Chevi(n)ot of de Pennine Cycleway?

Langleeford farm

Er lijkt voor mij een eind te zijn gekomen aan de trailruns in Engeland. In juni zag ik op het laatste moment af van deelname aan de Calderdale Way Ultra. En nu, in november, strandde mijn tweede deelname aan de Cheviot Trail Marathon al bij het eerste checkpoint. Daar arriveerde ik als laatste, met de sweepers op mijn hielen. En met de conclusie: ik stop ermee.

Ik stop ermee om door de modder te baggeren in een verwoede poging om de groep bij te houden, elke vijf minuten omkijkend of die vermaledijde bezemlopers al in zicht komen. (goed dat ze er zijn overigens). Ik stop ermee om me zo opgejaagd te voelen dat ik niet dorst te stoppen om van het overweldigende landschap te genieten en een foto te maken. Er moet een andere manier zijn om veilig door de Engelse natuur te trekken dan binnen het keurslijf van een wedstrijd. Dat wordt de uitdaging voor een eventuele volgende keer.

Niets ten nadele van de Trail Outlaws. Vriendelijke en gastvrije sportmensen die weer een perfect georganiseerde ultramarathon hebben weten neer te zetten. Geen onvertogen woord toen ik zo snel terug was in het Wooler Youth Hostel. Integendeel, ze probeerden mij te motiveren om het volgend jaar opnieuw te proberen. Maar nee, dat gaat niet meer gebeuren.

Want eerlijk is eerlijk. De ultratrail-loper van jaren geleden heeft mij verlaten. Ik ben angstig en onzeker geworden en het ontbreekt mij aan motivatie om te presteren. Bang om achterop te raken, bang om te vallen, een langzame zwoeger. Bewust als laatste gestart om niemand in de weg te lopen. Loopstokken meegenomen (want ja: dat was toegestaan omdat het een ‘trailrun’ was en geen ‘fell-run’). Maar geen trailschoenen met noppenprofiel, zodat ik op het eerste het beste modderpad al bijna onderuit ging. En na de nachtelijke regen was het klei en noch eens klei. Dat schoot niet op. Al snel had ik door dat het niks ging worden en de aanblik van de opdoemende, in nevelen gehulde, Cheviot maakte het er niet beter op. Na de eerste etappe, een mooie route langs het riviertje de Broadstruther Burn, gevolgd door een pittige klim door de Moors naar de 380 meter hoge Hawsen Crags, gaf ik het op. Het aanbod om met het busje terug  naar Wooler gebracht te worden sloeg ik af. Ik kende de terugweg, omdat ik die de vorige dag al verkend had: een goed beloopbare geasfalteerde weg door het prachtige stroomdal van het riviertje de Harthope Burn. Om 8 uur gestart en drie uur en 17 kilometer later weer terug in Wooler.

Niet dat ik toen bij de pakken ben gaan neerzitten. Integendeel, de spirits waren high en ik had de rest van de dag in eigen hand. In de jeugdherberg hing een grote kaart aan de muur van de omgeving van Wooler. Met een kom soep en een kop koffie in de hand ben ik die eens rustig gaan bestuderen. Als snel begon zich een mooie looproute af tekenen te noorden van Wooler, in het dal van de riviertjes de Till en de Glen. Geen trails maar geplaveide wegen. Daar zou ik echt hard kunnen lopen. Vliegen als een vogel.

