Durham

Kathedraal van Durham in de vroege ochtend

Een korte vakantie bood de mogelijkheid om weer eens op Engelse bodem te lopen. Met de boot zijn we vanaf IJmuiden naar Newcastle overgestoken voor een verblijf in Durham, bekend van zijn mooie kathedraal op de hoge oever van de rivier de Wear. Het was mooi droog en zonnig weer, wel een beetje fris met een schrale noordoosten wind. Naast het genieten van deze prachtige stad was er dus gelegenheid voor twee rondjes van elk ruim 10 kilometer, één aan het eind van de middag en de tweede de volgende dag ’s ochtends vroeg. Vooral bij die laatste was het behoorlijk fris met een temperatuur van amper boven nul. De routes had ik thuis al uitgeplozen op afstandmeten.nl en in de Garmin gezet. Het bleken twee mooie, afwisselende en best wel pittige loopjes te zijn met het nodige klimwerk over behoorlijk steile hellingen. Gelukkig had ik met mijn trailschoenen voldoende grip op de droge ondergrond. Mat regen zou het een heel ander verhaal geweest zijn!

Uitzicht op de River Wear vanaf Whinney Hill

M65!


Afgelopen donderdag ben ik ‘gepromoveerd’ naar een nieuwe leeftijdscategorie: de M65!
Wat was er mooier dan om dit twee dagen later te kunnen omlijsten met een uitstekend gelopen Castricum marathon. Uitstekend in die zin dat het van begin tot eind ‘lekker’ ging, resulterend in een tijd die meer dan 16 minuten sneller was dan vorig jaar. Eigenlijk is het ‘met zijn 44 km een enigszins ‘opgeblazen’ marathon, het kleine broertje of zusje van de eveneens ‘opgeblazen’ 60km (die dus bijna 64 is).
Misschien had ik mijn 65e verjaardag wel moeten omlijsten met een afstand van 65 km, maar dat was niet mogelijk omdat ik in verband met de verjaardagspartij later die middag op tijd thuis moest zijn. Nou, dat is gelukt. Want niet alleen heb ik sneller dan verwacht gelopen maar ook de NS hielp een handje meer door in verband met werkzaamheden bij Zaandam éénmalig een ‘non-stop’ Intercity tussen Castricum en Haarlem te organiseren.

Wat dat organiseren betreft, Willem en Annemarie hebben dat weer excellent gedaan. Zo stond de camper weer bij de strandopgang in Bergen te wachten met heerlijke warme tomatensoep. En na een rondje van 2,5 km (want ik liep dus de marathon), was ik daar alweer terug, ditmaal voor het onvolprezen sneetje brood met gebakken ei. Voor de post in Egmond zorgde de LAT (yes, koffie!!). Maar de Lat stopt er na dit jaar waarschijnlijk mee, hoorden we bij monde van de scheidende voorzitter/marsleider. De wandelvereniging houdt er in verband met teruglopende ledenaantallen waarschijnlijk mee op. Dus of er volgend jaar weer een Castricum Bos-, Duin- en Strandloop zal zijn?

We zullen het zien. Maar hoe dan ook, het was weer een heerlijk loopje. Wat mij betreft net mooi zo, die afstand. Het geeft een prettig gevoel om in het laatste deel nog voldoende energie over te hebben. De natuur was prachtig, de weercondities (bewolkt, 11C, weinig wind, droog) ideaal. En daarmee zit mijn eerste marathon/ultra als M65-er er weer op!

