Pontjesroute Noord-Holland

Vandaag had ik een vrije dag en met het ook op de ultra’s van dit najaar had ik me voorgenomen om weer eens een wat langere duurloop te doen. Dat werd opnieuw een route door Noord-Holland en wel (een aangepaste versie van) de zogenaamde ‘pontjesroute’. Die heet zo omdat er een aantal keer met kleine pontjes moet worden overgestoken. Ik ben gestart in Uitgeest en heb vervolgens een grote ronde linksom het Uitgeester- en Alkmaardermeer gelopen met een uitstapje naar de Rijp en Graft in de Schermer. Na anderhalve kilometer bedacht ik me dat ik vergeten was om uit te checken zodat het me beter leek om weer terug te keren naar het station. Zo kwam er dus 3 kilometer extra bij. Het eerste pontje was  het Molletjesveer bij West-Knollendam. Op de website staat: ‘Pontje Molletjesveer is een zelfbedieningspontje dat (langzaam) voortbeweegt met een groot wiel waarmee je het pontje mee langs een ketting trekt. Dat is doorgaans flink werken.’ Nou, dat heb ik geweten. Samen met een andere (fiets-)passagier hebben we ons letterlijk een slag in de rondte gedraaid en ik was bekaf toen we de overzijde bereikt hadden. Energie die ik later op de route goed had kunnen gebruiken. Het tweede pontje was een stuk gemakkelijker. Het was de gemotoriseerde ‘Jan Hop’ bij Spijkerboor. Een echt mini-pontje waarmee de vriendelijke schipper je voor 80 cent (met fooi 1 euro) over vaart. Voordat ik de pont nam heb ik in ’t Heerenhuis een cappucino gedronken. Ik had toen zo’n 16 kilometer afgelegd maar het leken er veel meer. Een slecht teken.

Vandaar ging het naar het historische de Rijp en Graft. Noord-Hollandse glorie, maar het genot daarvan werd een beetje verzuurd doordat ik me toen al, na 20 kilometer moe en futloos begon te voelen. Bij Graft dacht ik serieus over om de lus door via Grootschermer maar over te slaan. Toch ben ik daar rechtsaf gegaan en dat was maar goed ook, want de route langs Noordeinde en Driehuizen (wat mooi is dat dorp!) was honderd procent de moeite waard. Vanaf Noordeinde ben ik dus inderdaad afgeslagen naar Driehuizen zodat ik Grootschermer rechts heb laten liggen. Daarmee compenseerde ik de 3 kilometer die ik in Uitgeest extra had gelopen. Na West-Grafdijk volgde er een saai en taai stuk langs de N244. Het fietspad lag achter de dijk waardoor er van het Alkmaardermeer niet zo veel te zien was.

Het derde pontje (dat wat groter was zodat het ook auto’s kon vervoeren) was dat over het Noord-Hollands kanaal bij Akersloot. In Akersloot, op zo’n 35 kilometer, ging het kaarsje helemaal uit en ben ik afwisselend joggend en wandelend uiteindelijk naar het station van Castricum gestrompeld over een best nog wel mooi gedeelte. Een bijzondere route van 42 kilometer, dat wel. Jammer dat het met de conditie toch wel tegenviel. Misschien had dat ook wel te maken met het weer: na vele weken was het eindelijk weer eens een graad of 20 en het voelde vochtig en benauwd aan.  Ook had ik de laatste 20 kilometer een vrij krachtige westenwind tegen.

Hoe dan ook, er zal nog heel wat moeten gebeuren wil die 100 kilometer Indian Summer Trail een succes worden. Begin oktober nog een test van 40 á 50 kilometer en dan weet ik of ik daar wel of niet ga starten.

