De gevolgen van de gemene val tijdens de Linschotenloop eind december zijn nog steeds merkbaar. De rechterschouder voelt bij bepaalde bewegingen pijnlijk aan en het lukt nog niet goed om kracht te zetten met de rechterarm. Het gaat wel steeds wat beter, maar juist daardoor 'vergeet' ik soms dat bepaalde dingen nog niet kunnen en dan is het 'au!!'. Hardlopen kan in elk geval wel, omdat de daarbij behorende armbewegingen de kneuzing niet belasten. Het is zelfs zo dat ik mijn training voor de Midwintermarathon (28 januari) weer heb kunnen oppakken nadat ik er aanvankelijk al van afgezien had. Vorige week zaterdag en ook vandaag heb ik een lange duurloop van 31 km afgewerkt en dat verliep vrijwel probleemloos. Nadeel vandaag was wel de harde en vlagerige wind (5 á 6) waardoor er meer arminzet gevraagd werd dan onder rusige omstandigheden, zodat ik toch wat pijn in mijn schouder voelde. De komende twee weken moet ik de trainingen echter weer halveren om een energievoorraad op te bouwen voor de marathon. Na de (ondanks de val) in een voortreffelijke tijd (1:30:02) beëindigde halve marathon in Linschoten heb ik er wel vertrouwen in, temeer omdat ik drie maanden geleden nog een succesvolle marathon in Amsterdam heb gelopen.
Bij de atletiekvereniging hebben we vorige week een gezellige feestavond in 'wintersportsfeer' gehad ter gelegenheid van het afscheid van Agnes Weel als hoofdtrainster van de langeafstandsgroep. De daaraan voorafgaande Verlichtingsloop heb ik als toeschouwer en aanmoediger bijgewoond omdat ik afgelopen zondag nog een uitermate zware en modderige Phanos boscross had gelopen. Ook in januari is er helemaal geen sprake van winter, integendeel, het is super-zacht. De katjes hangen aan de bomen, hier en daar bloeien in stadsparken en tuinen narcissen en er schijnen zelfs al weer hooikoortspatienten te zijn. Bizar toch. En dan die wind. De ene stormdepressie na de andere, die gelukkig Nederland nog niet vol hebben getroffen, hoewel de Beaufort 9 met schuivers tot 110 km/uur afgelopen donderdag er wezen mocht. Ook is het bijzonder nat, overal staan diepe plassen en bos en weiland zijn grote modderpoelen. Wat dat betreft is het een wonder dat de atletiekbaan van Kombij nog beloopbaar is. Voor het overige zijn we 2007 begonnen zoals we 2006 beeïndigd hebben. Voor dochter Daphne is er wel wat veranderd, want die is tegen haar grote liefde aangelopen. Verder ben ik een roman aan het lezen over de vrachtvaart naar de Oost in de jaren 60-70; een nostalgische belevenis omdat ik indertijd exact dezelfde reizen heb gemaakt met eenzelfde type schip (de 'Lycaon', een 'Blue Funnel liner' van de Stoomvaartmaatschappij 'Oceaan').
Naar boven
Zaterdag 20 januari 2007
Storm, storm en nog meer storm. Op welke dag storm het nou niet? Ik kan me bijna geen trainingsloop meer herinneren waarbij ik niet moest opboksen tegen storm en felle windvlagen. Afgelopen donderdag was het hoogtepunt met geruime tijd 10 Beaufort, windstoten tot boven de 130 km/uur en algehele ontwrichting op de weg en op het spoor. Gelukkig was ik zelf die dag thuisgebleven, enerzijds omdat ik 's ochtends naar de dokter moest en anderzijds omdat ik het daarna niet verantwoord vond om nog naar Rotterdam te gaan. Bernadette was wel gaan werken in Amsterdam en hoewel ze al om half vier naar huis gestuurd werd strandde ze in Sloterdijk. Het kostte me twee uur om het station te bereiken, haar daar op te pikken en weer naar huis te rijden. Alle verkeer in de wijde omgeving van het station stond vast door de vele afhalers die via de mobiele telefoons opgetrommeld waren. De situatie deed denken aan 25 januari 1990, toen er 's middags een windkracht 11 opstak en het mij uren heeft gekost om onder gevaarlijke omstandigheden lopend en met allerlei bussen vanuit Leiden, waar ik toen werkte, weer in Haarlem te komen. Omdat het weer een hobby van me is heb ik donderdag een uitgebreid chronologisch verslag van de de zich ontwikkelende stormsituatie gemaakt met rapportages, weerkaarten, waarnemingen, nieuwsberichten en foto's. De donderdagavond-baantraining bij de atletiekclub werd afgelast en ook dat komt niet vaak voor.
De reden dat ik tijdens die storm ook nog naar de dokter moest had te maken met de blessure die ik door de genoemde val tijdens de Linschotenloop had opgelopen. Doordat ik mijn rechterarm slecht kon gebruiken heeft mijn linkerarm veel van het werk moeten overnemen, waardoor die overbelast is geraakt. Nu loop ik met een peesontsteking in mijn linkerpols en dus nog steeds met die pijnlijke rechterschouder, hoewel daar nu wel verbetering in zit. Inmiddels heb ik een kuurtje met een onstekingsremmende pijnstiller en gebruik ik allerlei zalfjes en koeling, waardoor ik weer redelijk kan functioneren. Na een paar dagen thuis ga ik het maandag weer in Rotterdam proberen.
Ondanks dat alles is de looptraining gewoon doorgegaan (in de storm dus, behalve natuurlijk tijdens die zware storm) en ben ik klaar voor de Midwintermarathon komend weekend. De vorige marathon is dan zestien weken geleden, en dat is precies het interval dat ik als richtlijn hanteer voor de aanloopperiode tot een volgende marathon. Het aantal kilometers dat ik in deze zestien weken heb gemaakt ligt onder de 800 en dat is eigenlijk een beetje te laag, maar daar staat tegenover dat ik gedurende deze hele periode wel zeer regelmatig heb getraind. Mijn ervaring is dat de kwaliteit van trainingen (regelmaat, afwisseling, evenwichtigheid, rust) belangrijker is dan een excessieve kwantiteit in de vorm van (te) veel eindeloze en slijtende duurlopen boven de 30 km.
Naar boven