Zondag 28 maart 2010

Voldoende hersteld voor de 1/2 JKM

Na een betrekkelijk rustige week (57 km, 5 uur, waaronder een duurloop(je) van 22 km) voel ik me voldoende hersteld om de Halve JKM aan te durven. Een ontspannen vrijdag en zaterdag in Antwerpen hebben me goed gedaan, hoewel de Vlaamse levensstijl de conditie wel wat achteruit heeft gebracht. Beetje te veel gegeten en gedronken, maar ja, wat wil je. De 22 km van vanochtend ging wel stroefjes, maar kostte weinig moeite.

De Halve JKM wil ik niet graag missen. Niet alleen vanwege het unieke karakter ervan, maar vooral ook omdat het in IJmuiden bijna een 'thuisstart' is, op een plaats die ik associeer met veel van mijn strand- en duinen duurlopen. Ook was Haarlem-Den Helder (maar dan vice-versa) een favouriete fiets-toertocht waarvoor ik 2x per jaar een dag vrijmaakte in de periode dat ik een fanatiek racefiets liefhebber was.
IJmuiden is ook: de geboorteplaats van mijn vader, het sluizencomplex, de impuls om na de middelbare school een paar jaar als stuurman bij de koopvaardij te gaan varen, het Witte Theater en het imposante gezicht van de Hoogovens bij nacht.
Den Helder staat voor: de Koninklijke Marine waar ik een jaar of acht als officier diende. Kortom, de Jan Knippenberg Memorial is een loop die in mijn biografie verankerd ligt.

Maar het zal wel een zware klus worden. De eentonigheid van het parcours, vrijwel één lange rechte lijn langs het strand, waardoor bij goed zicht de bestemming al van verre zichtbaar is en maar niet dichterbij lijkt te komen, de lastige ondergrond: het zal niet meevallen om de 80,5 kilometer binnen de (stricte) limiet van 9:30 te lopen. Een gemiddelde van bijna 8,5 km/uur lijkt te doen, maar tijdens Limburgs Zwaarste bleef ik onder de 8 km/uur. Daar zaten dan wel 2000 hoogtemeters in en nu zal het vanzelfsprekend volkomen vlak zijn. Het zal spannend worden.


Zaterdag 20 maart 2010

Lintjesregen in Limburgs heuvelland

Lintje Bij het amateurwielrennen kennen ze het begrip 'toertocht'. De Belgen bezigen de mooie term 'wielertoerist' voor de deelnemers aan dergelijke tochten. Toen ik jaren geleden als 'veelfietser' actief was bij 'de Bataaf' in Zwanenburg heb ik aan veel van zulke 'toertochten' meegedaan. Als snel werd duidelijk dat 'toertocht' alleen maar verschilt van 'wedstrijd' in de zin dat er niet gereden wordt om als eerste over de streep te gaan. Voor het overige zijn er nauwelijks verschillen. Wie een toeristisch dagje pedaleren verwacht komt bedrogen uit. Als voorbeeld herinner ik me de 'Ronde van Limburg'. Heel Limburg rond in 300 km, met daarin een groot gedeelte van het parcours van de Amstel Gold race. Afzien, afzien en nog eens afzien. Alle heuvels die er maar te vinden waren moesten we beklimmen, soms van twee kanten. Pelotonnetjes, waaiers, alleen tegen de wind opboksen nadat je op de plateaus van het Mergelland had moeten lossen. Met de fiets aan de hand de Keuteberg oplopen. Dorst en uitdroging of de hele dag regen.

