperaturen van 10 tot 12 graden, overleefd.
Wacht dit zielige, vuile hoopje dapper op een tweede winterperiode? Is er nog hoop op een witte toendra in de duinen? Een ijzige Brocken? Of kwakkelen we gestaag richting de lente? Ach, voor dit hoopje hoop ik op eerst nog wat sneeuw...
Ondertussen kan ik veel leren van de volharding, het vertrouwen en het doorzettingsvermogen van dit hoopje, eens een berg, nu onooglijk. Dan is er goede hoop dat ik in Juni over de Peñalara heen kom.
14 januari 2011
Aan de kantlijn
En toen stond ik dus aan de kantlijn. Terwijl zich vannacht de strandloop tussen Den Helder en Hillegom (of all places) voltrekt en de dapperen de strijd aanbinden met 107 km duister strand en tegenwind.
De reden? Niet fit en daardoor lichamelijk én geestelijk niet in staat. De kans om de finish niet te halen is ook bij goede gezondheid bij deze loop al behoorlijk groot, maar het risico op een blessure of, erger nog, (weer) een longontsteking is in mijn huidige gesteldheid nog veel groter.
Jammer, dat wel, want de loop voert door mijn 'eigen' domein en ik houd van vuurtorens (zielig hè). Maar het is allemaal een beetje (te) bizar, te gezocht. 107 km langs een strand is op zich al een enorme kluif. Maar dan in de winter, tegen de wind in en 's nachts. Gemaakt en bedacht voor mensen die willen afrekenen met trauma's. Limiet voor de JKM niet gehaald. Uitgestapt tijdens JKM of Spartathlon... Maar ja, wat bewijst het? Elke loop is anders en jijzelf bent ook nooit dezelfde. Wat vandaag lukt hoeft morgen niet te lukken en wat morgen lukt zou vandaag niet gelukt zijn.
Waarom de hele nacht tegen een koude en natte zuidwester vechten langs het Noordzeestrand?
Omdat anderen het doen en je niet voor hen onder wilt doen?
Omdat je het zelfbeeld van iemand die dit niet kan of durft niet kunt verdragen?
Omdat je er eigenlijk van deze onzinnige dwang af wilt en denkt hiermee het doel eens en voor altijd bereikt te hebben?
Omdat je in je jeugd dat kleine jongetje was dat gepest werd omdat hij zo slecht in gym was?
Omdat het je een paar dagen euforie geeft?
Omdat je (even) de illusie hebt dat er nu écht niets meer is dat nog langer en nog zwaarder is?
Om verder te poetsen aan je harnas?
Om bekend en beroemd te worden in héél ultraland?
Om de sleur en alledaagsheid van het leven te doorbreken?
Om je achteraf niet slap en schuldig te voelen?
Als het om een van die redenen is, doe het dan niet.
Als het MOET, doe het dan niet.
Doe het alleen wanneer het iets is waarvan je altijd al gedroomd hebt, iets wat je geest verruimt en je lichaam sterkt, je meer mens maakt.
Doe het alleen wanneer je het ook gedaan zou hebben zonder dat iemand het wist of het ooit te weten zou komen.
Doe het alleen omdat je het WILT.
Maar kom, ik baal er gewoon van en spui mijn gal. Ik zal vannacht aan ze denken en hoop dat ze voorzichtig zijn. Wie het haalt is een bikkel, wie het niet haalt ook. Wie aan de kantlijn stond en moest toezien misschien ook wel.
1 januari 2011
De eerste stapjes...
De eerste stapjes in het nieuwe jaar zijn weer gezet. Een 20 km duurloop/fartlek door de weer nagenoeg groene Kennemerduinen vormen de proloog voor het nieuwe loopjaar. Wordt het de aanzet tot weer ruim 4000 km? De gedachte daaraan maakt mijn schoenen loodzwaar, dus laat ik me maar concentreren op de meer nabije toekomst of, beter nog, op het heden.
De krampklachten zijn verdwenen, maar het rechterbeen voelt tijdens en na het lopen nog steeds stijf en pijnlijk. Voorzichtigheid is dus geboden, want de lange, zware strandloop op 14 januari komt in zicht. De lange-termijn weersvooruitzichten zijn niet erg winters, maar er lijkt wel een trend te zijn naar een westcirculatie met wind en regen. Mooi weer zal het, bij welk scenario ook, vast niet worden.
Maar de duinen, groen met de felle accenten van de laatste sneeuwrestanten zijn mooi en roepen dromen op van... voorjaar!
Mijn parool voor 2011: Ultralopen, maar geen ultraverdwazing. Ik laat me niet meeslepen in de maelstroom van alsmaar meer, langer en verder. Nee, ik kies een paar highlights uit van 100 plus kilometer en ga proberen om het ultralopen een harmonische functie te geven in mijn leven. Niet het leven overheersend, maar het leven dienend door er een spirituele impuls aan te geven.
De werkelijkheid van het leven is gelegen in elke gewone dag, de werkelijkheid van het lopen wordt volledig uitgediept in elke stap die bewust en met volle aandacht wordt gezet!