6 april 2019
Castricum Ultra-Marathon
44 km
4:46:55
2e van 13

Sjravele door Limburg

Zo, dat was dan de eerste voltooide ultra-loop van 2019. Wat bij de Brocken Challenge niet lukte, dat voltrok zich dit keer probleemloos: finishen. En met name dat ‘probleemloze’ kwam toch wel een beetje als een verrassing, want afgelopen maandag lag ik nog in het ziekenhuis vanwege een darm-endoscopie. Nee, het ging al weken niet zo lekker met de gezondheid. Voortdurend buikpijn en pijn bij langdurig zitten. Het onderzoek heeft gelukkig niet de diagnose opgeleverd waar je bij dat soort klachten bang voor bent, maar was wel aanleiding voor een vervolgafspraak.
Na zo’n spannende en emotioneel belastend begin van de week is een rondje door Limburg lopen natuurlijk een prima uitlaatklep. Maar dan moet je het wel op kunnen brengen natuurlijk. Want de dagen na het inwendige onderzoek had ik nog regelmatig pijnlijke krampen waardoor hardlopen niet echt lekker ging. Ik twijfelde dan ook of ik wel naar Heerlen moest afreizen. Maar een testloop van ruim 20 km op woensdag voelde al een heel stuk beter aan en op donderdag en vrijdag namen ook de krampen af. Wel nam ik me voor om niet de ultra van 50 km maar de marathon te lopen. Zou ik onderweg pijn voelen, dan zou ik er onmiddellijk mee kappen. Na dat goed in mijn oren geknoopt te hebben reisde ik vrijdagavond vanaf mijn werk in Amersfoort door naar Heerlen.


Daar sliep ik net als de voorafgaande jaren in het natuurvriendenhuis Eikhold. Een prima plek met een rustige kamer voor mijzelf. Spulletjes klaargelegd en lekker op tijd naar bed. Om een uur twee ’s nachts werd ik echter wakker van een tikkend geluid. Eerst dacht ik nog dat het lucht in de CV-buizen was, want zo klonk het, maar toen ik spetters in mijn gezicht voelde sprong ik mijn bed uit. Er bleken op diverse plaatsen druppels uit het plafond te komen die terwijl ik met verbazing toekeek overgingen in stroompjes water. Er lag al een hele plas op de vloer. Snel mijn spullen opzij geschoven en hulp gezocht. Maar waar? De receptie was gesloten. Bellen? Toen zag ik een pijltje op de muur met daaronder de tekst ‘huiswacht’. Het wees naar boven, de trap op. En inderdaad, daar was een deur waarop ‘huiswacht’ stond. Ik klopte op de deur en hoorde een slaperige stem. Enfin, samen met de inmiddels aangeklede huiswacht op zoek gegaan. Via een luik kwamen we op zolder en ja hoor: die stond vol water. De warmwaterboiler bleek een barst te hebben. Er moest een reparateur gebeld worden. Ik mocht verhuizen naar een andere kamer en ben om een uur of drie weer in slaap gevallen. De verdere ontwikkelingen heb ik maar niet afgewacht.

’s Ochtends was er inderdaad geen warm water, maar dat deerde niet. Na een snel zelf-bereid ontbijtje op de kamer ben ik op mijn OV-fiets gestapt richting de startlocatie in Imstenrade. Die was niet alleen verder dan ik gedacht had, maar vooral het hoogteverschil van 100 meter was op een OV-fiets zonder versnellingen en met een volle sporttas achterop nauwelijks te overbruggen. Ik moest regelmatig van de fiets af en wandelen.


Enfin, ik was op tijd vertrokken en was een half uur voor de start ter plekke, tijdig genoeg om me om te kleden. Daar waren weer de bekende gezichten van de ‘ultra-familie’ van Willem. Ja, en daartussen menig grijzend koppie. Aan de verhalen te horen zat de adrenaline er alweer goed in en was het gezelligheid ten top.

Na deze lange inleiding wordt het tijd om ook iets over de loop zelf te zeggen.
Wel, het was weer een feest om onder auspiciën van Willem en Annemarie door het fraaie Zuid-Limburgse decor te lopen. En daarbij ook nog heerlijk weer en droge bodemcondities. Op twee of drie plaatsen was het een beetje modderig (afgezien van een plek waar we over een stapel takken door een soort moeras moesten waden), zodat mijn nieuwe trailschoenen hun merites amper hoefden te bewijzen. En waar krijg je na 10 kilometer warme tomatensoep met ballen, na 20 kilometer Limburgse vlaai, na 30 kilometer brood met gebakken ei en na 40 kilometer een beker vla? Van deze loop val je niet af, maar kom je aan! Dat gebakken ei was trouwens het laatste zetje dat ik nodig had om te besluiten niet de 42 maar de ‘hele’ 50 km te gaan lopen. Want zonder het extra lusje van 8 km over de Schweiberg zou ik niet op de post bij Mechelen zijn teruggekeerd om die heerlijke versnapering in ontvangst te nemen. De gedachte aan de volle 50 speelde sowieso al een tijdje door mijn hoofd omdat het zo ‘lekker’ ging en er van de gevreesde krampen vrijwel geen sprake was.