Een half uur later was ik op weg na alle overtollige ballast uit mijn rugzak  verwijderd te hebben. Wat repen, een fles drinken en een regenjack. Dat was genoeg. Go light, man! Heerlijk heb ik gelopen door het herfstlandschap. Kleine weggetjes omlijst door vervallen muurtjes en oeroude bomen met goudgele bladeren. Gehuchten en boerenerven. Een vliegveld waar een geelgeschilderd propellorvliegtuigje het ene na het andere zweefvliegtuig de lucht in sleepte. Dat was het Milfield airfield, waar in de 2e wereldoorlog de RAF piloten getraind werden. Wel bijzonder op deze dag waarop herdacht werd dat er 100 jaar geleden een eind aan de 1e Wereldoorlog kwam. Als symbool daarvan waren alle kerken, overheidsgebouwen en oorlogsmonumenten versierd met papieren klaprozen. Ook werd er om die reden een minuut stilte in acht genomen voor de start. Bij Milford heb ik de ‘Maelmin hedge’ en het ‘Dark age house’ bezocht, een archeologische site.

Uitzicht op de Cheviot hills

Bij het plaatsje Doddington zag ik bordjes staan die een fietsroute markeerden: de ‘route 68’ ofwel de ‘Pennine cycleway’. Onder het motto ‘beter op een fietspad dan op een autoweg’ ben ik die gaan volgen. Dat resulteerde in een leuke route terug naar Wooler, langs de Till en de Dod Law. De zon, die in deze tijd van het jaar in het noorden van Engeland al om een uur of vier ondergaat, zakte weg in de Cheviot hills in het westen. Ineens stond ik op de St. Cuthberts Way. Hier was ik vorig jaar ook geweest. Die heb ik de laatste 4 kilometer terug naar Wooler gevolgd over de donker wordende Weetwood Moor. Toch nog de roep van patrijzen en korhoenders in de vallende avond.

En zo eindigde een bijzondere loopdag waarop ik 44 kilometer heb afgelegd. Met de 16 van de vorige dag erbij dus 60.000 Engelse landschapsmeters dit weekend. Dit keer heb ik niet het vliegtuig genomen, maar ben ik met de ferry van IJmuiden naar Newcastle overgestoken. De vaart over de stormachtige Noordzee maakte de beleving compleet.

Beleving als prestatie. Zo mag ik deze loopreis wel samenvatten. Het was prima zo.

Till river

10 en 11 november 2018
Wooler 16km en Wooler 44 km
Foto’s
Route

De Kleine Beer: Kalt, hart, schön (3)

Een koud en besneeuwd York

‘The Little Bear’. Zo noemen de Engelsen de tweede Siberische koude-inval binnen drie weken. Deze ‘kleine Russische beer’ duurde maar drie dagen, de ‘grote’ meer dan een week. De Grote Beer, eind februari, had in Engeland een blizzard ontketend en in Nederland een groot deel van het IJsselmeer met ijs bedekt. De ijzige Oostenwind deed de gevoelstemperatuur toen tot -15 graden dalen.

De Kleine Beer mag er echter ook zijn. Op veel plaatsen bulderde er een stormachtige oostenwind, met op de waddeneilanden windstoten tot 9 Beaufort. Op de Noordzee stond zelfs een volle storm uit het oosten. Na een ijzig weekend in York moest onze veerboot, de Pride of Rotterdam, daar vol tegenop boksen wat een veel langere vaartijd opleverde en een ‘very bumpy ride’. Aan dek was het alleen uit de wind vol te houden.

IJsschotsen in het de duinen bij Kattendel.

Vandaag heb ik na terugkeer van het lange weekendje in Engeland een rondje door de duinen gelopen. Het was nog steeds erg koud, maar de stralende zon maakte veel goed. Ook hier had de Kleine Beer zijn sporen nagelaten. En dat op 19 maart!

Een in de zon blinkende gletscher van bevroren zand

Wooler Trail Marathon

Op deze plaats zou ik graag een verslag willen schrijven van mijn ervaringen bij de Wooler Trail Marathon in de Cheviot Hills. Maar een droge opsomming van feiten zou volstrekt voorbij gaan aan de werkelijke beleving. Natuurlijk ben ik trots dat ik, na de DNF tijdens de St. Cuthberts Way Ultra, eerder dit jaar in dezelfde regio, er nu wel in geslaagd ben om de cut-offs vóór te blijven. Maar de realiteit is dat dit slechts op het nippertje gelukt is. Sterker nog, als de marshall op de één na laatste post mijn 10 minuten tijdsoverschrijding aldaar niet door de vingers had gezien, dan zou een eindnotering mij wederom ontgaan zijn. Maar goed, ik mocht ondanks de invallende duisternis doorgaan en slaagde er uiteindelijk toch nog in om een half uur vóór de limiet van negen en een half uur te finishen.

