Zondag 22 maart 2009

Connemara Ultra marathon

Connemara ultra startYou are definitely gonna make it!!! Achteraf herinner je je altijd iets dat je het gevoel geeft: 'dat heeft me door het moeilijkste moment heen geholpen'. Je bent er van overtuigd dat het zonder dat ogenschijnlijk onbetekenende voorval wel eens heel anders had kunnen aflopen. Tijdens de Connemara ultra was het deze aanmoediging van een Engelse deelnemer die me er weer bovenop hielp toen ik het na zo'n vier en een half uur lopen eventjes te moeilijk had om de nog resterende 20 km onder ogen te kunnen zien.
Al een paar dagen was ik flink verkouden. Als test voor wat ik aankon heb ik op woensdag wat intervallen op de baan gedaan en op donderdag een duurloopje van een uur. Dat ging prima, maar de verkoudheid werd er niet minder door. Als ik me maar even inspande brak het zweet me uit, maar de koortsthermometer gaf geen verhoging aan. Geen aanleiding dus om van de reisplannen af te zien. Na een oponthoud van vier uur door mist op het vliegveld van Dublin (waar ik moest overstappen op een lokale vlucht) bereikte ik zaterdag aan het eind van de middag Galway. Na inchecken in het hotel ben ik meteen op zoek gegaan naar het Mariott hotel ter plaatse waar de startbescheiden opgehaald moesten worden. Volgens het plattegrondje dat ik had was dat zo'n 3 km vanaf het hotel waar ik logeerde, dus om taxikosten uit te sparen besloot ik om te gaan lopen. Maar het lukte mij om te verdwalen met als gevolg dat ik meer dan een uur heb lopen zoeken. Uiteindelijk toch maar in een taxi gestapt, waarna natuurlijk bleek dat ik vlak bij mijn bestemming was.
De volgende ochtend ben ik om half zes opgestaan. Zo vroeg kun je in een hotel niet ontbijten, dus had ik mijn eigen ontbijt van huis uit meegenomen: koeken met rozijnen, vruchtensap, bekertjes yoghurt met muesli. Vervolgens met de taxi naar het nog geheel verlaten Cathedral car park waar ik als eerste arriveerde. Geleidelijk arriveerden er meer en meer auto's en taxi's waar ultralopers uit stapten. Om kwart voor zeven arriveerden er twee bussen die ons via het dorpje Oughterard naar Maam Cross brachten, een gehucht aan de rand van het Connemara natuurreservaat. Het beloofde een mooie dag te worden, de zon scheen uitbundig en overal stonden de narcissen en bremstruiken in bloei. In het Peacockes Hotel was een omkleedruimte ingericht. Hier kregen we om exact kwart over acht een verplichte 'Pre race briefing', die er vooral op neer kwam dat ons verteld werd dat we vier keer rechtsaf moesten gaan. Om 8:40 gingen we de bus weer in die ons naar het 1 km verder gelegen startpunt bracht. Geen startlijn, geen spandoek, geen markering, niets. Geen idee hoe de organisatie wist dat er precies op dat punt gestart moest worden.
Om negen uur klonk de start-toeter en daar gingen de ongeveer honderd ultralopers op weg. We liepen de kilometer terug naar Maam Cross en gingen daar rechtsaf, richting Clifden. De volgende 11 mijl liepen we over de vrij druk bereden N59. Aan de rechterkant van de weg blijven was het devies, want de auto's rijden er links. Uitkijken voor de kattenogen die zo'n vijf centimeter uit het wegdek omhoog steken. Halverwege passeerden de bussen die de marathonlopers naar hun startpunt 21 km verderop, brachten. Het was een nogal saai stuk, wat goedgemaakt werd door het mooie uitzicht op de 700 meter hoge Maumturk Mountain ridge rechts van ons. Pas nadat we rechtsaf geslagen waren op de R344 begon het mooi te worden. Veel minder verkeer en een fantastisch uitzicht op