En zo keerden we voldaan en niet eens zo moe in Heerlen terug. En laat ik daar nou een loper (Christoph Hoffmann) spreken die ik nog kende van de Brocken Challenge in februari. Natuurlijk ging het gesprek weer over de extreme omstandigheden aan de top, maar ook de zware sneeuwcondities tussen de Jagdkopf en Lauschenbuche. En hoe jammer het was om in mijn 10e deelname niet gefinished te zijn. Je zou het toch bijna nog één keer gaan proberen … 🙂
Maar vandaag wél gefinished, en dat leverde mijn 160e georganiseerde marathonplusser op.

Sjravele door Limburg
23 maart 2019
50km, 864 phm
30e van 38 M/V

Foto’s
Route

De winter zit er weer op

Panorama vanaf de Tonneblink (32m), Amsterdamse Waterleidingduinen

Nadat we in februari een periode met onvervalst voorjaarsweer hebben mogen beleven waarbij met veel zon de temperaturen opliepen richting de 20(!) graden hebben we het de afgelopen weken moeten stellen met een zijn-staart-roerende maart.  Een strakke straalstroom joeg de ene depressie na de andere richting noordwest Europa . En dat betekende regen, heel veel regen, en regelmatig harde wind, zeg maar storm. Windstoten van 100 km/uur waren geen uitzondering. Om toch een beetje aan mijn kilometers te komen zonder daarvoor als straf gezandstraald en gegeseld te hoeven worden heb ik het strand en de pieren van IJmuiden gemeden. Die pieren waren trouwens toch niet toegankelijk. Maar ook al loop je niet op het strand, ook op de hoge duintoppen was het bij vlagen bijna onmogelijk om op de been te blijven. En nat, drijfnat werd ik in de horizontaal striemende regen. Maar dit is geen klaagzang, integendeel, ik geniet er met volle teugen van.

Misschien was de werkelijke reden om wat minder loopjes richting het vertrouwde IJmuiderstrand te doen eerder gelegen in wat ik ‘de ontdekking van de Amsterdamse Waterleidingduinen’ noem. Na aanvankelijk een beetje voorzichtig de afgepaalde routes te hebben gevolgd ben ik daar nu helemaal ‘los’ en verken ik gewapend met mijn Garmin alle onbekende paadjes en trailtjes in dat uitgestrekte gebied. En keer op keer word ik ‘zwervend in de eenzaamheid’ overweldigd door de indrukken die dat oplevert. Vooral nu met dat ‘slechte’ weer! Want bij ‘publieksvriendelijke’ condities kan het daar behoorlijk druk zijn met wandelaars. Hoewel ik nu dus paadjes weet waar je (met alle respect) het doorsnee auto-gezin niet zo snel tegenkomt. Je hebt het er voor het kiezen: aan de hoger gelegen oostzijde bossen en zandduinen, meer naar het westen het waterwingebied met talloze kanalen en meertjes en daartussenin savanne-achtige vlakten waar de wind (en de hertenkuddes) vrij spel hebben. En dan is er natuurlijk nog het strand en de zee. Een hardloopparadijs in een (grote) notendop!

Maar de winter is voorbij en vanaf nu zal het overal wel weer drukker worden. Maar wat zou het, de warme wind langs benen en armen is er niet minder prettig door. Onder de link het fotoalbum van deze afwisselende winter.

Foto’s Winter 2018-2019

 

Mooie Nel Cross

Op zondagochtend loop ik vaak een trainingsrondje rond de Mooie Nel en de Liede. Zeg maar vanuit Haarlem rechtsom over Spaarndam, Penningsveer en via Schoteroog terug naar Haarlem. Over dit gebied zegt Wikipedia het volgende:

“De Mooie Nel is een meer nabij het recreatiegebied Spaarnwoude in de gemeente Haarlemmermeer tot en met 2018 Haarlemmerliede en Spaarnwoude in Noord Holland. Het is geen op zichzelf staand meer maar een verbreding van de Binnen Liede daar waar deze uitmondt in het Spaarne en zo groot en breed is dat van een meer kan worden gesproken. Oorspronkelijk stond het meer bekend als “Mooien Hel” maar deze naam verbasterde in de loop der tijd tot Mooie Nel.”