Route

Westerstorm

Het lopen tijdens een zware storm is een aparte ervaring maar ook een enigszins riskante onderneming. Vandaag stond weercode Oranje uit voor de kustprovincies in verband met storm en zware tot zeer zware windstoten. Tussen ’s ochtends 9 en 10 uur was het weergeweld op zijn hevigst, met in IJmuiden op de pier windkracht 10 en een uitschieter van 126 km/uur.
En juist daar lag het doel van mijn onderneming. Van huis vertrokken om circa 11 uur liep ik via de Heerenduinen naar de Zuidpier (ca. 15 kilometer). De windkracht was nog steeds 8 á 9. In de bossen langs de duinrand was het ronduit gevaarlijk. Af en toe was het alsof er een straaljager door de bomen gierde en kraakte het aan alle kanten. Soms regende het afgebroken takken. Ik zorgde er wel voor dat ik me tijdens de zwaarste windvlagen niet aan de lijzijde van oude bomen bevond.

Hoe dichter ik bij zee kwam, hoe heftiger het werd. Langs de Heerenduinweg was het moeilijk vooruitkomen en in de Marina van IJmuiden krijste de wind in de tuigage van de daar liggende jachten. Ook het stuifzand dat vanaf het strand recht in mijn gezicht werd geblazen was niet bepaald prettig. Maar dat alles werd beloond met het fenomenale schouwspel van het woeste water en de over de pier heenslaande zeeën. De pier zelf was natuurlijk afgesloten,  maar vanaf het kleine havenhoofd was mooi te zien hoe twee grote zeeschepen ondanks het weer toch nog naar binnen en naar buiten konden varen. Mijn zeemanshart begon er sneller van te kloppen. Na daar een half uur in storm en regen te hebben gestaan ben ik teruggelopen naar IJmuiden-dorp om van daar uit comfortabel met de bus naar huis te gaan.

 

Monnikentocht

Het klooster van Ter Apel

In 2011 en 2009 heb ik de Monnikentocht ook al eens gelopen. Een leuke landschapsloop door de Westerwolde. Dat is de naam voor de ZO-punt (!) van de provincie Groningen. Mooie natuur, bossen, kanaaltjes en landerijen. Het doet meer aan Drenthe dan aan Groningen denken en volgens der Groningers is het zelfs mooier dan Drenthe. In elk geval is de rust er nog tastbaarder dan in Drenthe.

De Monnikentocht is wat je zou kunnen noemen een ‘comfortabele’ loop. Een goed uitgeruste startlocatie (restaurant bij de abdij van Ter Apel), een leuke finish in het historische hart van Bourtange, vervoer per golfkarretje naar de nabijgelegen camping met douches en een zitje aan de vijver, busvervoer terug naar Ter Apel. Daar tussenin een afwisselende en goed beloopbare route met om de 5 kilometer een uitgebreide verzorgingspost. Kortom, de verwende ultraloper wordt op zijn wenken bediend en dat is een van de redenen dat er elk jaar weer recidivisten aanwezig zijn vanuit het hele land. Ondanks dat is het geen massaal gebeuren doordat de kortere afstanden ergens anders starten (Sellingen). Er deden ook wandelaars mee, maar die waren al eerder gestart.

Dit jaar heb ik voor de 43 km gekozen. Vanwege mijn wat langzamere loopsnelheid kwam dat beter uit, want dan kon ik min of meer tegelijk finishen met mijn loopmaat Tom van de Veldt, die de 51 km liep. Ondanks dat kwam hij me vlak voor Bourtange nog voorbij en finishte als eerste overall! Wat zo’n Spartathlon-training als niet met iemand doet! Onderweg sprak ik nog Jacolien Schreuder uit Haarlem die ook een goede 51 km liep.

Op sommige stukken was het nogal warm, maar verder hadden we niets te klagen over de omstandigheden: een flauw windje, droog en een zonnetje dat een beetje werd afgeschermd door sluierbewolking. Naar mijn gevoel heb ik redelijk gelopen, met aan het eind een paar kleine (enkele minuutjes) wandelmomentjes terwijl ik wat aan het eten was. Alleen de linker voet deed pijn omdat de Hallux Valgus (scheefstaande grote teen) weer aan het opspelen is. Op de terugreis in de auto met Tom leidde dat tot interessante discussies over wat langdurig ultralopen in goede en verkeerde zin met je psyche en je lijf doet. Onze conclusie was dat het moeilijk is om tot een eenduidige conclusie te komen. Dus moeten we onszelf maar als testcases opwerpen en nog een tijdje doorlopen. We shall see.

