Nou dacht ik toch echt dat ik alle paden en paadjes in de duinen tussen Haarlem en IJmuiden inmiddels wel op mijn duimpje kende. Tijdens de IJmuiden Kust Trail van Mudsweattrails bleek dat aardig te kloppen voor het gebied ten zuiden van de Herenduinweg. Maar ten noorden daarvan kwam ik toch op een aantal mij nog geheel onbekende doorsteekjes terecht. Die vormden samen het meest ‘trailige’ gedeelte van het parcours: felle klimmetjes en afdalingen over smalle paadjes van mul zand die kriskras tussen de doornige begroeiing heen kronkelden. Uiteindelijk kwamen die uit bij de ‘Marine flak batterij Olmen’, een bunker van de Atlantikwall. Daar moesten we dus doorheen via een aardedonkere lage passage waarin hier en daar led-lampjes waren neergelegd. Spectaculair, dat wel, ware het niet dat ik ondanks de waarschuwingen van de organisatie tijdens de tweede passage mijn hoofd flink aan het lage betonnen plafond stootte. De buil zit er een dag later nog steeds.

Twee rondes dus door het noordelijke deel van het Nationaal Park Zuid Kennemerland, beide linksom. De start was bij paviljoen Nova Zembla, een buitenactiviteitencentrum in IJmuiden aan Zee. De eerste, die als zuidelijkste punt de Oosterplas had, van ongeveer 25 kilometer, de tweede een kleine 14 kilometer.
Het was de eerste editie van deze trail, en die mocht ik natuurlijk niet missen zo in mijn ‘eigen’ trainingsgebied. Best wel een bijzondere ervaring om in dat vertrouwde terrein ineens een wedstrijd te lopen. In de eerste ronde waren de Starreberg en de Brederodeberg, het ‘hoogste punt van Kennemerland, opgenomen; de tweede ronde was wat vlakker. Maar in beide ronden zat het venijn dus in de staart, die begon met een (mij tot dan toe onbekend) heel gemeen duin langs de Herenduinweg. Samen vormden deze ronden een behoorlijk pittige en af en toe verrassende trail die iets korter was dan de organisatie aangekondigd had maar alles bezat wat een goede trail nodig heeft. En dat zo vlak bij huis. In elke ronde was een goed uitgeruste verzorgingspost opgenomen, dus wat dat betreft ook geen klagen. De uitpijling was eveneens prima verzorgd alsmede de verkeersregeling bij het oversteken van de Herenduinweg.
Het enige wat ik een beetje miste ware de hoge duinen in het zuidelijke deel van het NPZK, de Konijnenberg, Lichtbakkeet en vooral de Hazenberg. Maar om die in het parcours op te nemen zou één lange lus nodig geweest zijn waarvoor de organisatie waarschijnlijk om logistieke redenen niet heeft gekozen.
38 km 448 phm
4:36:53 (8,20 km/u)
M 35 van 42 (overall 41 van 49)
Route
Met deze trail is de jaarteller voor 2017 boven de 3000 kilometer uit gekomen, nog net binnen het derde kwartaal!


Dit is een gemarkeerde 

Vandaag had ik een vrije dag en met het ook op de ultra’s van dit najaar had ik me voorgenomen om weer eens een wat langere duurloop te doen. Dat werd opnieuw een route door Noord-Holland en wel (een aangepaste versie van) de zogenaamde ‘pontjesroute’. Die heet zo omdat er een aantal keer met kleine pontjes moet worden overgestoken. Ik ben gestart in Uitgeest en heb vervolgens een grote ronde linksom het Uitgeester- en Alkmaardermeer gelopen met een uitstapje naar de Rijp en Graft in de Schermer. Na anderhalve kilometer bedacht ik me dat ik vergeten was om uit te checken zodat het me beter leek om weer terug te keren naar het station. Zo kwam er dus 3 kilometer extra bij. Het eerste pontje was het Molletjesveer bij West-Knollendam. Op de website staat: ‘Pontje Molletjesveer is een zelfbedieningspontje dat (langzaam) voortbeweegt met een groot wiel waarmee je het pontje mee langs een ketting trekt. Dat is doorgaans flink werken.’ Nou, dat heb ik geweten. Samen met een andere (fiets-)passagier hebben we ons letterlijk een slag in de rondte gedraaid en ik was bekaf toen we de overzijde bereikt hadden. Energie die ik later op de route goed had kunnen gebruiken. Het tweede pontje was een stuk gemakkelijker. Het was de gemotoriseerde ‘Jan Hop’ bij Spijkerboor. Een echt mini-pontje waarmee de vriendelijke schipper je voor 80 cent (met fooi 1 euro) over vaart. Voordat ik de pont nam heb ik in ’t Heerenhuis een cappucino gedronken. Ik had toen zo’n 16 kilometer afgelegd maar het leken er veel meer. Een slecht teken.
Vandaar ging het naar het historische de Rijp en Graft. Noord-Hollandse glorie, maar het genot daarvan werd een beetje verzuurd doordat ik me toen al, na 20 kilometer moe en futloos begon te voelen. Bij Graft dacht ik serieus over om de lus door via Grootschermer maar over te slaan. Toch ben ik daar rechtsaf gegaan en dat was maar goed ook, want de route langs Noordeinde en Driehuizen (wat mooi is dat dorp!) was honderd procent de moeite waard. Vanaf Noordeinde ben ik dus inderdaad afgeslagen naar Driehuizen zodat ik Grootschermer rechts heb laten liggen. Daarmee compenseerde ik de 3 kilometer die ik in Uitgeest extra had gelopen. Na West-Grafdijk volgde er een saai en taai stuk langs de N244. Het fietspad lag achter de dijk waardoor er van het Alkmaardermeer niet zo veel te zien was.
Hoe dan ook, er zal nog heel wat moeten gebeuren wil die 100 kilometer Indian Summer Trail een succes worden. Begin oktober nog een test van 40 á 50 kilometer en dan weet ik of ik daar wel of niet ga starten.



