Wooler Trail Marathon

Op deze plaats zou ik graag een verslag willen schrijven van mijn ervaringen bij de Wooler Trail Marathon in de Cheviot Hills. Maar een droge opsomming van feiten zou volstrekt voorbij gaan aan de werkelijke beleving. Natuurlijk ben ik trots dat ik, na de DNF tijdens de St. Cuthberts Way Ultra, eerder dit jaar in dezelfde regio, er nu wel in geslaagd ben om de cut-offs vóór te blijven. Maar de realiteit is dat dit slechts op het nippertje gelukt is. Sterker nog, als de marshall op de één na laatste post mijn 10 minuten tijdsoverschrijding aldaar niet door de vingers had gezien, dan zou een eindnotering mij wederom ontgaan zijn. Maar goed, ik mocht ondanks de invallende duisternis doorgaan en slaagde er uiteindelijk toch nog in om een half uur vóór de limiet van negen en een half uur te finishen.

Jazeker, negen uur voor een afstand van een dikke 45 kilometer! Maar we hebben het hier over een trail in Engeland en daar heb je wildernissen die we in Nederland niet kennen. Met halverwege de beklimming van de Cheviott (815 m) en The Schil (605 meter). Het was bovenop de Moors vriezend weer waardoor de normaal gesproken modderige passages over de heide nu bevroren waren tot harde onregelmatige oppervlaktes, bedekt met een laagje vertrapt ijs. Pas later op de dag begon dit wat weg te dooien en konden we alsnog lekker wegzakken in de prut. Het verraderlijkst waren echter de met kort gras, stenen en mos bedekte afdalingen die spekglad bleken te zijn door bevroren rijp. Het profiel van de trailschoenen had daar totaal geen grip op omdat zich tussen de noppen daarvan een ijslaagje opgebouwd had. Dat resulteerde in talloze uitglijders en valpartijen. Zelf kwam ik daarbij steeds goed terecht omdat mijn rugzak als airbag werkte, maar er zijn diverse deelnemers uitgevallen door blessures. Gevolg is dat je steeds voorzichtiger en dus langzamer wordt.

Maar het ging mij niet om een prestatie of een klassering. De beleving stond voorop en ik schroomde er niet voor om goed om mij heen te kijken en een groot aantal foto’s (ruim 60) te maken onderweg. Natuurlijk moest er ook gerend worden en met name in de tweede helft van het parcours was dat goed mogelijk. Geen droge loopfeiten dus in dit verslag, maar anderzijds vind ik het ook moeilijk om woorden te vinden die uitdrukking kunnen geven aan wat ik eigenlijk een mystieke ervaring zou willen noemen. Voor een deel zal die ervaring wel het gevolg zijn van de natuurlijke drugs die het lichaam gedurende zo’n inspanning aanmaakt. Voor een ander deel heeft het echter te maken met wat een soort versmelting met de natuur is. De beelden, de geluiden, het evenwicht zoekende lichaam, de cadans van het lopen, de luchtstroom, de geuren en de temperatuurbeleving: het vloeit allemaal samen tot één gedachtenloos bewustzijn, een tijdloze  trance-toestand waarin de zintuigen volledig open staan zonder dat de binnenstromende indrukken overdacht worden. Het is een volledig leven in en mét de natuur, een dierlijk-instinctieve maar toch ook bewonderende en zich verbazende aandacht. Hoe indrukwekkend is dan het vallen van de nacht over de onafzienbare Moors met om je heen de vreemde, als lachende en spottende kinderstemmetjes klinkende keelgeluiden van de ‘grouses’. Een duisternis die pas verbroken wordt als de lichtjes van Wooler bij het naderen van de finish vanuit het dal beginnen op te gloeien.

Het koude en winderige plateau van The Cheviot deed mij sterk aan dat van de Brocken denken. Ik kan me voorstellen dat het daar flink kan spoken. Wij hadden geluk met een onbewolkte hemel, want de volgende dag regende het pijpenstelen. Nu waren de uitzichten fenomenaal; we konden zelfs in de verte als een wazige blauwe band de Noordzee zien liggen, voorafgegaan door rij op rij van steeds verder opklimmende heuvels, maar geen enkele hoger dan die waar wij op stonden. The Cheviot is een vreemd gevormde bolvormige heuvel met een afgeplatte bovenkant die erg moerassig is. Daaroverheen was met natuurstenen platen een goed beloopbaar (maar hier en daar wel glad!) pad aangelegd dat deel uitmaakt van de Pennine Way. Het beklimmen van The Cheviot is pittig, maar goed te doen en niet erg technisch.
De terugweg naar Wooler volgde de St. Cuthbert’s Way die ik me deels nog herinnerde van de ultra in juni.