Finish in Bourtange

Monnikentocht Ter Apel
26 augustus 2017
43 km
4u27m

Heideloop in de Schoorlse Duinen

De heide bloeit weer in de Schoorlse Duinen! Voldoende reden om op deze winderige en koele zomerdag net als vorig jaar weer eens een uitdagende loop in dit prachtige gebied uit te stippelen. Deze keer heb ik de route rechtsom gelopen: van Alkmaar via Bergen noordwaarts tot in het duingebied onder Harger en langs de westrand van de dennenbossen bij Schoorl weer zuidwaarts terug naar Bergen.

Het Oude Hof in Bergen, bakermat van de ‘Bergense School’

Dat zijn zo’n 30 bijzonder pittige kilometers, vooral in het noordelijke deel, waar kilometer na kilometer het ene na het andere duintje over mulle zandpaadjes beklommen en afgedaald moet worden. Daarna volgen er aan de Schoorlse kant nog een paar stevige klimmetjes over met dichte dennenbossen bedekte duinen van enkele tientallen meters hoog. Voeg daarbij de forse  en vlagerige westenwind van 6 á 7 Beaufort en je hebt de ingrediënten voor een parcours dat er zijn mag.

En dat niet alleen vanwege de zwaarte, maar ook vanwege de adembenemende schoonheid van dit duin- en bosgebied. Onderstaande foto’s proberen daar een indruk van te geven.

Deze loop sluit een zomerse reeks af van 5 zaterdagse 30-plussers in successie, allemaal (deels) boven het Noordzeekanaal. Volgende week staat de Monnikentocht (43 km) gepland en daarna volgt de vakantie in Italië.

Route

50×350 en nog meer bijzondere cijfertjes

Nadat juni 2017 de 100e maand was met een totaal van 300 km of meer kan ik aan die bijzondere categorie van mijlpalen nu ook juli 2017 toevoegen als zijnde de 50e maand waarin ik in totaal 350 km of meer kilometer heb afgelegd. Natuurlijk niet in een aaneengesloten reeks, maar sinds augustus 2009. Toen, 8 jaar geleden, liep ik met 358 km voor het eerst meer dan 350 km in één kalendermaand. Tot die 50 350-plussers behoren er trouwens 10 van 400-plus en 1 van 450-pus.

Ik moest er in de afgelopen maand trouwens wel even aan sleuren om op die 350-plus (om precies te zijn 371 km) uit te komen. Met 32 km op 29 juli, 17 op de 30e en 15 op de 31e lukte het op de valreep nog net.  Als gevolg van het nogal trage herstel van de St. Cuthberts Way ultra liep het maandtotaal aanvankelijk maar langzaam op.

Maar goed, het is binnen en inmiddels doemt er alweer een nieuw ‘leuk cijfertje’ op. Als ik namelijk nog 4 lopen in het buitenland doe dan kom ik uit op een totaal van 50 (ultra)marathons in het buitenland. Zou dat de volgende cijfermatige mijlpaal zijn?  Hoewel…, nog 6 georganiseerde marathons/ultra’s en dan zou die teller op 150 staan…

Door een Zee van Staal

De watertaxi van IJmuiden

Tussen april en oktober vaart er een watertaxi tussen de Kop van de Haven in IJmuiden en de overzijde van het Noordzeekanaal, aan het begin van de Noordpier. Het is een leuk vaartochtje van een kleine 2 kilometer waarbij het Forteiland aan de zeezijde gepasseerd wordt en je de vaarroute van en naar de sluizen doorkruist. Voor 4 euro vaar je heen en terug. Als loper biedt het mij de gelegenheid om zonder heen en/of terug een enorme omweg rondom het Corus-complex te hoeven maken het gebied rondom de Noordpier te verkennen. Die pier is een stukje korter dan de Zuidpier en ligt bij zuidwesten wind in de beschermende omarming daarvan. Om die reden blijft hij bij een stevige zuidwester (zoals vandaag met ZW 6 á 7 buitengaats) langer geopend dan de Zuidpier, die dan de volle laag krijgt.