de Twelve Pins en het langgerekte Lough Inagh aan de voet daarvan. Inmiddels was de groep helemaal uit elkaar geslagen en was je alleen in de weidsheid van het landschap. Er kwamen uit het Noorden lage wolken opzetten, de wind trok aan en de top van de Bencorr verdween in de wolken. Het werd kouder, maar het bleef droog. Op 13 mijl passeerden we het startpunt van de marathon. Het leek een verlaten slagveld bezaaid met weggeworpen kledingstukken en waterflesjes. Daar midden in stond een rij portable toiletten het landschap te ontsieren. De afstandmarkering sprong terug van 13 naar 1. Vanaf nu stond er elke drie mijl een waterpost, daarvoor was dat elke vijf mijl. Het zijn ook echt waterposten, alleen 30 cc flesjes met water. Gelukkig had ik een rugzak met proviand bij me, want ik had niet zoals veel anderen in Maam Cross mijn eigen spullen in de bakken gedeponeerd die naar de verzorgingsposten werden gebracht.
Er volgde een lang vlak stuk met wind tegen. De grijze wolken begonnen weer open te breken. Echt Ierland, het weer verandert met het uur. Bij sommige posten heb ik wat langer stilgestaan en een praatje gemaakt. Ging ik nu al vermoeidheid voelen? De bandjes van de rugzak begonnen te schuren. Ineens liep het niet zo lekker meer. 21 mijl: weer rechtsaf, richting Leenaun. Zowaar een echt plaatsje met echte huizen. Het ligt aan een uitloper van de Atlantische oceaan, een soort fjord. In Leenaun was het startpunt van de halve marathon. Dat betekende dat voor ons de marathonafstand er nu op zat. Ik ben vergeten te klokken, maar ik schat dat ik er ongeveer vier en een half uur over gedaan heb. Vlak vóór Leenaun ben ik voor de eerste keer gaan wandelen. Ik voelde me niet best. De krachten begonnen weg te ebben. Dat was het moment waarop de gevleugelde kreet waar ik mee begon tot mij gesproken werd. Ik realiseerde me dat het tijdens een ultra helemaal niet erg is om afwisselend te lopen en stukjes te wandelen. Het kan zelfs gepland en functioneel zijn. In Leenaun weer rechtsaf, de R338 richting Maum. Joyce Country heet het daar en die naam klopt helemaal. De zon straalde en met de wind in de rug was het heerlijk lopen/wandelen/lopen. Vlak na Leenaun, rond 24 mijl, kregen we de eerste echte klim voor de kiezen. Die heb ik fluitend gewandeld. Maar ik kreeg er steeds meer lol in, want ik wist nu dat ik het zou halen. Zeven uur, zeven en een half uur? Ach, het maakte niet uit. Rechtsaf bij Maum. Nog zeven kilometer! De 'Hell of the West' doemde op. Een stijging gedurende twee mijl. Aanvankelijk wandelend tussen veel achtergebleven marathonlopers. Later zowaar weer lopend. Vanaf het hoogste punt zag je in de verte het torentje van het Peacockes hotel al liggen. Nu alleen nog maar afdalen en mijn eerste ultra zit er op. Na 63,3 km passeerde ik de finish in een best wel acceptabele tijd van 6:48:48.
Zwaar? Vreemd genoeg viel het wel mee. Eigenlijk heb ik na veel marathons die in een hoger en constant tempo gelopen zijn veel erger 'stuk' gezeten. De zwaarte was vooral psychisch. Ultralopen blijkt een totaal andere tak van sport te zijn dan 'hardlopen' met als beoogd doel zo snel mogelijk een finish te halen. Snelheid moet je uit je hoofd zetten. Ook niet denken aan de afstand die er nog moet worden gegaan. Rustig blijven als de krachten beginnen op te raken. Niet op je horloge kijken, maar om je heen kijken en genieten van de omgeving. Een praatje maken met de mensen op de drankposten. Ergens ligt een finishlijn en daar ga je altijd komen zolang je maar in beweging blijft.