De organisatie, met de nogal vreemde naam ‘Trail Outlaws’ en die de slogan ‘Running dead or alive!’ hanteert, bestaat niet uit bandieten maar uit heel vriendelijke en zeer professionele en enthousiaste mensen die een prachtige trail hebben weten te organiseren die dit jaar voor de tweede keer gelopen werd. Prima gemarkeerd en met een goede begeleiding en voorzieningen. Er waren ongeveer 250 starters waarvan er een stuk of 15 zijn uitgevallen als gevolg van blessures of het niet halen van een cut-off tijd.

Al met al een aanrader deze loop!

Fotoalbum

Route

Wooler Trail Marathon
19 nov 2017
9:02:44
7e M60

De Indian Summer Ultra – een modderig pareltje

Over de vlonderbrug bij Grolloo

Het wordt hoog tijd om een verslag te schrijven. Want de ervaring leert dat na drie dagen de glans van een loop alweer doffer wordt. Wat verdwijnt die euforie toch snel! Twee dagen in de hoogste sferen en dan begint het te verleppen. Zou het endorfine gehalte dan onder peil geraken? Ik denk het wel, want op de derde of vierde dag na een ultra begint de kater, meestal ingeluid door een onrustige nacht vol warrige dromen. Geest en lichaam ontwaken uit hun roes en blijken moeite te hebben om hun door de inspanning verstoorde balans te herstellen.

De (vaar?)route is aangegeven met rode linten…

Maar wat was het een mooie loop en wat was ik blij dat ik al van tevoren de 60 gekozen had. Zo liep ik in elk geval niet het risico op een DNF. Zestig kilometer is voor mij te overzien. Misschien steekt het schril af tegen de ‘hoofdafstand’ van 127 km, maar op die afstand finishte maar een handjevol lopers. Gemiddeld over alle afstanden (127, 102 en 60) lag het uitvalpercentage boven de 20%. Nee, die 102 had ik zeer waarschijnlijk ook niet gered.

Want wat was het parcours zwaar dit jaar! Alsof de overvloedige regenval van de natte maand september nog niet genoeg was viel het op de avond en in de vroege nacht vóór de loop met bakken uit de hemel. Met als gevolg een partij modder en een hoeveelheid plassen waar Olne-Spa-Olne zich niet voor zou schamen. Een valkuil waren de talloze boomwortels die verborgen lagen onder een mooi egaal dek van herfstbladeren. Ik heb één keer mijn enkel verzwikt, ben één keer bijna en één keer helemaal gestruikeld. Gelukkig bleef dat allemaal zonder gevolgen, met dank aan het zachte mos.

Een mooie afstand, die 60. Door het donker lopen geeft een kick, maar het bij daglicht kunnen bewonderen van de werkelijk fantastische landschappen zou ik niet hebben willen missen. Zelden zulke mooie bossen gezien. Al die kleuren, niet alleen in de bomen, maar ook op de bodem door de talloze paddenstoelen in alle soorten en maten. Langs wit fosforiserende paddenstoelen in donkere tunnels onder hoge sparren en over  lanen in goudgele omlijsting met een tapijt van mos in vijftig tinten groen. Smalle voetsporen door uitgestrekte heidevelden en doortochten door omgeploegde velden waar de aardappels nog voor het oprapen lagen. Plonzen door plassen en cirkelen rondom vennetjes. En al met al misschien tien meter asfalt.

En dan is 60 kilometer toch nog best een afstand. Na acht uur lopen mag die finish dan ook wel een keer in zicht komen. Kijk, nu heb ik hem gewoon lekker uit kunnen lopen met een kleine 8 km per uur gemiddeld. Zou nog eens 40 kilometer écht hebben bijgedragen aan een verhoging van dit genot?

Ik had de Garmin met de route bij me, maar dat was niet nodig. Zelden een zo goed met linten uitgezette route gelopen. Dat moet een megaklus zijn geweest voor Winfried Bats en de zijnen. Maar dat was niet het enige dat pico bello was aan deze professioneel opgezette loop. Een topper!