De  naam Schoteroog is afgeleid van een klein eilandje op de plaats waar de Binnen Liede in het Spaarne uitloopt. Op de landtong ten zuiden van dit eilandje lag vroeger een vuilstortplaats. Deze heeft men helemaal bedekt met een laag zand waardoor een heuvelachtig terrein is ontstaan dat nu dienst doet als recreatiegebied. Het hoogste punt is ongeveer 20 meter hoog.

Toen ik dus vorig jaar begin maart op een zondagochtend weer eens over Schoteroog liep kwam ik midden in een hardloopwedstrijd terecht die ik nog niet kende (ja, dat komt ook voor!). En dat zo dicht bij huis. Ik nam me toen voor dat ik die ook wel eens wilde lopen. Ik was dit voornemen allang weer vergeten toen ik onlangs bij RunX in Haarlem was om een nieuw paar trailschoenen te kopen. Ik zag daar toen op de toonbank een foldertje liggen van de ‘Mooie Nel cross’. O ja, dat was hem dus! Diezelfde dag nog ingeschreven en zo stond ik dit jaar dus aan de start van de 9,8 kilometer, bestaande uit twee ronden van 4,6 kilometer. In elke ronde moest, langs verschillende routes, twee keer rondom Schoteroog gelopen worden. In totaal dus vier maal. Goed voor bijna 100 meter omhoog en omlaag.

Was het in 2018 mooi voorjaarsweer, dit keer leek het wel herfst. Een harde wind en regen, maar niet koud. Niet zo’n beetje wind overigens, want op sommige plekken werd je bijna van de heuvel af geblazen. Maar dat maakte het tot een ‘echte’ veldloop, een heuse uitdaging. Door de regen was het parcours hier en daar erg modderig geworden, zodat de nieuwe trailschoenen goed van pas kwamen. Dat gold met name voor de passages door het gras. De ondergrond was met recht afwisselend te noemen: gras, grintpaden, trappen, stukje asfalt en een behoorlijk lang stuk mul zand (ruiterpad). De vele scherpe bochten vormden een extra moeilijkheidsfactor.

Maar ik heb lekker gelopen. In de eerste ronde was het even wennen aan het tempo, maar in de tweede ronde heb ik diverse lopers ingehaald. Ik kende het terrein op mijn duimpje, dat was natuurlijk ook een voordeel. Uiteindelijk finishte ik in iets boven de 52 minuten, waar ik heel content mee ben. Echt een leuk loopje, waarbij het ‘vuile weer’ voor een extra accent zorgde.


M Overall 9,8 km: 75 van 90

Overall 9,8 km: 76 van 96

Parcours
Foto’s organisatie

Lente in februari

Vorig jaar kwamen eind februari en begin maart de ‘Grote en de Kleine Beer’ vanuit het oosten op visite met strenge vorst en schaatscondities. Dit jaar heeft februari heel andere ambities: ze wil een echte lentemaand zijn en lijkt te proberen om maart naar de kroon te steken. Temperaturen van 13 tot 17 graden zijn al een week lang geen uitzondering meer en het lijkt nog even zo door te gaan. Ik kan me niet herinneren dat ik media februari al in korte broek liep, maar dit jaar is dat goed mogelijk, hoewel het ’s nachts en in de ochtend nog wel frisjes is. Maar de middagloopjes langs velden massaal bloeiende krokussen en sneeuwklokjes gaan met blote beentjes. En dat loopt veel fijner dan in zo’n strakke legging.

Medio februari: In korte broek onder het Tacitus-tunneltje

Qua gezondheid maak ik een wat moeilijke periode door met diverse onderzoeken. Hopelijk is het van voorbijgaande aard. Op het lopen heeft het niet zo veel invloed, maar op mijn werk merk ik wel dat ik sneller moe ben. Het zou best kunnen dat het ook tijdens de Brocken Challenge ongemerkt al aanwezig was. Voor de bijna 70 kilometer die ik gelopen heb had ik 11 uur 20 minuten nodig. Een gemiddelde van 6,1 km/uur. Om de top te halen zou ik nog eens bijna 3 uur nodig hebben gehad. Ben blij dat ik dat niet geprobeerd heb.

