Deze week zette het herstel goed door. Vier loopjes, allemaal op de weg of in de duinen. In totaal 42 km, dus een marathonafstand in één week. Het lijkt me een goed streven om dat een aantal weken vast te houden en dan te kijken of het richting de 50 kan. Zaterdag voor het eerst sinds eind mei weer een 15 km gelopen. En dat alles zonder problemen achteraf en ook het icen lijkt niet meer nodig te zijn. Is de blessure dan voorbij? Nee, zeker niet. Af en toe zeurt het nog steeds een beetje tijdens het lopen en bij het opstaan. Dus nog geen groen licht om weer ‘voluit’ te gaan. In de duinen kies ik bijvoorbeeld voorlopig nog voor de minder belastende routes. Dus geen steil klimwerk en zo weinig mogelijk mul zand. En ik houd het tempo bewust heel laag met om het half uur (ca. 4 km) een korte rustpauze.
Overigens heb ik op dit moment geen beeld van wat ‘voluit’ dan zou moeten betekenen. Een terugkeer naar de 300-plussers elke maand en de 10 marathons per jaar is eigenlijk een vooruitzicht dat me niet langer trekt. Er is nu echt wel sprake van een keerpunt. Deze blessure was kennelijk wat daarvoor nodig was. In november sta ik ingeschreven voor de uitgestelde, corona-proof gemaakte Ronde Venen marathon. Ja, dat zou mooi zijn, dit jaar nog een marathon. Maar dat kan alleen als hij doorgaat én als ik in staat ben om vanaf half september weer een marathon-opbouw te doen. Met als doel ‘zonder blessure-problemen uitlopen’. Het is wel een marathon die zich ervoor leent om ‘relaxed’ gelopen te worden. Maar als het niet haalbaar zou blijken te zijn, ook prima.
Week 11 blessure-herstel
4x weg/trail 42 km