Indian Summer Ultra
60 km (269 phm)
21 oktober 2017
8:03:25 (7,48 km/u)
M: 32e van 44 finishers (52 starters)
Gelopen route

Pijnenburg Bosmarathon

Bij de start

Voor de derde keer (na eerder in 2010 en 2015) heb ik meegedaan aan deze leuke marathon door het ‘landgoed Pijnenburg’. Op een stuk betonnen fietspad na is het een echte trailloop, zeker na de overvloedige regenval van de afgelopen weken. Veel modder dus met bij elke plas weer een andere methode om er met zo droog mogelijke voeten omheen te navigeren. Wat natuurlijk niet altijd lukte. Geen gemakkelijk parcours, met veel boomwortels, bochten en een paar leuke duintjes die allemaal vier keer genomen moesten worden. Diverse afstanden, waarbij de marathon met 23 solisten bepaald kleinschalig te noemen was. Ik kan mij herinneren dat dat er bij mijn vorige deelnames meer waren (inderdaad, uit de uitslagen blijkt dat toen het dubbele aantal de marathon liep). De sfeer was prima en alles was op en top geregeld. Twee verzorgingsposten en diverse ATB-ers en marshalls langs de route. In de heuvelsectie was er zelfs iemand bij één van de afdalingen geposteerd om te waarschuwen voor de oneffenheid die daar in zat.
Maar het werkelijke visitekaartje van deze marathon zijn het herfstige loof- en naaldbos met zijn slingerende paden en paadjes, afgewisseld door meer open stukken die begroeid zijn met uitgebloeide heide. Een aarzelend zonnetje zette al dit schoons nog eens extra aan.

In de 4e ronde, midden tussen de zojuist gestarte 10 km lopers

En het lopen? Ach, dat ging eigenlijk best. Het was een test voor de lange ultra in Drenthe over twee weken. Naar mijn gevoel heb ik behoorlijk regelmatig mijn rondjes gelopen, misschien zelfs wel met een ‘negative split’ (de rondetijden zijn nog niet bekend). Ik kon mijn energie goed verdelen, heb geen inzinkingen gehad en kwam nog fris over de finish. Alleen de snelheid bleef, hoe ik ook mijn best deed, aan de lage kant. Ik denk dat dat op die 100 km wel eens hét probleem kan gaan worden. Ook het herstellen is moeilijker dan vroeger. Het kost me nu een volle week om het gevoel van vermoeidheid en loomheid kwijt te raken.

8 oktober 2017
42 km
4:19:48
9,74 km/u
M: 13e van 18
M60: 2e van 3
Overall: 14e van 21

IJmuiden Kust Trail

Nou dacht ik toch echt dat ik alle paden en paadjes in de duinen tussen Haarlem en IJmuiden inmiddels wel op mijn duimpje kende. Tijdens de IJmuiden Kust Trail van Mudsweattrails bleek dat aardig te kloppen voor het gebied ten zuiden van de Herenduinweg. Maar ten noorden daarvan kwam ik toch op een aantal mij nog geheel onbekende doorsteekjes terecht. Die vormden samen het meest ‘trailige’ gedeelte van het parcours: felle klimmetjes en afdalingen over smalle paadjes van mul zand die kriskras tussen de doornige begroeiing heen kronkelden. Uiteindelijk kwamen die uit bij de ‘Marine flak batterij Olmen’, een bunker van de Atlantikwall. Daar moesten we dus doorheen via een aardedonkere lage passage waarin hier en daar led-lampjes waren neergelegd. Spectaculair, dat wel, ware het niet dat ik ondanks de waarschuwingen van de organisatie tijdens de tweede passage mijn hoofd flink aan het lage betonnen plafond stootte. De buil zit er een dag later nog steeds.