Foto's zijn hier te vinden.

 

Woensdag 18 maart 2009

Op weg naar Connemara (7): Verkouden!

Connemara lake Vandaag heb ik met een duurloopje van een uur het trainingsprogramma afgerond. Ik zou er dus klaar voor moeten zijn, maar... Mijn zoon ligt met griep en koorts in de huiskamer op de bank. Mijn kleinzoon op wie we elke woensdag passen is al dagen verkouden en hoestte en proestte het midden in mijn gezicht uit. Een week geleden was ik bij het verjaardagspartijtje van mijn schoonzoon en die kreeg in de dagen erna keelontsteking en koorts. Mijn vrouw kampt al geruime tijd met een flinke verkoudheid. En dat is natuurlijk in de eerste plaats vervelend voor hen. Extra vervelend is dat ik door al die ziektekiemen in mijn directe omgeving behoorlijk ongerust en nerveus werd hoe dichter de datum van Connemara naderde. Want griep of koorts zou op het laatste moment een blocker kunnen zijn. Ik heb niet vaak griep, maar de laatste keer (twee jaar geleden) was ik drie weken uit de lucht en dat was ook in maart. Nee, ik heb geen koorts. Maar ik ben wel sinds een paar dagen snotverkouden en het is alleen maar erger geworden. Loopneus, niezen, lichte keelpijn, veel transpireren. De trainingen van gisteren en vandaag gingen me desondanks vrij gemakkelijk af, maar de verkoudheid is er wel helemaal door losgekomen. Kortom, ik moet er rekening mee houden dat ik op zijn best met een verkoudheid onder de leden de ultra zal moeten gaan lopen. En nu maar blijven hopen dat er geen koortsverschijnselen bijkomen, want dan is het gedaan met de ambities. In elk geval heb ik nu een paar relatieve rustdagen voor de boeg en met een beetje goede wil zeil ik nog wel tussen de klippen door.

 

Zondag 15 maart 2009

Op weg naar Connemara (6): Afbouwen

Connemara lake Het trainingsvolume van de afgelopen week was met 45 kilometer nog niet de helft van dat van vorige week. Drie weinig tot de verbeelding sprekende duurloopjes van een dik uur en een weinig intensieve baantraining met als 'hoofdmoot' vijf rustige 1200-tjes. Perfekt!!! Dat was nou precies de bedoeling. De druk van de ketel halen en toch het ritme vasthouden. Gecontroleerd afremmen en de vrijkomende energie opslaan in het lichaam. De komende week gaat dat remmen door tot aan zondag: dan gaan de remmen los en mag alle opgezamelde energie gebruikt worden om het zes á zeven uur achter elkaar vol te houden.
Gemakkelijk zijn dit soort weken niet. Allerlei afkickverschijnselen en twijfels steken de kop op. Plotselinge blessure-achtige pijntjes, het gevoel verkouden te worden of erger nog, een beginnende griep. De angstige gedachte: als ik nú koorts krijg kan ik het volgende week wel vergeten. Dan is alles voor niets geweest. Gevolg: je wordt mensenschuw, bang iets op te lopen. Je keert je in jezelf en drijft de mensen in je omgeving tot wanhoop. Er is maar één remedie tegen dat doemscenario: blijven lopen in het ritme dat je gewend bent. Vier keer per week, maar dan wel de helft (week 1) tot eenderde (week 2) van de piekafstand. Daardoor wordt de loopprikkel in stand gehouden en treedt er geen plotselinge overgang op waardoor het lichaam 'schrikt' met als gevolg bovenstaande klachten. De beste manier om je weerstand, zowel geestelijk als lichamelijk, op peil te houden is: met dezelfde regelmaat blijven lopen. Op die manier ben ik in elk geval de eerste 'afbouwweek' redelijk goed doorgekomen.