Het ‘oude’ licht op de Noordpier met in de verte de Zuidpier en de havenmond

Op de Noordpier staan twee rood-wit gestreepte bakens, één helemaal aan het eind en één op een derde van de lengte, aan het einde van de oorspronkelijke pier, voordat deze verlengd werd. Het ligt op een verhoogd stenen plateau dat je via een trap moet betreden. Een fotogenieke setting.

Zicht op Wijk aan Zee vanaf het Paasduin

Bij Wijk aan Zee ligt een hoog duin, het Paasduin (zo geheten omdat daarop naar verluid vroeger de Paasvuren werden ontstoken), dat door zijn geïsoleerde ligging direct in het oog springt. De steile, met helmgras begroeide flanken beklim je via een reeks van trappen. Bovenop de winderige top heb je een mooi uitzicht over Wijk aan Zee, de hoogovens van Corus en de beide in de Noordzee uitstekende pieren. Tussen dit duin en het afgesloten Corusterrein ligt de ‘Zee van staal’, een uitgestrekt terrein waarop diverse uit staal vervaardigde, groteske en gigantische kunstwerken staan. Door die Zee van Staal loopt een pad richting het Noordzeekanaal. Aan het eind van dat pad staan drie enorme windturbines die al van ver te zien zijn. Hier liggen ook de vele tientallen meters hoge bergen kolen en ijzererts die door de hoogovens verwerkt worden.

Zeewaarts uitzicht vanaf het Paasduin in Wijk aan Zee

Zowel de vorige als deze zaterdagmiddag heb ik een route van zo’n 30 kilometer gelopen die uit noordelijke richting bij de watertaxi uit kwam (vertrek naar IJmuiden om 14:35). Vorige week via Spaarnwoude en de pont bij Velzen en daarna helemaal om Corus heen. Deze week vanaf Castricum via het zuidelijke deel van het Noord-Hollands Duinreservaat. Mooie tochten, met een boeiende afwisseling van natuur en infrastructuur.

Route van 22 juli
Route van 29 juli

On a scale from 0 to 10 I give you a 5

Passage van de getijstrook bij Lindisfarne

St. Cuthberts Way is een lange afstands wandelroute van Melrose in het district ‘The Scottish Borders’ naar het ‘heilige eiland’ Lindisfarne aan de Engelse kust. Hij is genoemd naar de gelijknamige heilige die in Melrose leefde en als pelgrim naar Lindisfarne trok waar hij zijn laatste rustplaats vond. Zulke routes, die van goede routemarkeringen zijn voorzien, lenen zich uitstekend voor het uitzetten van een ultraloop. De St. Cuthberts Way ultra volgt dit ruim 100 km lange pad in omgekeerde richting. Wat Schotten en Engelsen ‘goed bewandelbare paden’ noemen zijn echter geen gemakkelijke schelpenpaden maar regelrechte trails zoals je die in zelfs de ruigste delen van Nederland niet tegenkomt. Grote delen van het traject waren overwoekerd met hoog opgeschoten onkruid, vaak voorzien van gemeen prikkende uitsteeksels. Het was ‘zwemmen door het groen’ en dat schiet niet erg op natuurlijk. Ondanks dat het midden in de zomer was waren de landerijen die we moesten oversteken tamelijk moerassig en werden we daar ook nog eens belaagd door loslopende stieren en reusachtige Black Angus koeien die hun kalveren beschermden. De waarschuwingsborden hingen er niet voor niets. Vlak was het ook niet. Met name de beklimming van ‘Wideopen Hill’ mocht er wezen, maar de beloning is het formidabele uitzicht. En dan heb je nog de tientallen hekjes en poortjes met telkens weer een verrassende manier van openen en sluiten met haakjes, kettingen en hendels. En tientallen houten trappetjes over de overal aanwezige stenen muurtjes. Door al deze hindernissen was het lopen veel zwaarder dan ik had verwacht en bleek de 100 km uiteindelijk een onhaalbare kaart te zijn. Bij het gehucht Bonjedward volgde de onvermijdelijke tijdsoverschrijding en dus een ‘cut-off’. Maar na 80 kilometer in bruto 14 en een half uur had ik daar wel vrede mee. Omdat ik de afstand van 4 km tussen mijn verblijfplaats in Galashiels en de startlocatie ook heen en terug hardgelopen heb was het dagtotaal 88 km. De volgende ochtend heb ik nog een uur of 4 in de omgeving van Melrose gewandeld dus al met al heb ik die 100 km toch wel gelopen.