In de bunker

Twee rondes dus door het noordelijke deel van het Nationaal Park Zuid Kennemerland, beide linksom. De start was bij paviljoen Nova Zembla, een buitenactiviteitencentrum in IJmuiden aan Zee. De eerste, die als zuidelijkste punt de Oosterplas had, van ongeveer 25 kilometer, de tweede een kleine 14 kilometer.
Het was de eerste editie van deze trail, en die mocht ik natuurlijk niet missen zo in mijn ‘eigen’ trainingsgebied. Best wel een bijzondere ervaring om in dat vertrouwde terrein ineens een wedstrijd te lopen. In de eerste ronde waren de Starreberg en de Brederodeberg, het ‘hoogste punt van Kennemerland, opgenomen; de tweede ronde was wat vlakker. Maar in beide ronden zat het venijn dus in de staart, die begon met een (mij tot dan toe onbekend) heel gemeen duin langs de Herenduinweg. Samen vormden deze ronden een behoorlijk pittige en af en toe verrassende trail die iets korter was dan de organisatie aangekondigd had maar alles bezat wat een goede trail nodig heeft. En dat zo vlak bij huis. In elke ronde was een goed uitgeruste verzorgingspost opgenomen, dus wat dat betreft ook geen klagen. De uitpijling was eveneens prima verzorgd alsmede de verkeersregeling bij het oversteken van de Herenduinweg.
Het enige wat ik een beetje miste ware de hoge duinen in het zuidelijke deel van het NPZK, de Konijnenberg, Lichtbakkeet en vooral de Hazenberg. Maar om die in het parcours op te nemen zou één lange lus nodig geweest zijn waarvoor de organisatie waarschijnlijk om logistieke redenen niet heeft gekozen.

38 km 448 phm
4:36:53 (8,20 km/u)
M 35 van 42 (overall 41 van 49)
Route

Met deze trail is de jaarteller voor 2017 boven de 3000 kilometer uit gekomen, nog net binnen het derde kwartaal!

Vakantie in Nederland

    In het kader van een korte vakantie in Nederland heb ik op twee heel verschillende plaatsen een leuk rondje gelopen.

Vuurvogelronde op 23 én 24 september
Dit is een gemarkeerde route van 10 kilometer rondom de Rietplas ten zuiden van Emmen, waar ik verbleef in Parc Center Sandur. Leuk en afwisselend parcours met flinke stukken trail en een aantal heel smalle, gladde en griezelige houten loopbruggetjes over het water.  Route

Rondje Driebergen-Rijsenburg op 26 september
Een zelf-uitgezette ronde van 23 kilometer. Heen langs de Kromme Rijn en terug over de Utrechtse Heuvelrug met een beklimming van de Maarnse Berg. Inclusief echte schaapskudde in het prachtige natuurgebied Bornia.  Route

Pontjesroute Noord-Holland

Vandaag had ik een vrije dag en met het ook op de ultra’s van dit najaar had ik me voorgenomen om weer eens een wat langere duurloop te doen. Dat werd opnieuw een route door Noord-Holland en wel (een aangepaste versie van) de zogenaamde ‘pontjesroute’. Die heet zo omdat er een aantal keer met kleine pontjes moet worden overgestoken. Ik ben gestart in Uitgeest en heb vervolgens een grote ronde linksom het Uitgeester- en Alkmaardermeer gelopen met een uitstapje naar de Rijp en Graft in de Schermer. Na anderhalve kilometer bedacht ik me dat ik vergeten was om uit te checken zodat het me beter leek om weer terug te keren naar het station. Zo kwam er dus 3 kilometer extra bij. Het eerste pontje was  het Molletjesveer bij West-Knollendam. Op de website staat: ‘Pontje Molletjesveer is een zelfbedieningspontje dat (langzaam) voortbeweegt met een groot wiel waarmee je het pontje mee langs een ketting trekt. Dat is doorgaans flink werken.’ Nou, dat heb ik geweten. Samen met een andere (fiets-)passagier hebben we ons letterlijk een slag in de rondte gedraaid en ik was bekaf toen we de overzijde bereikt hadden. Energie die ik later op de route goed had kunnen gebruiken. Het tweede pontje was een stuk gemakkelijker. Het was de gemotoriseerde ‘Jan Hop’ bij Spijkerboor. Een echt mini-pontje waarmee de vriendelijke schipper je voor 80 cent (met fooi 1 euro) over vaart. Voordat ik de pont nam heb ik in ’t Heerenhuis een cappucino gedronken. Ik had toen zo’n 16 kilometer afgelegd maar het leken er veel meer. Een slecht teken.

Vandaar ging het naar het historische de Rijp en Graft. Noord-Hollandse glorie, maar het genot daarvan werd een beetje verzuurd doordat ik me toen al, na 20 kilometer moe en futloos begon te voelen. Bij Graft dacht ik serieus over om de lus door via Grootschermer maar over te slaan. Toch ben ik daar rechtsaf gegaan en dat was maar goed ook, want de route langs Noordeinde en Driehuizen (wat mooi is dat dorp!) was honderd procent de moeite waard. Vanaf Noordeinde ben ik dus inderdaad afgeslagen naar Driehuizen zodat ik Grootschermer rechts heb laten liggen. Daarmee compenseerde ik de 3 kilometer die ik in Uitgeest extra had gelopen. Na West-Grafdijk volgde er een saai en taai stuk langs de N244. Het fietspad lag achter de dijk waardoor er van het Alkmaardermeer niet zo veel te zien was.

