Ik zal heel wat jaren in de tijd terug moeten gaan om bij een stadsmarathon uit te komen. 2008, Amsterdam. In 2009 liep ik nog enkele 100% asfalt-marathons (Gilze, Athena). Sindsdien waren er nog wel een paar ultra’s op asfalt, zoals de Rondjes Amsterdam en Haarlem. Maar het accent is toch vooral op het traillopen komen te liggen, op een natuurlijke ondergrond. Dus toch wel een bijzondere ontwikkeling dat ik ineens weer geïnteresseerd ben in snelheid. Misschien om te bewijzen dat ik het tempolopen nog niet helemaal verleerd ben.
Dit was de tweede keer dat ik de hele afstand in Leiden liep. De vorige keer was in juni 2007 (!). Het is me prima bevallen. Hoewel start en finish in het oude stadscentrum waren voerde het parcours grotendeels door het mooie Groene Hart. En passant leuke dorpjes, zoals Hazerswoude, Hoogmade, Roelofsarendsveen en Oud Ade. Overal was het feest, orkestjes, klederdrachten, vlaggen en wimpels alom. Het deed denken aan de Dam tot Damloop, met dat verschil dat het op sommige stukken juist heel rustig was en de fraaie mei-natuur het alleen voor het zeggen had.
Leiden is met een dikke 700 deelnemers geen grote marathon, maar kan wel bogen op een rijke traditie, een perfecte organisatie en een warme en enthousiaste entourage. De start is massaal, omdat de bijna 2500 halve-marathonlopers tegelijk met de marathon starten. Maar dat werd allemaal in goede banen geleid door middel van startvakken. Het Wilhelmus, gezongen vanaf het bordes van het stadhuis, gaf een plechtig en enigszins theatraal tintje aan de start. Met een tijd van 3u53min heb ik er meer uitgehaald dan ik verwacht had. Ja hoor, ik kan het nog steeds. Bijzonder was het moment, zo rond de 30 kilometer, dat ik op vetverbranding overschakelde. Terwijl nogal wat lopers om mij heen de man met de hamer tegenkwamen voelde ik een nieuwe energiebron, alsof er een grote kaars in mijn binnenste was aangestoken. Dat resulteerde in een waarachtig runners high, hoewel het beruchte interval tussen de 34 en de 39 kilometer toch wel even doorbijten was, met name vanwege de oplopende temperaturen in de felle zon boven het warme asfalt. Het werd als gevolg daarvan geen ‘negative split’, maar het verval bleef beperkt tot minder dan 2 minuten. Voldoende vlak dus.
Nou, je hoort het al, ik heb de smaak weer te pakken. Maar dat betekent nog niet dat ik weer fanatiek snelheidstrainingen op de baan zal gaan doen. Trouwens, over de baan gesproken, ik denk er serieus over om half juni weer de 9-uurs van Den Haag te gaan doen…

Leiden Marathon
21 mei 2017
3:53:01
10,86 km/u
Overall 269 van 733
Male 250 van 605
M60 14 van 55


Voor iemand die graag trails loopt zijn de polders van Oostelijk Flevoland nu niet direct het eerste waar je aan denkt wanneer je een trainingsloop van dik 40 kilometer aan het plannen bent. Er dringt zich een beeld op van saaie, kaarsrechte, boomloze asfaltwegen langs eindeloze rijen windmolens met hier een daar een modern agrarisch bedrijf en elke twintig kilometer of zo een betonnen woonkern zonder allure. Inderdaad, over zulke wegen heb ik vandaag ook gelopen. En het enige dorp waar ik na 21 kilometer doorheen kwam, Swifterbant, was oersaai en telde welgeteld één snackbar waar een kop koffie te krijgen was. Toch is het lopen door zo’n gebied een indrukwekkende ervaring. Een enorme vlakte, één en al horizon onder een lucht die zo laag hangt dat je voortdurend de neiging voelt om je te bukken. Nederigheid is op zijn plaats in dit Nederland van Nederland. Een lange trail door bergen en bossen zet je als mens op zijn plaats, maar deze uitgestrekte monotonie overweldigt op een onvergelijkbare wijze. Je loopt, maar er komt geen eind aan, er is geen eind. Een nieuw land waarvan de golven van de Zuiderzee de enige historie zijn.
Maar in het voorjaar wordt deze zeebodem omgetoverd in een kleurig palet. Wit, oranje, vuurrood, paars, geel. Tulpen. Veld na veld, net zo eindeloos als dit land eindeloos is. Letterlijk een zee van bloemen. Toegegeven, eind april is dit fenomeen al over zijn hoogtepunt heen, veel tulpen zijn dan al gekopt. Maar er waren er nog genoeg over. Speciaal voor deze gelegenheid heeft men een ‘Tulpenroute Dronten’ gemarkeerd. Delen daarvan heb ik al hardlopend en fotograferend gevolgd en dat was zeker de moeite waard. Veel velden kun je betreden en, neergehurkt tussen de banen met bloemen, jezelf een schipbreukeling wanen op een vlot in een oceaan van geur en kleur.


Vandaag werd de 60 van Texel gelopen maar de 60 km vind ik daar te druk en voor de 120 km was ik niet gekwalificeerd. Gelukkig maar, want het was een zware editie met Noord 5 á 6 tegen op het strand in de tweede ronde. Ik zou de krappe cut-off tijd van 13 uur nooit gehaald hebben.
Voor de 6e keer heb ik deelgenomen aan de door Willem Mütze in samenwerking met wandelvereniging de LAT georganiseerde ‘Ultraloop Castricum’. Wanneer je deze loop van 62 kilometer ‘zwaar’ noemt dan overdrijf je niet. Het parcours loopt nagenoeg alleen over natuurpaden en bevat strandpassages, talloze duinen en veel, heel veel zand. Vanuit Castricum (met het eerste ‘klimduin’ al na een paar honderd meter) loop je naar Castricum aan Zee, dan via een stukje strand en het duingebied naar Egmond aan Zee en vervolgens over het strand naar Bergen aan Zee. Daarna een grote lus door de Schoorlse Duinen, waarbij de Schoorlse Nok (een bijna 50 meter hoog en steil duin), het Klimduin en ‘Jan Bas zijn Tuintje (zandverstuiving) hun herinnering nalaten in je kuiten. Daarna gaat het via de oostelijke rand van het duingebied weer helemaal terug naar Castricum. Ook dit is geen gemakkelijk stuk, met wederom diverse zandpartijen maar ook mooie uitkijkjes over de in bloei staande bollenvelden.

Dit weekend blijk ik een mijlpaal bereikt te hebben. Met de duurloop van vandaag (1 april!) heb ik het totaal aantal hardloopkilometers van 55.000 overschreden. Nog 5000 erbij en ik ben anderhalf keer de aarde rondgelopen langs de evenaar. Wie weet gaat dat nog lukken.



Het is voorjaar!!