Toen ik op de 'Funrunners-site' (what's in a name…) van Willem Mütze de ultraloop met de veelzeggende naam 'Limburgs Zwaarste' zag staan had ik natuurlijk gewaarschuwd moeten zijn. Zeker als er vermeld wordt dat het genieten voorop staat maar dat er 'natuurlijk wel enkele bergjes zijn'. Nou, die paar bergjes stonden garant voor 2000 hoogtemeters (gemeten tijdens het voorlopen door Henk Geilen) op een parcours van 70 km. Althans, op papier. Want er was dit jaar een nieuwe route uitgezet waarbij de Vaalserberg drie maal beklommen moest worden, eerst vanuit Duitsland, dan vanuit Nederland en tenslotte vanuit België. Zo ervaar je het Drielandenpunt pas echt! Het parcours was gemarkeerd met dunne gele lintjes die aan boomtakken, routepaaltjes, auto's (!), hekwerk enz. enz. waren vastgeknoopt. Soms dicht bij de grond, soms hoog boven je hoofd in een boomtak, soms onverwacht links of rechts in een zijpaadje. Lichtgeel is een mooie kleur, zeker met het oog op Pasen. Maar toen de zon doorbrak bleken veel bomen vol te hangen met prachtige gele katjes, mooie verdorde gele blaadjes van de vorige herfst, lichtgele stukjes hout van afgebroken takjes. Dus liepen we al binnen het uur fout, in de afdaling van de 'hoogste trappenpartij van Nederland (525 treden) over de steenberg van de voormalige Wilhelmina staatsmijn in Strijthagen bij Landgraaf. Daar wordt het Nederlands kampioenschap traplopen gehouden. Voor ons was het vandaag een kampioenschap van 70 km lopen, dus om onze krachten te sparen zijn we maar wandelend naar boven gegaan. Gelukkig vonden we na een kleine kilometer het juiste spoor weer terug. Serieuzer werd het toen we na de derde (Belgische) beklimming en afdaling van de Vaalserberg na een rondje van ruim 5 km weer terug bij 'af' waren: bij de geheime controle die we een half uur eerder al gepasseerd waren. Toen werd het sommigen te veel; zij gingen min of meer door het lint(je) en dreigden de pijp aan Maarten te geven. Maar, dacht ik, het weer is prachtig, de uitzichten zijn schitterend en ik ben aan het trainen voor een ultra in Schotland van 85 km, dus wat geeft het om een paar km extra te lopen? Dus ben ik voor de vierde keer hijgend en puffend de Vaalserberg opgeklommen. Nu vond ik de gemiste afslag echter wel om een paar km verderop weer het spoor bijster te zijn. De witte flits van een T-shirt tussen de bomen in de verte hielp me echter weer terug op de route.
Met nog zo'n 7 km te gaan, in Eys, ging het weer mis, maar toen kon ik op aanwijzingen van een plaatselijk bekende deelnemer de route uiteindelijk toch weer oppakken. Daardoor heb ik 1,5 km afgesneden. Ook na de tweede doorkomst te Heerlen bleek ik trouwens ook al 1,5 km afgesneden te hebben doordat ik per ongeluk op de route van de terugweg terechtkwam. Aan de lintjes kun je niet zien in welke richting de route loopt en soms kruisen de routes elkaar... Al met al dus gelukkig maar zo'n 2 km te veel gelopen. Het intensieve zoeken van de lintjes had als voordeel dat we niet in een trance konden geraken, dus ben ik niet zoals in Olne-Spa-Olne over een uit de weg stekende kei gestruikeld.
Maar genoeg over die lintjes. De plateaus van het Mergelland zijn schitterend, met weidse uitzichten, en pittige klimpartijen die Willem altijd wel weer weet te vinden. Met name de passage van Vaals over de in Duitsland liggende heuvelruggen vond ik prachtig. Hoewel er regelmatig over verharde wegen gelopen wordt, zitten er ook veel echte trails in, met de nodige modder en zelfs een afdaling door de met keien bezaaide bedding van een snelstromend beekje. De wind (5 á 6) trok er met name op de plateaus flink aan en regelmatig viel er motregen, maar ook de zon liet zich nog even zien. Met 13 á 17 graden voelde het dan gewoon warm aan. Dat zijn we niet meer gewend na die lange, lange winter!
De verzorging (6 posten) was prima en rijkelijk voorzien. De Limburgse vlaai ontbrak niet en op de laatste post konden we zelfs genieten van een echte kruidenbitter. Of die verkeerd gevallen is weet ik niet. Feit was wel dat ik na aankomst in de kantine een opwelling van intense dorst kreeg en toen in één keer een koude klets bier naar binnen sloeg. Dom dom dom, want die klets kwam harder aan dan ik dacht. Voor ik het wist was ik buiten Westen. Ik kwam bij op de grond te midden van een kring op mij neerkijkende bezorgde atleten. Toen de duizeligheid en misselijkheid maar bleven aanhouden is er voor de zekerheid een ambulance gebeld. Hoewel alles er bij een eerste onderzoek goed uitzag wilden ze toch geen risico nemen. Zo eindigde een mooie dag aan het infuus in het ziekenhuis van Heerlen. Daar is alles onderzocht: hart, bloeddruk, ademhaling, bloedsamenstelling. Allemaal prima in orde. Conclusie een 'collapse'door zoutgebrek - de eerste voorjaarswarmte?? - gecombineerd met een 'koudeshock' door het ijskoude bier. Ik heb weer een lesje geleerd maar ben blij dat ik het er verder zonder kleerscheuren van af heb gebracht. Hoewel ik het vriendelijke aanbod van Wilma Dierx kreeg om me naar huis te rijden (zij woont in Amsterdam) heb ik toch maar besloten om een extra nachtje in het hotel in Heerlen door te brengen. Na een nacht met goede slaap en een stevig ontbijt voelde ik me weer kiplekker en fit genoeg om de thuisreis te aanvaarden. Met dank aan Willem, Annemarie en Wilma en alle anderen voor de goede hulp die ze geboden hebben, zoals het bijeenrapen en naar het ziekenhuis brengen van mijn spullen (en auto), het op zondag naar het hotel brengen van mijn schoenen die nog in de kleedkamer lagen en het mij van het hotel weer terug naar het ziekenhuis te rijden waar mijn auto nog stond.
Eind goed, al goed. Het was een mooie loopdag, tussen al die fotoschietende en van de natuur genietende ultralopers voelde ik me een echte 'looptoerist'. Maar toch, een afloop als deze moet ik voortaan wel zien te voorkomen door meer rust tussen de loopjes door, beter op de voeding letten enz. enz. Want we doen het uiteindelijk voor de 'fun', of niet soms? Ok, nog even over die lintjes dan. Want voor vertrek was er een feestelijk onderonsje waarbij Willem voor zijn organisatorische verdiensten en zijn indrukwekkende palmares wat het ultralopen betreft door de locoburgemeester van Heerlen een lintje opgespeld kreeg. Proficiat, Willem!

Naschrift: ik ben niet echt bijgelovig, maar dit bleek wel mijn 13e ultra geweest te zijn...

70.450 km officiëel plus ca. 2 km extra gelopen
ca. 2000 positieve hoogtemeters
9:23:05
56e van 79 finishers (104 deelnemers op de startlijst)

Trappen van Strijthagen
Trappen bij Strijthagen

Met Jo Lukasik
Met Jo Lukasik