Het derde pontje (dat wat groter was zodat het ook auto’s kon vervoeren) was dat over het Noord-Hollands kanaal bij Akersloot. In Akersloot, op zo’n 35 kilometer, ging het kaarsje helemaal uit en ben ik afwisselend joggend en wandelend uiteindelijk naar het station van Castricum gestrompeld over een best nog wel mooi gedeelte. Een bijzondere route van 42 kilometer, dat wel. Jammer dat het met de conditie toch wel tegenviel. Misschien had dat ook wel te maken met het weer: na vele weken was het eindelijk weer eens een graad of 20 en het voelde vochtig en benauwd aan.  Ook had ik de laatste 20 kilometer een vrij krachtige westenwind tegen.

Hoe dan ook, er zal nog heel wat moeten gebeuren wil die 100 kilometer Indian Summer Trail een succes worden. Begin oktober nog een test van 40 á 50 kilometer en dan weet ik of ik daar wel of niet ga starten.

Route

Westerstorm

Het lopen tijdens een zware storm is een aparte ervaring maar ook een enigszins riskante onderneming. Vandaag stond weercode Oranje uit voor de kustprovincies in verband met storm en zware tot zeer zware windstoten. Tussen ’s ochtends 9 en 10 uur was het weergeweld op zijn hevigst, met in IJmuiden op de pier windkracht 10 en een uitschieter van 126 km/uur.
En juist daar lag het doel van mijn onderneming. Van huis vertrokken om circa 11 uur liep ik via de Heerenduinen naar de Zuidpier (ca. 15 kilometer). De windkracht was nog steeds 8 á 9. In de bossen langs de duinrand was het ronduit gevaarlijk. Af en toe was het alsof er een straaljager door de bomen gierde en kraakte het aan alle kanten. Soms regende het afgebroken takken. Ik zorgde er wel voor dat ik me tijdens de zwaarste windvlagen niet aan de lijzijde van oude bomen bevond.

Hoe dichter ik bij zee kwam, hoe heftiger het werd. Langs de Heerenduinweg was het moeilijk vooruitkomen en in de Marina van IJmuiden krijste de wind in de tuigage van de daar liggende jachten. Ook het stuifzand dat vanaf het strand recht in mijn gezicht werd geblazen was niet bepaald prettig. Maar dat alles werd beloond met het fenomenale schouwspel van het woeste water en de over de pier heenslaande zeeën. De pier zelf was natuurlijk afgesloten,  maar vanaf het kleine havenhoofd was mooi te zien hoe twee grote zeeschepen ondanks het weer toch nog naar binnen en naar buiten konden varen. Mijn zeemanshart begon er sneller van te kloppen. Na daar een half uur in storm en regen te hebben gestaan ben ik teruggelopen naar IJmuiden-dorp om van daar uit comfortabel met de bus naar huis te gaan.

 

Monnikentocht

Het klooster van Ter Apel

In 2011 en 2009 heb ik de Monnikentocht ook al eens gelopen. Een leuke landschapsloop door de Westerwolde. Dat is de naam voor de ZO-punt (!) van de provincie Groningen. Mooie natuur, bossen, kanaaltjes en landerijen. Het doet meer aan Drenthe dan aan Groningen denken en volgens der Groningers is het zelfs mooier dan Drenthe. In elk geval is de rust er nog tastbaarder dan in Drenthe.

De Monnikentocht is wat je zou kunnen noemen een ‘comfortabele’ loop. Een goed uitgeruste startlocatie (restaurant bij de abdij van Ter Apel), een leuke finish in het historische hart van Bourtange, vervoer per golfkarretje naar de nabijgelegen camping met douches en een zitje aan de vijver, busvervoer terug naar Ter Apel. Daar tussenin een afwisselende en goed beloopbare route met om de 5 kilometer een uitgebreide verzorgingspost. Kortom, de verwende ultraloper wordt op zijn wenken bediend en dat is een van de redenen dat er elk jaar weer recidivisten aanwezig zijn vanuit het hele land. Ondanks dat is het geen massaal gebeuren doordat de kortere afstanden ergens anders starten (Sellingen). Er deden ook wandelaars mee, maar die waren al eerder gestart.

