Zo, dat was dan de eerste voltooide ultra-loop van 2019. Wat bij de Brocken Challenge niet lukte, dat voltrok zich dit keer probleemloos: finishen. En met name dat ‘probleemloze’ kwam toch wel een beetje als een verrassing, want afgelopen maandag lag ik nog in het ziekenhuis vanwege een darm-endoscopie. Nee, het ging al weken niet zo lekker met de gezondheid. Voortdurend buikpijn en pijn bij langdurig zitten. Het onderzoek heeft gelukkig niet de diagnose opgeleverd waar je bij dat soort klachten bang voor bent, maar was wel aanleiding voor een vervolgafspraak.
Na zo’n spannende en emotioneel belastend begin van de week is een rondje door Limburg lopen natuurlijk een prima uitlaatklep. Maar dan moet je het wel op kunnen brengen natuurlijk. Want de dagen na het inwendige onderzoek had ik nog regelmatig pijnlijke krampen waardoor hardlopen niet echt lekker ging. Ik twijfelde dan ook of ik wel naar Heerlen moest afreizen. Maar een testloop van ruim 20 km op woensdag voelde al een heel stuk beter aan en op donderdag en vrijdag namen ook de krampen af. Wel nam ik me voor om niet de ultra van 50 km maar de marathon te lopen. Zou ik onderweg pijn voelen, dan zou ik er onmiddellijk mee kappen. Na dat goed in mijn oren geknoopt te hebben reisde ik vrijdagavond vanaf mijn werk in Amersfoort door naar Heerlen.
Daar sliep ik net als de voorafgaande jaren in het natuurvriendenhuis Eikhold. Een prima plek met een rustige kamer voor mijzelf. Spulletjes klaargelegd en lekker op tijd naar bed. Om een uur twee ’s nachts werd ik echter wakker van een tikkend geluid. Eerst dacht ik nog dat het lucht in de CV-buizen was, want zo klonk het, maar toen ik spetters in mijn gezicht voelde sprong ik mijn bed uit. Er bleken op diverse plaatsen druppels uit het plafond te komen die terwijl ik met verbazing toekeek overgingen in stroompjes water. Er lag al een hele plas op de vloer. Snel mijn spullen opzij geschoven en hulp gezocht. Maar waar? De receptie was gesloten. Bellen? Toen zag ik een pijltje op de muur met daaronder de tekst ‘huiswacht’. Het wees naar boven, de trap op. En inderdaad, daar was een deur waarop ‘huiswacht’ stond. Ik klopte op de deur en hoorde een slaperige stem. Enfin, samen met de inmiddels aangeklede huiswacht op zoek gegaan. Via een luik kwamen we op zolder en ja hoor: die stond vol water. De warmwaterboiler bleek een barst te hebben. Er moest een reparateur gebeld worden. Ik mocht verhuizen naar een andere kamer en ben om een uur of drie weer in slaap gevallen. De verdere ontwikkelingen heb ik maar niet afgewacht.
’s Ochtends was er inderdaad geen warm water, maar dat deerde niet. Na een snel zelf-bereid ontbijtje op de kamer ben ik op mijn OV-fiets gestapt richting de startlocatie in Imstenrade. Die was niet alleen verder dan ik gedacht had, maar vooral het hoogteverschil van 100 meter was op een OV-fiets zonder versnellingen en met een volle sporttas achterop nauwelijks te overbruggen. Ik moest regelmatig van de fiets af en wandelen.
Enfin, ik was op tijd vertrokken en was een half uur voor de start ter plekke, tijdig genoeg om me om te kleden. Daar waren weer de bekende gezichten van de ‘ultra-familie’ van Willem. Ja, en daartussen menig grijzend koppie. Aan de verhalen te horen zat de adrenaline er alweer goed in en was het gezelligheid ten top.
Na deze lange inleiding wordt het tijd om ook iets over de loop zelf te zeggen.
Wel, het was weer een feest om onder auspiciën van Willem en Annemarie door het fraaie Zuid-Limburgse decor te lopen. En daarbij ook nog heerlijk weer en droge bodemcondities. Op twee of drie plaatsen was het een beetje modderig (afgezien van een plek waar we over een stapel takken door een soort moeras moesten waden), zodat mijn nieuwe trailschoenen hun merites amper hoefden te bewijzen. En waar krijg je na 10 kilometer warme tomatensoep met ballen, na 20 kilometer Limburgse vlaai, na 30 kilometer brood met gebakken ei en na 40 kilometer een beker vla? Van deze loop val je niet af, maar kom je aan! Dat gebakken ei was trouwens het laatste zetje dat ik nodig had om te besluiten niet de 42 maar de ‘hele’ 50 km te gaan lopen. Want zonder het extra lusje van 8 km over de Schweiberg zou ik niet op de post bij Mechelen zijn teruggekeerd om die heerlijke versnapering in ontvangst te nemen. De gedachte aan de volle 50 speelde sowieso al een tijdje door mijn hoofd omdat het zo ‘lekker’ ging en er van de gevreesde krampen vrijwel geen sprake was.
En zo keerden we voldaan en niet eens zo moe in Heerlen terug. En laat ik daar nou een loper (Christoph Hoffmann) spreken die ik nog kende van de Brocken Challenge in februari. Natuurlijk ging het gesprek weer over de extreme omstandigheden aan de top, maar ook de zware sneeuwcondities tussen de Jagdkopf en Lauschenbuche. En hoe jammer het was om in mijn 10e deelname niet gefinished te zijn. Je zou het toch bijna nog één keer gaan proberen … 🙂
Maar vandaag wél gefinished, en dat leverde mijn 160e georganiseerde marathonplusser op.
Sjravele door Limburg
23 maart 2019
50km, 864 phm
30e van 38 M/V