Zondag 8 maart 2009

Op weg naar Connemara (5): Ultraloop Gilze

Connemara lakeAls afsluiting van de 'piek'trainingsperiode voor Ierland heb ik in Gilze meegedaan aan de marathonafstand die deel uitmaakte van de ultraloop aldaar. Niet te verwarren met de 'echte' marathon van Gilze in Mei. Het waren twee rondes door de Baronie van Breda (de ultra was drie rondes maar dat bewaar ik voor over twee weken). Het parcours, dat vrijwel vlak was, liep voor ongeveer de helft door de Chaamse bossen en voor het overige door landbouwgebied. Best wel een leuk rondje, vooral het gedeelte door het bos was mooi. Minpuntje was het toch wel drukke autoverkeer op de niet autovrije gedeelten van het parcours. Op de heenreis regende het pijpenstelen maar bij de start werd het droog en later klaarde het zowaar helemaal op. Wel stond er een hele stevige wind. Zo stevig zelfs dat de mooie partytent die bij het 5 km punt was opgericht bij ne tweede doorkomst compleet weggewaaid bleek te zijn.
Het was een klein deelnemersveld (14 solo op de ultra van 65 km, 34 solo op de marathon en meer dan twintig (!) estafetteteams die de 65 km deden). De organisatie was in handen van de Lotgenoten, een vereniging die zich inzet voor de bestrijding van kanker. Het verhoudingsgewijs forse inschrijfbedrag (25 Euro) ging geheel naar het goede doel. Om opzettelijk met 'kilometers in de benen' van start te gaan heb ik zaterdagmiddag eerst een 21 km in 2 uur gelopen. Dat was vandaag nog goed te voelen maar ondanks dat ben ik niet in de problemen gekomen. De laatste test voor Connemara is dus geslaagd. Ik sprak Herman Euverman die ook de Connemara had gelopen. Hij vond het een behoorlijk zwaar parcours en had er bijna zeven en een half uur over gedaan (met kramp)... Herman is een kennis van Geert Brouwer (initiatiefnemer van de Zuiderzeemarathon) die vandaag ook mee liep. Geert ken ik nog van de Athene marathon toen we in hetzelfde hotel logeerden. Hoewel hij al een paar weken niet getraind had heeft hij de marathon toch netjes uitgelopen.
Eigenlijk had ik de training liever al een week geleden willen gaan afbouwen, maar omdat ik er nogal laat mee begonnen ben is het dus deze week geworden. Met een totaal van 96 kilometer weer een verbetering van het weekrecord. Hopelijk zijn de resterende twee weken voldoende om het lichaam te laten uitrusten. Mijn eindtijd was 3:53:23, eigenlijk een verrassend mooie tijd, zeker na aftrek van de 4 minuten die ik te veel liep doordat ik een richtingspijl gemist had. Een attente wedstrijdcommissaris op de motor zag mij eenzaam richting Tilburg lopen en kon mij nog op tijd waarschuwen. Want ja, ik blijf anders gewoon doorlopen hoor...
(foto's zijn nog niet beschikbaar)
Bruto 3:53:45
Ronde 1: 1:56:39
Ronde 2: 1:56:59
Plaats 14 van 34 overall
Startnummer 69


Naschrift dinsdag 10 maart:
En nu heel blijven tot Connemara! Ik heb diep in mijn reserves getast want gisteren en vandaag voelde ik me behoorlijk brak. Acht uur werken was voorwaar geen sinnecure. Het grootste risico is altijd om door het afnemen van de weerstand als bijverschijnsel van een zware trainingsperiode een griepje op te pikken. In dit stadium koorts krijgen zou funest zijn. Laat nou net gisteren mijn dochter bij ons op visite komen met de boodschap dat ze ziekteverlof had in verband met spierpijn en koorts... Nou, ik zal maar een paar extra Echinacea druppeltjes nemen. De beste remedie is trouwens om met dezelfde regelmaat gewoon door te blijven lopen, maar dan wel kortere afstandjes. Want zolang het lichaam op 'loopspanning' blijft bezit het de beste afweer tegen die kleine gemene ziektekiempjes. Morgen maar beginnen met een herstelloopje.