Dit jaar heb ik voor de 43 km gekozen. Vanwege mijn wat langzamere loopsnelheid kwam dat beter uit, want dan kon ik min of meer tegelijk finishen met mijn loopmaat Tom van de Veldt, die de 51 km liep. Ondanks dat kwam hij me vlak voor Bourtange nog voorbij en finishte als eerste overall! Wat zo’n Spartathlon-training als niet met iemand doet! Onderweg sprak ik nog Jacolien Schreuder uit Haarlem die ook een goede 51 km liep.

Op sommige stukken was het nogal warm, maar verder hadden we niets te klagen over de omstandigheden: een flauw windje, droog en een zonnetje dat een beetje werd afgeschermd door sluierbewolking. Naar mijn gevoel heb ik redelijk gelopen, met aan het eind een paar kleine (enkele minuutjes) wandelmomentjes terwijl ik wat aan het eten was. Alleen de linker voet deed pijn omdat de Hallux Valgus (scheefstaande grote teen) weer aan het opspelen is. Op de terugreis in de auto met Tom leidde dat tot interessante discussies over wat langdurig ultralopen in goede en verkeerde zin met je psyche en je lijf doet. Onze conclusie was dat het moeilijk is om tot een eenduidige conclusie te komen. Dus moeten we onszelf maar als testcases opwerpen en nog een tijdje doorlopen. We shall see.

Finish in Bourtange

Monnikentocht Ter Apel
26 augustus 2017
43 km
4u27m

Heideloop in de Schoorlse Duinen

De heide bloeit weer in de Schoorlse Duinen! Voldoende reden om op deze winderige en koele zomerdag net als vorig jaar weer eens een uitdagende loop in dit prachtige gebied uit te stippelen. Deze keer heb ik de route rechtsom gelopen: van Alkmaar via Bergen noordwaarts tot in het duingebied onder Harger en langs de westrand van de dennenbossen bij Schoorl weer zuidwaarts terug naar Bergen.

Het Oude Hof in Bergen, bakermat van de ‘Bergense School’

Dat zijn zo’n 30 bijzonder pittige kilometers, vooral in het noordelijke deel, waar kilometer na kilometer het ene na het andere duintje over mulle zandpaadjes beklommen en afgedaald moet worden. Daarna volgen er aan de Schoorlse kant nog een paar stevige klimmetjes over met dichte dennenbossen bedekte duinen van enkele tientallen meters hoog. Voeg daarbij de forse  en vlagerige westenwind van 6 á 7 Beaufort en je hebt de ingrediënten voor een parcours dat er zijn mag.

En dat niet alleen vanwege de zwaarte, maar ook vanwege de adembenemende schoonheid van dit duin- en bosgebied. Onderstaande foto’s proberen daar een indruk van te geven.

Deze loop sluit een zomerse reeks af van 5 zaterdagse 30-plussers in successie, allemaal (deels) boven het Noordzeekanaal. Volgende week staat de Monnikentocht (43 km) gepland en daarna volgt de vakantie in Italië.

Route

50×350 en nog meer bijzondere cijfertjes

Nadat juni 2017 de 100e maand was met een totaal van 300 km of meer kan ik aan die bijzondere categorie van mijlpalen nu ook juli 2017 toevoegen als zijnde de 50e maand waarin ik in totaal 350 km of meer kilometer heb afgelegd. Natuurlijk niet in een aaneengesloten reeks, maar sinds augustus 2009. Toen, 8 jaar geleden, liep ik met 358 km voor het eerst meer dan 350 km in één kalendermaand. Tot die 50 350-plussers behoren er trouwens 10 van 400-plus en 1 van 450-pus.

Ik moest er in de afgelopen maand trouwens wel even aan sleuren om op die 350-plus (om precies te zijn 371 km) uit te komen. Met 32 km op 29 juli, 17 op de 30e en 15 op de 31e lukte het op de valreep nog net.  Als gevolg van het nogal trage herstel van de St. Cuthberts Way ultra liep het maandtotaal aanvankelijk maar langzaam op.

Maar goed, het is binnen en inmiddels doemt er alweer een nieuw ‘leuk cijfertje’ op. Als ik namelijk nog 4 lopen in het buitenland doe dan kom ik uit op een totaal van 50 (ultra)marathons in het buitenland. Zou dat de volgende cijfermatige mijlpaal zijn?  Hoewel…, nog 6 georganiseerde marathons/ultra’s en dan zou die teller op 150 staan…