Het had trouwens weinig gescheeld of het was veel minder geweest. Na een kilometer of 40 moest ik namelijk de bosjes in voor een sanitaire stop. Toen ik daar weer uit kwam was ik even de richting kwijt. Door mijn Garmin werd ik echter al snel gewaarschuwd en kon ik weer op de juiste route komen. Een loopster achter mij had dat echter gezien en bij de eerstvolgende checkpost aan een marshall gerapporteerd dat zij een ‘gedesoriënteerde loper’ had gezien met rugnummer 6. Toen ik daar even later zelf arriveerde en in het gras in de schaduw ging zitten om wat te eten en te drinken kwam er iemand op me af die me recht in de ogen keek en vroeg ‘Do you really want to continue? It’s your choice, but on a scale from 0 to 10 I give you a 5′. OK, ik had wat last van de warmte op dat moment maar voelde me verder prima en zei dat ook. Gelukkig gaf die marshall me het voordeel van de twijfel en mocht ik verder. Als hij ‘nee’ had gezegd dan was het daar afgelopen geweest. Verderop kwam ik diezelfde loopster weer tegen en opnieuw vroeg ze ‘are you feeling well?’, waarop ik geïrriteerd reageerde  met ‘Yes I am fine, but why do you keep asking?’ Daarna heb ik gelukkig geen last meer gehad van die ongetwijfeld goed bedoelende maar overbezorgde dame.

On the Border

Ik heb genoten van deze schitterende en afwisselende route. Als je graag lange afstanden in de natuur loopt dan kun je alleen maar jaloers zijn op degenen die aan de overkant van de Noordzee wonen. Hoewel ook zij natuurlijk soms een flinke rit moeten maken om de vaak afgelegen startlocaties te bereiken. Het weer was echt on -Engels (of on-Schots zo je wilt). De hele dag vrijwel onbewolkt. Af en toe zelfs wat te warm, wat het extra zwaar maakte. De zonsondergang was prachtig, temeer daar op datzelfde moment een grote en mysterieuze volle maan boven de met gouden graan beklede heuvels verscheen. Ik kreeg er tranen van in mijn ogen. De foto’s spreken voor zich dus ik hoef hier geen uitgebreide landschapsbeschrijving te geven. Google maar op ‘St. Cuthberts Way’ en je krijgt alle info die je wilt. Het enige dat ik daaraan wil toevoegen is dat ik zo diep onder de indruk ben dat de kater van een DNF daardoor volkomen wordt uitgewist. Ja, die 60 foto’s hebben me natuurlijk ook tijd gekost en die kop koffie daar in die pub in Town Yetholm na 55 km heb ik me ook goed laten smaken…

Op Wideopen Hill

De organisatoren bleken ondanks de nogal merkwaardige naam ‘The Trail Outlaws’ die ze zich hebben toegemeten aardige mensen te zijn die een mooi evenement hebben neergezet. De bevoorrading was veel uitgebreider dan ik van veel Engelse (Schotse) ultra’s gewend ben. De enkele keer dat we een drukke weg moesten oversteken werden we geassisteerd door verkeersregelaars. Na afloop was er heerlijke soep en pizza en tot mijn verrassing mocht ik ook nog een mooie medaille mee naar huis nemen. Niet van de 100 km natuurlijk maar van de 72 km (45 mijl) route die ook gelopen werd.

Toch moet ik onder ogen zien dat ik zo langzamerhand zal moeten gaan kiezen voor wat kortere afstanden. Mijn tempo is gewoon te laag geworden. Zo tussen de marathon en 70 kilometer is op dit soort terrein meer dan genoeg. Zeker in combinatie met de inspanning van het reizen en alle noodzakelijke voorbereidingen op de voorafgaande dag.