Jazeker, negen uur voor een afstand van een dikke 45 kilometer! Maar we hebben het hier over een trail in Engeland en daar heb je wildernissen die we in Nederland niet kennen. Met halverwege de beklimming van de Cheviott (815 m) en The Schil (605 meter). Het was bovenop de Moors vriezend weer waardoor de normaal gesproken modderige passages over de heide nu bevroren waren tot harde onregelmatige oppervlaktes, bedekt met een laagje vertrapt ijs. Pas later op de dag begon dit wat weg te dooien en konden we alsnog lekker wegzakken in de prut. Het verraderlijkst waren echter de met kort gras, stenen en mos bedekte afdalingen die spekglad bleken te zijn door bevroren rijp. Het profiel van de trailschoenen had daar totaal geen grip op omdat zich tussen de noppen daarvan een ijslaagje opgebouwd had. Dat resulteerde in talloze uitglijders en valpartijen. Zelf kwam ik daarbij steeds goed terecht omdat mijn rugzak als airbag werkte, maar er zijn diverse deelnemers uitgevallen door blessures. Gevolg is dat je steeds voorzichtiger en dus langzamer wordt.

Maar het ging mij niet om een prestatie of een klassering. De beleving stond voorop en ik schroomde er niet voor om goed om mij heen te kijken en een groot aantal foto’s (ruim 60) te maken onderweg. Natuurlijk moest er ook gerend worden en met name in de tweede helft van het parcours was dat goed mogelijk. Geen droge loopfeiten dus in dit verslag, maar anderzijds vind ik het ook moeilijk om woorden te vinden die uitdrukking kunnen geven aan wat ik eigenlijk een mystieke ervaring zou willen noemen. Voor een deel zal die ervaring wel het gevolg zijn van de natuurlijke drugs die het lichaam gedurende zo’n inspanning aanmaakt. Voor een ander deel heeft het echter te maken met wat een soort versmelting met de natuur is. De beelden, de geluiden, het evenwicht zoekende lichaam, de cadans van het lopen, de luchtstroom, de geuren en de temperatuurbeleving: het vloeit allemaal samen tot één gedachtenloos bewustzijn, een tijdloze  trance-toestand waarin de zintuigen volledig open staan zonder dat de binnenstromende indrukken overdacht worden. Het is een volledig leven in en mét de natuur, een dierlijk-instinctieve maar toch ook bewonderende en zich verbazende aandacht. Hoe indrukwekkend is dan het vallen van de nacht over de onafzienbare Moors met om je heen de vreemde, als lachende en spottende kinderstemmetjes klinkende keelgeluiden van de ‘grouses’. Een duisternis die pas verbroken wordt als de lichtjes van Wooler bij het naderen van de finish vanuit het dal beginnen op te gloeien.

Het koude en winderige plateau van The Cheviot deed mij sterk aan dat van de Brocken denken. Ik kan me voorstellen dat het daar flink kan spoken. Wij hadden geluk met een onbewolkte hemel, want de volgende dag regende het pijpenstelen. Nu waren de uitzichten fenomenaal; we konden zelfs in de verte als een wazige blauwe band de Noordzee zien liggen, voorafgegaan door rij op rij van steeds verder opklimmende heuvels, maar geen enkele hoger dan die waar wij op stonden. The Cheviot is een vreemd gevormde bolvormige heuvel met een afgeplatte bovenkant die erg moerassig is. Daaroverheen was met natuurstenen platen een goed beloopbaar (maar hier en daar wel glad!) pad aangelegd dat deel uitmaakt van de Pennine Way. Het beklimmen van The Cheviot is pittig, maar goed te doen en niet erg technisch.
De terugweg naar Wooler volgde de St. Cuthbert’s Way die ik me deels nog herinnerde van de ultra in juni.