Volle ‘supermaan’ boven Stompe Toren (Spaarnwoude) op 19 februari.

En ik heb een nieuw ‘loopgebied’ ontdekt: de Amsterdamse Waterleiding duinen. Daar kun je prachtige zwerftochten maken. In tegenstelling tot het NPZK (wat trouwens ook heel mooi is, maar dat ik inmiddels op mijn duimpje ken) mag je hier ook buiten de paden lopen en is het 100% wandelaarsgebied. Je hebt er alles: mooie bossen, zanderige trails over duintoppen en uitgestrekte, savanne-achtige vlaktes bevolkt door talloze herten. Vanuit huis is het ongeveer 10 kilometer lopen (via Visserspad en Duinpieperpad) naar de ingang bij Bentveld, dus wel iets verder dan het NPZK (Bleek en Berg ligt op een kleine 4,5 kilometer lopen). Terug pak ik daarom meestal de trein vanuit Zandvoort. Ik heb inmiddels een jaarkaart voor de duinen aangeschaft.

Uitzicht vanaf de Rozenberg (36 m) richting Zandvoort

Die Unvollendete

Het leek zo’n goed idee: mijn geboortedatum als startnummer voor mijn 10e Brocken Challenge. Tegen enige vergoeding kon je binnen bepaalde marges je eigen startnummer kiezen. Maar het gevoel herboren te zijn bleef dit jaar achterwege. Integendeel, het had meer iets weg van een geleidelijk afsterven…

De Brocken dus niet gehaald. Na ongeveer 70 kilometer, bij Köningskrug (Braunlage) wierp ik in de kille duisternis de spreekwoordelijke handdoek. Of eigenlijk wierp ik hem niet, maar kreeg ik hem door iemand om de rillende schouders gedrapeerd. Met nog maar 5 minuten marge ten opzichte van de cut-off en nog 11 kilometer te gaan en nog 370 meter te klimmen naar een door orkaanwinden geteisterde Brockenspitze, moest ik de zinloosheid van het verder gaan onder ogen zien.

Terug naar het begin. Op vrijdagavond de traditionele briefing, ingeleid door de Didgeridoo bespeling door ‘race director’ Markus Ohleff, begeleid door zijn kinderen. Altijd weer een magisch moment, waarbij ook de door mij vanaf de Brockenbahn gemaakte foto van een winterse zonsondergang wordt getoond als onderdeel van een diapresentatie over ‘die Strecke’. Na enige inleidende woorden en het noemen van de sponsoren en goede doelen brak dan het voor mij grote moment aan: de ‘jubilarissen’ werden naar voren geroepen. Dit jaar waren het er drie die aan hun 10e BC begonnen. We kregen een mooie oorkonde uitgereikt door een van Markus’ kinderen. Geweldig.

De pasta-party was dit jaar in een naburige Lutherse kerk. Prima verzorgd. Voor de aangekondigde ‘BC-Andacht’ (religieuze muziek) blijkt echter weinig belangstelling te zijn. We hebben dan ook net een briefing van anderhalf uur achter de rug, moeten vroeg opstaan en ook nog van alles in gereedheid brengen.  Bovendien was het nog 20 minuten teruglopen naar de Reiterhof. Goed bedoeld, maar een beetje teveel van het goede…

De nacht. Verkeerde slaapzak meegenomen. Een oud vod dat ooit per ongeluk in een centrifuge was gestopt zodat alle voering aan één kant opeengepropt zat en er voor de rest geen enkele isolatie meer over was. Kortom: ijs- en ijskoud daar in die Reiterhof. Uiteindelijk toch nog wat geslapen met alle kleren aan en mijn jas uitgespreid boven op de ‘slaapzak’. Prima ontbijt weer om vijf uur in de ‘Alter Tanzsaal’. Biologisch en vertrouwd, heerlijke koffie.

