Langzaam maar zeker keer ik terug naar het niveau waarop ik weer zonder belemmeringen kan lopen. De halve marathon afstand geeft geen noemenswaardige problemen meer. Twee maal per week een loop van 21 á 23 km behoort weer tot de mogelijkheden, ook wanneer dat grotendeels over trails met geaccidenteerd terrein gaat. De vorm wordt daardoor ook weer wat beter, hoewel een marathon nog te hoog gegrepen zou zijn. Daarvoor zou ik eerst weer gemakkelijke 30-plussers moeten kunnen lopen, terwijl het nu na de halve marathon afstand toch wel een beetje op is.
Maar juist nu het met lopen weer wat beter gaat steekt in dit bizarre jaar de coronacrisis weer dusdanig de kop op dat verstrekkende beperkingen (tweede lockdown?) op de loer liggen. Wat dat gaat betekenen voor de bewegingsvrijheid buiten zullen we waarschijnlijk deze week te horen krijgen.
Van de week ben ik aangevallen door een hond. Er lijken steeds meer honden rond te lopen, vaak ook los. Met name in de zogenaamde ‘losloopgebieden’ in de stadsparken is ongestoord hardlopen nauwelijks nog mogelijk. Dus zoek ik maar weer wat vaker de duinen op, daar mogen die beesten niet in. Zo heb ik gisteren een prachtige route gelopen door de oude bossen aan de oostelijke duinrand van het NPZK naar IJmuiden en weer terug. Dat het daarbij plensde van de regen kon me niet deren. Hardlopend kun je heel wat hebben, behalve honden dan.