De organisatie, met de nogal vreemde naam ‘Trail Outlaws’ en die de slogan ‘Running dead or alive!’ hanteert, bestaat niet uit bandieten maar uit heel vriendelijke en zeer professionele en enthousiaste mensen die een prachtige trail hebben weten te organiseren die dit jaar voor de tweede keer gelopen werd. Prima gemarkeerd en met een goede begeleiding en voorzieningen. Er waren ongeveer 250 starters waarvan er een stuk of 15 zijn uitgevallen als gevolg van blessures of het niet halen van een cut-off tijd.

Al met al een aanrader deze loop!

Fotoalbum

Route

Wooler Trail Marathon
19 nov 2017
9:02:44
7e M60

On a scale from 0 to 10 I give you a 5

Passage van de getijstrook bij Lindisfarne

St. Cuthberts Way is een lange afstands wandelroute van Melrose in het district ‘The Scottish Borders’ naar het ‘heilige eiland’ Lindisfarne aan de Engelse kust. Hij is genoemd naar de gelijknamige heilige die in Melrose leefde en als pelgrim naar Lindisfarne trok waar hij zijn laatste rustplaats vond. Zulke routes, die van goede routemarkeringen zijn voorzien, lenen zich uitstekend voor het uitzetten van een ultraloop. De St. Cuthberts Way ultra volgt dit ruim 100 km lange pad in omgekeerde richting. Wat Schotten en Engelsen ‘goed bewandelbare paden’ noemen zijn echter geen gemakkelijke schelpenpaden maar regelrechte trails zoals je die in zelfs de ruigste delen van Nederland niet tegenkomt. Grote delen van het traject waren overwoekerd met hoog opgeschoten onkruid, vaak voorzien van gemeen prikkende uitsteeksels. Het was ‘zwemmen door het groen’ en dat schiet niet erg op natuurlijk. Ondanks dat het midden in de zomer was waren de landerijen die we moesten oversteken tamelijk moerassig en werden we daar ook nog eens belaagd door loslopende stieren en reusachtige Black Angus koeien die hun kalveren beschermden. De waarschuwingsborden hingen er niet voor niets. Vlak was het ook niet. Met name de beklimming van ‘Wideopen Hill’ mocht er wezen, maar de beloning is het formidabele uitzicht. En dan heb je nog de tientallen hekjes en poortjes met telkens weer een verrassende manier van openen en sluiten met haakjes, kettingen en hendels. En tientallen houten trappetjes over de overal aanwezige stenen muurtjes. Door al deze hindernissen was het lopen veel zwaarder dan ik had verwacht en bleek de 100 km uiteindelijk een onhaalbare kaart te zijn. Bij het gehucht Bonjedward volgde de onvermijdelijke tijdsoverschrijding en dus een ‘cut-off’. Maar na 80 kilometer in bruto 14 en een half uur had ik daar wel vrede mee. Omdat ik de afstand van 4 km tussen mijn verblijfplaats in Galashiels en de startlocatie ook heen en terug hardgelopen heb was het dagtotaal 88 km. De volgende ochtend heb ik nog een uur of 4 in de omgeving van Melrose gewandeld dus al met al heb ik die 100 km toch wel gelopen.