Dan de start. Ja, het zou 5 boven nul zijn in Göttingen om 6 uur in de ochtend. Dat klopte ook wel, zij het dat het Göttinger Wald waar we de eerste 5 kilometer doorheen moesten deels op bijna 500 meter hoogte ligt. En daar was het gewoon spekglad aangevroren. Glibberen, glijden en langs de randjes van het pad lopen. Had ik nou maar mijn Yaktrax aangedaan! Even stoppen en die dingen aantrekken, maar nee hoor. De steile afdaling naar Mackenrode was gewoon niet te doen, althans voor mij niet. Hoe al die anderen dat gefixt hebben weet ik niet, maar met de ‘sweeper’ (die vanwege de gladheid van zijn fiets afgestapt was) vlak achter me kwam ik verreweg als laatste in het dorp aan. Slecht begin! Een hoop gestuntel voor iemand die al negen keer meegedaan heeft…

Eenmaal beneden was het gedaan met de gladheid en tot aan Barbis (42 km) ging het prima. Ik kwam daar 50 minuten vóór de cut-off tijd binnen. De Harz lag vóór mij en er was nog van alles mogelijk. Bodywarmer aan, Yaktrax onder en verder gaan! Vol goede moed nog steeds.

En dan volgt de ‘Entsäfter’. Twintig kilometer langs een stijgend pad door het Steinaër Tal. Vanaf hier wordt de wereld wit. Minder indrukwekkend dan in andere jaren omdat door de dooi en de stevige wind vrijwel alle sneeuw van de sparren was verdwenen. Ik heb vrijwel dat hele traject gewandeld, net als vorig jaar. Gevolg was dat ik op de Jagdkopf (km 54) nog maar twee minuten speling had op de cut-off. Dat werd me door een mevrouw op die post verteld. Maar volgens het loopschema bestaat er daar helemaal geen cut-off tijd! Je kan daar namelijk niet uit de race stappen. Die mensen stonden daar al uren in de kou en moeten natuurlijk hebben uitgezien naar het tijdstip dat ze daar konden opbreken. Het was toen bijna twee uur in de middag. Acht uur voor 53 km is zo slecht nog niet op dit parcours. Hoe dan ook, de moed zonk me door deze ‘schrikbarende’ mededeling behoorlijk in de schoenen.

Het tweede deel van de ‘Entsäfter’, naar Lauschebuche, was zo mogelijk nog zwaarder. Hier was een omleiding ingesteld vanwege grootschalige bosbouwwerkzaamheden. Daardoor moesten we ons een paar kilometer lang door een tientallen centimeters dikke, niet geruimde sneeuwlaag voortbewegen via de bandensporen die er in waren gedrukt door een eerder gepasseerde vrachtwagen van de organisatie. Zwaar werk. Dankzij de loopstokken kon ik mijn evenwicht bewaren en een beetje dribbelen. Tot aan de post bij Lauschebuche (62 km) bleef het lastig om door te lopen (hier en daar was het eerder schuifelen)  over het oneffen sneeuw- en ijsdek. Ik arriveerde daar nog 10 minuten binnen de cut-off tijd. Weer tijd gewonnen dus.

Het begon winderig te worden en daardoor voelde het veel kouder aan dan het was. Na een beker warme bouillon gedronken te hebben ploeterde ik verder richting de volgende post, Köningskrug, op 69 km. Ook nu was er van hardlopen geen sprake meer, maar zelfs gewoon lopen kostte al (te) veel moeite. Regelmatig moest ik even stoppen om bij te komen. Mijn energie was op, ik was uitgeput. Te weinig gegeten? Misschien, maar vooral mentaal zat het verkeerd. De Brocken, die al die jaren als een magneet aan me getrokken had, kon mijn belangstelling niet meer wekken. Kwam dat door het vooruitzicht van die storm daarboven? De gedachte aan een bord Pommes Frites in Café Winkler in Schierke werd een ware obsessie. De Brocken verkopen voor een bordje patat? Een uitgeputte en gedemotiveerde geest kan rare ideeën hebben. De blaar onder mijn linkervoet deed pijn bij elke stap in de kleffe  sneeuw, maar daar kon je aan wennen.  De twee lopers die steeds bij me in de buurt hadden gezeten waren in de witgrijze duisternis vóór me opgelost. Om in dit tempo de Brocken te bereiken zou ik nog meer dan twee uur moeten lopen, en het was al tegen zessen. Het werd donker en er begon ijsregen te vallen.

