Vorig jaar kwamen eind februari en begin maart de ‘Grote en de Kleine Beer’ vanuit het oosten op visite met strenge vorst en schaatscondities. Dit jaar heeft februari heel andere ambities: ze wil een echte lentemaand zijn en lijkt te proberen om maart naar de kroon te steken. Temperaturen van 13 tot 17 graden zijn al een week lang geen uitzondering meer en het lijkt nog even zo door te gaan. Ik kan me niet herinneren dat ik media februari al in korte broek liep, maar dit jaar is dat goed mogelijk, hoewel het ’s nachts en in de ochtend nog wel frisjes is. Maar de middagloopjes langs velden massaal bloeiende krokussen en sneeuwklokjes gaan met blote beentjes. En dat loopt veel fijner dan in zo’n strakke legging.
Qua gezondheid maak ik een wat moeilijke periode door met diverse onderzoeken. Hopelijk is het van voorbijgaande aard. Op het lopen heeft het niet zo veel invloed, maar op mijn werk merk ik wel dat ik sneller moe ben. Het zou best kunnen dat het ook tijdens de Brocken Challenge ongemerkt al aanwezig was. Voor de bijna 70 kilometer die ik gelopen heb had ik 11 uur 20 minuten nodig. Een gemiddelde van 6,1 km/uur. Om de top te halen zou ik nog eens bijna 3 uur nodig hebben gehad. Ben blij dat ik dat niet geprobeerd heb.
En ik heb een nieuw ‘loopgebied’ ontdekt: de Amsterdamse Waterleiding duinen. Daar kun je prachtige zwerftochten maken. In tegenstelling tot het NPZK (wat trouwens ook heel mooi is, maar dat ik inmiddels op mijn duimpje ken) mag je hier ook buiten de paden lopen en is het 100% wandelaarsgebied. Je hebt er alles: mooie bossen, zanderige trails over duintoppen en uitgestrekte, savanne-achtige vlaktes bevolkt door talloze herten. Vanuit huis is het ongeveer 10 kilometer lopen (via Visserspad en Duinpieperpad) naar de ingang bij Bentveld, dus wel iets verder dan het NPZK (Bleek en Berg ligt op een kleine 4,5 kilometer lopen). Terug pak ik daarom meestal de trein vanuit Zandvoort. Ik heb inmiddels een jaarkaart voor de duinen aangeschaft.