Prestatie of niet? Hardlopen of wandelen? Ultra of hike?
In mijn beleving was het dat allemaal, maar daar bovenuit vooral een pelgrimstocht met als bestemming: mijzelf.

8 juli 2017
St. Cuthberts Way Ultra
80 km
1505 phm
14u41m bruto
Doorkomsten:
A1: 01:08:22
Wooler: 04:12:34
Hethpool: 07:23:29
Morebattle: 11:08:13
Bonjedward: 14:40:55
Route
Foto album

100 x 300 !!

100 x 

En eindelijk is het dan zo ver: het maandtotaal van juni is 315 kilometer.
Dat betekent dat een langgekoesterd doel bereikt is: 100 maanden waarin ik per maand 300 of meer kilometer hardgelopen heb.

Het begon in 2006 met in dat jaar 3 maanden (april, juli, augustus) boven de 300 km. Maar de echte vrijwel aaneengesloten reeks startte in mei 2009.  Sindsdien heb ik alleen in december 2009 (276 km) en augustus 2016 (289 km) een maandtotaal van onder de 300 km gelopen. In augustus 2016 was dat het gevolg van een blessure.
In maart 2009 liep ik mijn eerste ultra (Connemara, Ierland) en daarna kreeg ik een longontsteking waarvan ik in april 2009 herstelde. Daarna begon dus die 300 km-plus reeks die nu al 8 jaar gaande is. In die periode zaten 49 maanden van boven de 350 km, 11 van boven de 400 km en 1 van boven de 450 km (oktober 2011, 452 km).
Gemiddeld heb ik dus sinds mei 2009 ruim 10 km per dag gelopen. Het past niet om trots op jezelf te zijn, maar het is wel een memorabel moment. Ik kan me zoveel maanden herinneren dat ik door blessures, ziektes of andere omstandigheden heel wat discipline en doorzettingsvermogen heb moeten opbrengen om die 300 km te halen.

Te veel gevraagd

Nou, dat is dan duidelijk. Na een 9-uursloop met bijna 80 kilometer in de warmte heb ik gewoon méér dan 1 week herstel nodig. Om zeven dagen later een 6-uursloop te doen is voor lijf én geest duidelijk teveel gevraagd. De benen waren van het begin af aan zwaar en de geest niet voldoende gemotiveerd. Op zich was het een leuk rondje daar in Hoofddorp. Atletiekbaan van AV Haarlemmeer, een mooi pad onder imposante oude bomen en een stukje wijk. Een lekkere bries uit het zuidwesten en een bewolkte hemel waar af en toe wat motregen uit viel. Wel een hoge luchtvochtigheid waardoor het een beetje klam aanvoelde.
Na 3 uur stevende ik nog steeds af op een 60-plusser, maar de motivatie om door te zetten ontbrak. Gedachten als ‘OK, maar waarom zou ik daar moeite voor doen? Wat is het bijzondere ervan? Ben ik dan niet tevreden met die 78-plus van vorige week?’. En ‘wat valt hier eigenlijk te bewijzen? Over twee weken is het allemaal alweer vergeten want dan is de volgende loop’. Toen ik na een korte pauze niet meer goed op gang kwam en duidelijk werd dat ik ook nog eens onder de 60 uit zou komen was het bijna gedaan. Vervolgens ging de speaker na mijn passage ook nog eens door de microfoon uitleggen ‘dat het er weliswaar bij die ultralopers veel langzamer uitzag dan we gewend zijn van baanatleten, maar (etc.)’ had ik het ineens helemaal gehad. De marathon worden, niet meer en niet minder, en dan de doek in de ring. Zo gezegd, zo gedaan na 4 uur en 18 minuten.

Geeft niet, ik had het eigenlijk vooraf al kunnen weten. Boompje komt om zijn loontje. Thuisgekomen viel ik als een blok in slaap, dat zegt genoeg. Was een goede leerschool en een goede training in één, dat wel. Elk nadeel hep zijn voordeel.

24 juni 2017
6-uursloop Haarlemmermeer
42,7 km in 4u18m
9,92 km/u