En zo knapte het in mij en ben ik in Königskrug gestopt, ondanks dat de official daar me nog probeerde over te halen om verder te gaan. Kennelijk was ik nog steeds binnen de tijd… De twee lopers die ik had moeten laten gaan arriveerden uiteindelijk om acht uur op de Brocken, de laatste van de twee zelfs net over achten, wat officieel te laat was maar door de vingers werd gezien. En ik zou nóg later zijn binnengekomen… Toen ik plaats had genomen in het busje dat me naar Schierke terug zou brengen barstte er een forse hagelbui los met een paar felle bliksemontladingen. Daar zou ik midden in gezeten hebben op weg naar Oderbrück and Beyond.

Ik ben nog steeds van mening dat ik de juiste beslissing heb genomen, hoewel het best wel knaagt om de foto’s van de finishers en de uitslagenlijst op internet te zien. Als ik niet zo getobt had in die eerste vijf kilometer was het misschien anders afgelopen. Vlak voordat de bus vanuit Schierke naar Göttingen vertrok werd er nog een bundeltje binnengebracht, dichtgebonden met een touwtje waaraan een houten schijfje zat met daarin ‘444’ gebrand. Dat waren mijn ‘Klamotte’ die naar boven waren gebracht om me daar om te kunnen kleden. Dat houten schijfje is nu mijn ‘medaille’ geworden, de herinnering aan een wel heel bijzondere editie. Het zou zo maar kunnen dat ik, als ik de kans krijg,  volgend jaar toch nog ga proberen om de 10e keer naar boven te komen. Maar misschien laat ik het hier ook wel bij. De Brocken die uiteindelijk toch de sterkste was. Ook bij grote componisten zoals Mahler en Beethoven was hun 10e symfonie net iets te hoog gegrepen en werd het een ‘Unvollendete’.

En 4-4-4 is een mooi getal, want het was ook de datum van mijn eerste marathon, op 4 april 2004,  de dag dat ik 50 werd.

Naschrift 4-11-2019: Inmiddels heb ik alweer meerdere marathons en ultra’s gelopen en ben ik tijdens de Brocken Marathon dit jaar toch nog op de ‘berg der bergen’ geweest. Ik vind het een mooi alternatief en hoop dat in 2020 nog een keer te kunnen doen. Want ik heb besloten om me niet voor de BC2020 in te schrijven!

Brocken Challenge 9-2-2019
Afgebroken bij Königskrug (69,5 km, 1500 phm)
11u20m
Route

Aankomst in Barbis

Winter!

Stompe Toren in de sneeuw

Het wintert! Sinds een paar dagen vriest het ’s nachts matig, hier en daar zelfs streng en bovendien is er een pak sneeuw gevallen. In de regio Haarlem hooguit 3 centimeter, maar genoeg om het landschap wit te kleuren. Omdat de sneeuw dit keer geen dooi inluidde blijft hij ook nog wel enige tijd liggen.

De Kolk van Spaarndam

Gisteravond beleefde ik een stille idylle in de Spaarnwouder polder. Vandaag, woensdag, waren als gevolg van het sneeuwruimen en strooien veel plekken in de stad alweer sneeuwvrij, maar in de duinen was het nog heerlijk struinen door een knisperend laagje dat er op diverse plaatsen nog redelijk onbetreden bij lag. De temperatuur van een graadje onder nul, weinig wind en een bewolkte hemel zorgden voor het in standhouden van de versheid van de sneeuw.

Witte duinen

Een kleine drie uur lopen door de duinen met de nieuwe Yaktrax onder leverden een goede training op voor de Brocken. En tja, het is en blijft Nederland kwakkelland, want voor zaterdag worden wind en regen verwacht bij 7 graden. Dan is het weer snel gedaan, hoewel het op de langere termijn weer kouder lijkt te gaan worden.

Winterfoto-album

Jaarverslag 2018

Spaarndam in de vroege ochtend van 31 december 2018, tijdens het laatste duurloopje van het jaar.

Het hardlopen is in 2018 wederom een bepalende factor geweest. Met in ruim 360 kilometer in december (waarvan 103 in de laatste week) kwam het jaartotaal uit op 3901 km. Kwantiteit genoeg dus, hoewel daarmee een eind is gekomen aan een reeks van 8 aaneengesloten jaren van boven de 4000 km. Het aantal lopen was even groot als in 2017 (182), maar de gemiddelde afstand per loop is wat afgenomen.
Het aantal georganiseerde (ultra) marathons is met 9 stuks voor het eerst sinds 2008 onder de 10 gekomen. Daarbij komen echter nog 7 ‘belevenislopen’ van minimaal de marathon-afstand.

