Als voorbereiding op een ultra loop ik meestal enkele ‘trainingsmarathons’. Omdat ik al zo vaak in de omgeving van Haarlem train zoek ik daarvoor ter afwisseling gebieden uit die wat verder van huis liggen en waar wat te zien is. Lopen als een toerist dus. Lange duurlopen waarbij tijd geen rol speelt zijn een uitstekende manier om plekjes te bezoeken waar je normaal gesproken nooit komt of aan voorbij rijdt.
Dit keer was het voormalige eiland Wieringen aan de beurt. Start- en finish lagen bij het NS-station van Anna-Paulowna. Het verste punt was de haven van Den Oever, vlak bij het begin van de Afsluitdijk. De route van bijna 50 km liep met de wijzers van de klok mee. Heen langs de wadden van Balgzand en Breehorn, terug via een diagonaal dwars door Wieringen heen en met een boog rond de zuidzijde het Amstelmeer.
Wieringen is al heel oud. Het is een in de ijstijd opgestuwde rug van keileem. Als je vanaf de Amstelmeerdijk komt aanlopen kun je dat goed zien en voelen. Het gaat voelbaar een stukje omhoog. Zodra je die ‘hobbel’ hebt genomen maakt de verlatenheid van de kale, met kaarsrechte wegen doorsneden vlakten van de Kop van Noord-Holland plaats voor een echte ‘eilandse’ intimiteit. Slingerende weggetjes omzoomd met oude bomen, met bloemen bezaaide ommuurde erfjes en kleine dorpjes. Op het kruispunt van de Strooërweg en de Smerperweg ligt op een plek waar vanouds een mystiek krachtveld wordt ervaren de zogenaamde ‘Heidense Kapel‘ , een in 2016 gereconstrueerd heiligdom dat daar vanaf ca. 700 stond.
De hele entourage doet denken aan die van de Hooge Berg op Texel. Amper 10 meter boven NAP, maar voor het gevoel op de een of andere manier tot in een onzichtbare sfeer omhoog reikend. Je staat er buiten de tijd. Hier zouden twee ‘Leylijnen‘ (geleidelijnen) elkaar kruisen, die je met een wichelroede zou moeten kunnen meten en waar ook dieren gevoelig voor zouden zijn. De overeenkomst tussen Wieringen en Texel is trouwens niet zo vreemd, omdat ze ooit één groot eiland gevormd hebben.
Lange-afstands hardlopen sluit goed bij zulke mystieke plaatsen aan. Hardlopen (maar ook wandelen) zijn mystieke bewegingen waaraan je de ‘oer-mens’ ontwaart. Iedereen die een uren- of dagenlange voetreis maakt kent deze ervaring die aan de pelgrimstochten ten grondslag ligt. Als je dan ook nog een door kerktorens gemarkeerde Leylijn op een ‘geheim eiland’ mag volgen gaat het lopen op een wonderbaarlijke manier helemaal als vanzelf. Dat kan misschien verklaren waarom ik vandaag zo onvoorstelbaar gemakkelijk liep, terwijl ik me thuis nog zó futloos en grieperig voelde dat ik me afvroeg of ik wel moest gaan.
Toen ik na de oude wierdijk overgeklommen te zijn Wieringen achterliet leken de vleugeltjes van mijn schoenen afgenomen te zijn. De eindeloos lange Lotweg richting Wieringerwaard was met tegenwind en onder de deprimerend lage grijze luchten nog een behoorlijke test voor het doorzettingsvermogen. Toen moest ik opeens denken aan mijn diensttijd, toen we in die omgeving ‘gedropt’ werden en in een zwaar onweer onze weg terug moesten zien te vinden. Dertig kilometer lopen met bepakking door regen, bliksem en duisternis was mijn eerste ‘ultra-beproeving’. En ik genoot er nog van ook.
Rondje Wieringen
28 april 2018
49 km
ca. 6 uur netto