Het had trouwens weinig gescheeld of het was veel minder geweest. Na een kilometer of 40 moest ik namelijk de bosjes in voor een sanitaire stop. Toen ik daar weer uit kwam was ik even de richting kwijt. Door mijn Garmin werd ik echter al snel gewaarschuwd en kon ik weer op de juiste route komen. Een loopster achter mij had dat echter gezien en bij de eerstvolgende checkpost aan een marshall gerapporteerd dat zij een ‘gedesoriënteerde loper’ had gezien met rugnummer 6. Toen ik daar even later zelf arriveerde en in het gras in de schaduw ging zitten om wat te eten en te drinken kwam er iemand op me af die me recht in de ogen keek en vroeg ‘Do you really want to continue? It’s your choice, but on a scale from 0 to 10 I give you a 5′. OK, ik had wat last van de warmte op dat moment maar voelde me verder prima en zei dat ook. Gelukkig gaf die marshall me het voordeel van de twijfel en mocht ik verder. Als hij ‘nee’ had gezegd dan was het daar afgelopen geweest. Verderop kwam ik diezelfde loopster weer tegen en opnieuw vroeg ze ‘are you feeling well?’, waarop ik geïrriteerd reageerde  met ‘Yes I am fine, but why do you keep asking?’ Daarna heb ik gelukkig geen last meer gehad van die ongetwijfeld goed bedoelende maar overbezorgde dame.

On the Border

Ik heb genoten van deze schitterende en afwisselende route. Als je graag lange afstanden in de natuur loopt dan kun je alleen maar jaloers zijn op degenen die aan de overkant van de Noordzee wonen. Hoewel ook zij natuurlijk soms een flinke rit moeten maken om de vaak afgelegen startlocaties te bereiken. Het weer was echt on -Engels (of on-Schots zo je wilt). De hele dag vrijwel onbewolkt. Af en toe zelfs wat te warm, wat het extra zwaar maakte. De zonsondergang was prachtig, temeer daar op datzelfde moment een grote en mysterieuze volle maan boven de met gouden graan beklede heuvels verscheen. Ik kreeg er tranen van in mijn ogen. De foto’s spreken voor zich dus ik hoef hier geen uitgebreide landschapsbeschrijving te geven. Google maar op ‘St. Cuthberts Way’ en je krijgt alle info die je wilt. Het enige dat ik daaraan wil toevoegen is dat ik zo diep onder de indruk ben dat de kater van een DNF daardoor volkomen wordt uitgewist. Ja, die 60 foto’s hebben me natuurlijk ook tijd gekost en die kop koffie daar in die pub in Town Yetholm na 55 km heb ik me ook goed laten smaken…

Op Wideopen Hill

De organisatoren bleken ondanks de nogal merkwaardige naam ‘The Trail Outlaws’ die ze zich hebben toegemeten aardige mensen te zijn die een mooi evenement hebben neergezet. De bevoorrading was veel uitgebreider dan ik van veel Engelse (Schotse) ultra’s gewend ben. De enkele keer dat we een drukke weg moesten oversteken werden we geassisteerd door verkeersregelaars. Na afloop was er heerlijke soep en pizza en tot mijn verrassing mocht ik ook nog een mooie medaille mee naar huis nemen. Niet van de 100 km natuurlijk maar van de 72 km (45 mijl) route die ook gelopen werd.

Toch moet ik onder ogen zien dat ik zo langzamerhand zal moeten gaan kiezen voor wat kortere afstanden. Mijn tempo is gewoon te laag geworden. Zo tussen de marathon en 70 kilometer is op dit soort terrein meer dan genoeg. Zeker in combinatie met de inspanning van het reizen en alle noodzakelijke voorbereidingen op de voorafgaande dag.

Prestatie of niet? Hardlopen of wandelen? Ultra of hike?
In mijn beleving was het dat allemaal, maar daar bovenuit vooral een pelgrimstocht met als bestemming: mijzelf.

8 juli 2017
St. Cuthberts Way Ultra
80 km
1505 phm
14u41m bruto
Doorkomsten:
A1: 01:08:22
Wooler: 04:12:34
Hethpool: 07:23:29
Morebattle: 11:08:13
Bonjedward: 14:40:55
Route
Foto album