De dijk van Marken tijdens de ijzige koude op 3 maart

Als je alleen naar de cijfertjes kijkt dus een lichte afname van het volume, maar dat past helemaal bij het vorderen van de leeftijd. Qua beleving en betekenis blijft het lopen echter alleen maar in kwaliteit toe te nemen. De snelheid neemt af, maar het uren achter elkaar lopen lijkt alleen maar gemakkelijker te worden. En ook de ambitie om er steeds maar weer op uit te trekken wordt er niet minder op, integendeel. Lopen is voor mij een extra zintuig geworden voor verdieping van de geest en assimilatie van de natuur.

Tijdens de grote droogte en hitte van de zomer (Nationaal Park Zuid-Kennemerland op 1 augustus)

Wat waren de top-ervaringen? Natuurlijk de Brocken Challenge in februari, een ultraloop die voor mij en vele anderen tot een cult is geworden. Als buitenlander heb ik het voorrecht om aan de jaarlijkse loting te ontkomen zodat ik in 2019 voor de 10e keer aan de startlijn mag staan voor het ‘Here we go’. De tweede die bij me opkomt is de 11-strandenloop in oktober. Net als de BC een ‘Wohltätigkeitslauf’, in dit geval voor de Hartstichting. Geen wedstrijdelement, geweldige sfeer en prima organisatie. Het schitterende weer hielp natuurlijk ook een handje bij deze zware strandloop van Bloemendaal aan Zee naar Hoek van Holland.

Over het weer gesproken… Van mei tot en met september heerste de Grote Zomer van 2018 met zon, zon en zon, grote droogte en een onafzienbare rij dagen met temperaturen ruim boven de 30 graden. Ik ben geen warmteloper, maar door de lage luchtvochtigheid en door gewenning van het lichaam draaide ik er mijn hand niet meer voor om om marathons zoals de Bokemei Run en de Midzomeravondmarathon bij dat soort temperaturen te lopen. In maart echter kwam de Russische beer op bezoek. Gedenkwaardig was de ijzige trainingsmarathon van Volendam langs het IJsselmeer naar Amsterdam. Kruiend ijs bij Marken en ijszeilers op de Gouwzee bij een snijdende oostenwind.

Tijdens de 11-Strandentocht

En ik ben ook weer naar Engeland geweest. En dat verliep dit jaar niet helemaal volgens plan. In juni zou ik afreizen voor de Calderdale Way Ultra. Maar ik heb alles geannuleerd en ben thuis gebleven. Het zat niet goed tussen de oren, ik zag er als een berg tegenop en had er angstdromen over. In november heb ik een nieuwe poging gewaagd bij de Wooler trail marathon. In 2018 heb ik die succesvol uitgelopen. Maar dit jaar had ik nog geen twee uur gelopen of de moed zakte me weer in de schoenen. De Cheviot doemde op en ik dorst niet meer. Ik voelde me wankel en onzeker, had ook nog eens de verkeerde schoenen aan die geen grip boden op de modder. Uitgestapt dus. En het besluit genomen om geen wedstrijden in Engeland meer te lopen. De durf, elasticiteit, souplesse en drive om dat soort ultra’s te lopen is er gewoon niet meer. Zo maar ineens. Zal wel iets met de leeftijd te maken hebben, maar ook met een stukje mentale en fysieke slijtage denk ik.

Strand IJmuiden bij hoogwater en westerstorm, 8 december 2018

Hoe dan ook, de BC ga ik doen, de 11-strandenloop ook, plus een paar marathons in Nederland. En Rondom Haarlem, dat in 2018 o zo leuk was om te doen, wellicht ook de 6-uursloop van de Haarlemmermeer. En verder gewoon vrijheid, blijheid en de schoonheid van het lopen beleven in de duinen en polders rondom Haarlem. Zonder tijds- en competitiedruk, zonder sweepers. Weer of geen weer.

Zonsondergang vanaf Kop Zuidpier IJmuiden, 29 december


Resultaten 2018:

Kilometers totaal: 3901
Aantal lopen: 182
Aantal (ultra) marathons georganiseerd: 9
Aantal (ultra) marathons privé: 7
Aantal wedstrijden < 42km: 3